Het Voetbalveldje

186 8 10
                                    

Pov Robbie:
Volgens mij wil hij het niet zeggen, tenminste, hij staart al bijna een minuut naar zijn tafel. 'Hey Matthyas, het komt goed. Je hoeft het nu niet te zeggen, maar weet dat als er iets is, je bij me terecht kan, ook al mag je me niet,' zeg ik op een rustige toon. Hij kijkt me aan met tranen in zijn ogen, knippert snel en zegt dan 'dankjewel' en glimlacht klein naar me.

Pov Matthyas:
Normaal gesproken zou ik hem klappen, maar er is iets met hem. Geen idee wat, maar ik word niet boos op hem. Ik sla mensen altijd als ik boos ben, een klein trekje van mijn vader, denk ik. Ik word zo snel boos, niet normaal. 'Noem me trouwens alsjeblieft Matthy of Mat ofzo,' zeg ik. 'Natuurlijk, Matthy, mij mag je ook Rob noemen,' zegt Robbie. We hebben een halve minuut oogcontact met allebei een glimlachje op onze gezichten. Het voelt goed, vertrouwd zelfs, dit is iets wat ik nog nooit heb gevoeld. 'Ga je mee met mij en de jongens naar het voetbalveldje hier verderop na school?' vraagt Rob. 'Ja hoor, alleen vinden ze dat niet erg? En ik ken jullie niet eens, hun al helemaal niet. Ik bedoel, ik ben hier nu bijna een week en ken alleen jouw naam,' zeg ik snel. 'Ze mogen je vast wel, ze moeten je alleen maar een beetje leren kennen, en anders ik mag je, dus geen zorgen. O ja, ze doen misschien niet aardig soms, maar dat zijn ze wel. Je moet gewoon even aan ze wennen, en andersom ook. Ze hebben gewoon een slecht beeld van je.'

(Paar uur later.)

Pov Matthy:
De bel gaat, dat betekent met Robbie en zijn vrienden voetballen. Heb ik hier zin in? Nee. Maar ik heb al ja gezegd. Ik weet niet eens of ik Robbie wel mag, op zich wel, maar de anderen, ik weet niet of ik het gezellig ga hebben of dat ik boos op ze word omdat ik ze niet mag. 'Matt, ga je mee?' Ik kijk snel achter me en zie dat de jongens achter me staan. 'Uhh ja, tuurlijk, wacht ik pak mijn tas even.' We lopen naar de fietsen en ik houd me een beetje ingetogen en stil, ik observeer een beetje, noem ik het. 'Vertel eens wat over jezelf, Matthyas,' hoor ik ineens. 'Ja, ik ben Matthyas, 15 jaar. Tja, wat wil je nog meer weten, haha,' ik cringe zo erg van mezelf, je wil niet weten, maar om nou mijn hele leven te vertellen. 'Nou, wat leuk dat je er bent. Ik ben Raoul, de ginger is Koen, die blonde kale is Milo, en dan heb je Robbie, maar die ken je natuurlijk al.' 'Leuk,' zeg ik droog, ja wat moet ik zeggen.

Pov Robbie:
Na 5 minuten fietsen zijn we eindelijk bij het voetbalveldje. Hier komen we bijna elke dag na school of bij iemands huis, maar meestal eerst hier gewoon beetje praten beetje voetballen, zo bijzonder is het niet. "Laten we 'wie scoort is keep' doen," hoor ik Milo zeggen. Iedereen gaat ermee akkoord. Milo begint in het doel en Koen gaat schieten. Hij mist, dan ben ik aan de beurt. Ik mis ook. Dan is Raoul aan de beurt, die net als wij mist. Dan is het Matthy's beurt. Ik weet niet waarom, maar ik ben bang. Ik heb het gevoel dat Milo Matthy nog niet mag...

Pov Matthy: 
Iedereen heeft tot nu toe gemist met Milo in het doel. Ik zat vroeger op voetbal, maar toen mama vier jaar geleden ziek werd, moest ik stoppen van mijn pa om voor haar te zorgen. Hij had zogenaamd 'geen tijd'. Ik word boos als ik eraan denk. Ik schiet de bal met alle woede in me. Bam, hoor ik vol in Milo's gezicht. "WAT DE KANKER DOE JIJ?" schreeuwt hij. Langzaam vormen zich tranen in mijn ogen. "Sorry," snik ik zachtjes. Er valt een traan op mijn wang. Zo snel als ik kan, veeg ik hem weg. Ik moet me niet aanstellen. Papa zegt altijd: "Huilen is voor zwakkelingen. Niet huilen, en anders geef ik je een reden om te huilen." Het spijt me zo, Milo, probeer ik op een normale toon te zeggen, zonder in tranen uit te barsten. Ik hoor niets meer, alleen hard gepiep in mijn oor. Ik kijk naar mijn handen die niet stoppen met trillen. Mijn ademhaling gaat omhoog. Ik krijg nauwelijks lucht. Kanker, een paniekaanval. Goeie indruk dit. Tranen voel ik over mijn wangen stromen. Langzaam voel ik dat iemand me op de grond zet. Ik begin om me heen te slaan. Ik wil niet dat iemand me zo ziet.

Pov Raoul:
Matthy heeft net Milo geraakt met de bal. Milo begon te schreeuwen omdat hij schrok. Hij zei dat het hem niet uitmaakte en dat het hem speet van zijn reactie, maar er kwam geen reactie. Tranen stromen over zijn wangen. Hij blijft maar trillen en zijn ademhaling is niet onder controle. Dat kan maar één ding zijn: een paniekaanval. Gelukkig weet ik wat ik moet doen. "Blijf een beetje uit de buurt, Rob, pak je waterfles," zeg ik terwijl ik naar Matthy loop. Ik zet hem op de grond, hoewel hij het niet toestaat en slaat in het rond. "Sstt, het komt goed." Ik leg een hand op zijn borst en als hij te snel ademt, duw ik een beetje. "Oké?" Hij knikt zachtjes. "Adem mee, in 1 2 3 4, vast 1 2 3 4, en uit 1 2 3 4." Dit herhalen we een paar keer totdat hij weer op adem is. "Sorry, sorry, sorry. Het spijt me zo erg, sorry. Ik wil niet dat jullie dit zagen, dit niet moeten zien. En sorry, Milo, dat die bal je raakte." "Sstt, geen sorry zeggen. Het is oké, Milo heeft je al vergeven." Milo knikt als bevestiging. Er gaat zo veel meer om in dit koppie van hem, een paniekaanval krijg je nou eenmaal niet zomaar. Ik moet hem helpen.

~~
Hoe gaat het met jullie?
Zorg goed voor jezelf ❤️

Wat is er met hem? Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu