31. 'Samen, als een team.'

262 12 0
                                    

Ik lig in bed, maar de slaap wil maar niet komen. Naast me ligt Yara diep in slaap, haar ademhaling is rustig en gelijkmatig. Voorzichtig schuif ik het dekbed opzij en probeer zo stil mogelijk uit bed te komen, om haar niet wakker te maken. De houten vloer kraakt zachtjes onder mijn voeten terwijl ik naar beneden sluip. Eenmaal in de keuken schenk ik een glas water in. Het koele vocht glijdt door mijn keel en ik besluit om naar buiten te gaan om wat frisse lucht te halen ik pak een vest van een stoel en trek deze aan.

De Griekse nacht is zwoel en stil op het geluid van de krekels na, en de lucht is bezaaid met sterren. Ik ga op een van de ligstoelen zitten en staar naar boven, naar de fonkelende lichtjes die me doen denken aan mijn vader. Hij hield ook altijd van sterren kijken. De herinneringen aan onze gezamenlijke avonden op het balkon thuis doen me glimlachen, maar er is ook een steek van pijn. Hij is er niet meer, en de leegte die hij achterliet, is soms overweldigend.

Mijn gedachten worden abrupt onderbroken door een geluid. Ik spits mijn oren en zie plotseling Matthy naar buiten sluipen. Hij beweegt stilletjes richting de poort, duidelijk van plan om er vandoor te gaan. Nieuwsgierig en bezorgd roep ik hem zachtjes. "Matthy, wat ben je van plan?"

Hij schrikt zichtbaar en draait zich om, zijn ogen groot in het schijnsel van de maan. "Niets, Olivia. Ga gewoon weer naar bed." Mompelt hij terwijl hij probeert de poort open te maken.

"Niets? Dat geloof je zelf toch niet? Waar ga je heen?" Vraag ik nu duidelijker.

"Olivia, ga gewoon slapen."  Bromt hij geïrriteerd.

Achterdochtig sta ik op, wat heeft hij te verbergen? Waarom moet hij midden in de nacht weg? Ik loop naar hem toe en ga voor de poort staan. "Ik dacht dat we eerlijk naar elkaar zouden zijn, Matthy. Ik wil je vertrouwen, maar op deze manier lukt dat niet."

Hij zucht diep, duidelijk geïrriteerd door mijn vasthoudendheid. "Naar een straatrace, oké? Tevreden?"

Woede borrelt in me op. "Een straatrace? Je hebt gedronken, Matthy! Dit is alweer zo'n onverantwoorde actie van jou."

Hij rolt met zijn ogen, zijn gebruikelijke arrogante zelfverzekerdheid keert terug. "Ik kan heus wel een beetje alcohol handelen, Olivia. Maak je niet zo druk."

"Niet zo druk maken? Serieus, Matthy? De laatste keer moest ik je ophalen omdat je tegen een boom was geknald, weet je nog?" Bijt ik hem toe.

Hij draait zijn hoofd weg, alsof hij zich de herinnering van die nacht probeert te onttrekken. "Dat was een uitzondering. Ik had gewoon pech."

"Pech? Je hebt jezelf en anderen in gevaar gebracht!" Roep ik, mijn stem nu vol frustratie en angst. "Waarom begrijp je dat niet?"

"Waarom begrijp je niet dat dit is wie ik ben? Ik leef voor dit soort dingen, Olivia. Het geeft me een kick, een gevoel van vrijheid dat jij nooit zult begrijpen." Zegt hij met een vurige blik in zijn ogen.

"En wat als die kick je je leven kost? Of dat van iemand anders?" Vraag ik zachtjes, de tranen brandend achter mijn ogen. "Denk je daar ooit aan?"

Hij kijkt me aan, de woorden blijven onuitgesproken hangen in de lucht tussen ons. Uiteindelijk zucht hij en kijkt weg. "Ik kan niet stoppen, Olivia. Dit is mijn leven."

Ik voel mijn woede plaatsmaken voor een overweldigend gevoel van zorg en verdriet. "Matthy, als je zo vastbesloten bent om te gaan, dan ga ik mee. Ik kan je niet tegenhouden, maar ik kan je ook niet alleen laten."

Ik weet dat als ik mee ga in de auto dat Matthy voorzichtig rijdt. Alleen tijdens de race kan ik hem niet temmen.

Hij kijkt me aan, verbaasd en een beetje verward. "Wat? Waarom zou je dat doen?"

Aphrodite  - Matthy het Lam. Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu