02| Astmapuffer

363 20 1
                                        

13 oktober, 2022
Matthy's POV:

Rob en ik liggen samen op mijn bed. Volgens mij slaapt hij nog. Gisteravond bleef hij slapen, eigenlijk was dat niet de bedoeling, maar we hadden allebei een drankje te veel op. Naast een aantal lange zoenen en knuffels is er niks gebeurd. Na een tijdje zijn we op mijn bed gaan liggen, waar we nog even hebben gezoend, voordat hij op mij is gerold en had besloten dat ik zijn knuffelbeer was voor de nacht.

Dat is dan ook de plek waar hij nog steeds ligt. Zijn handen liggen samengevouwen onder zijn hoofd, terwijl hij zachtjes in en uitademt. De glimlach op mijn lippen is groot, ik kan het niet helpen. Hij is zo immens schattig op deze manier; zo lief en onschuldig. Zijn haar zit een beetje door de war en is lichtelijk aan het krullen door de manier waarop hij heeft geslapen, zijn wangen zijn een beetje rood en zijn benen liggen tussen die van mij in. Zo zou ik nog wel eeuwen kunnen liggen.

In de afgelopen paar weken zijn Robbie en ik veel samen geweest. We hebben elkaar op een hele andere manier leren kennen, een manier waarvan ik eerder dacht dat ik hem nooit zo zou kennen. We hebben veel gedeeld, veel subtiele aanrakingen, verliefde blikken, vaak hadden we onze handen in elkaar verwrongen, warme knuffels gedeeld, zachte en lieve kusjes, gepassioneerde zoenen, her en der een teasende aanraking. Wat we ook hebben gedeeld, zijn verhalen. Verhalen over van alles. Het ging over ons leven vroeger, over wat we van de ander vinden, over hobby's en onze liefde die we samen deelden voor een hobby van de ander of juist niet deelden, over Robs astma en hoe heftig zijn aanvallen kunnen zijn, over van alles. Hij kon mij oprecht vertellen hoe hij een broodje smeert en ik zou ervan genieten, ik zou luisteren alsof het het belangrijkste ooit is.

"Goeiemorgen..." Mompelt hij zacht, terwijl hij zijn handen onder zijn hoofd weghaalt en om mijn borst heen wikkelt.
"Goedemorgen, Robje. Goed geslapen?" Hij knikt en ik voel hem zachtjes uitblazen tegen mijn shirt aan, voordat hij lichtjes inademt. 's Ochtends heeft hij vaker last van benauwdheid zei hij. Dit gaat ook pas weer weg als hij zijn puffer heeft gebruikt.
"Had het beste kussen ooit." Hij haalt zijn hoofd van mijn borst af en kijkt me aan, voordat hij begint te glimlachen. Ik glimlach terug en beweeg me een stukje naar voren. Rob snapt de hint en leunt ook naar voren, waardoor onze lippen elkaar al gauw raken.

De kus is liefdevol, maar niet lang. Rob trekt als eerste weg, snakkend naar adem, waarna hij begint te hoesten. Ik heb zelf helemaal geen verstand van astma, maar het lijkt me wel heel vervelend om constant ademtekort te hebben, omdat je slijmvlies ontstoken is. Zachtjes wrijf ik met mijn hand over zijn rug, wachtend tot hij klaar is met hoesten.

"Gaat het weer?" Vraag ik, wanneer hij stopt en alleen nog maar hijgt. Rob sluit zijn ogen en knikt. "Moet ik je puffer halen en een glas water?" Opnieuw knikt Robbie, nog altijd buitenadem. Voorzichtig klimt hij van mij af, waarna hij rechtop blijft zitten tegen het bed frame aan. Ik klim het bed uit en loop richting de overloop.
"Goeie kont wel." Zegt Rob met een diepe, ademige stem. Ik grinnik en rol speels mijn ogen.
"Ga jij je nou maar even focussen op niet doodgaan, dan haal ik je medicijnen, kneus. Later mag je weer naar m'n kont kijken." Ik weet dat mijn achterwerk momenteel opvalt, aangezien wij allebei niet veel meer aan hebben dan een onderbroek en een T-shirt, maar in mijn ogen is dit niet helemaal het juiste moment om grapjes te maken over m'n achterwerk.

Ik loop de kamer uit, waarna ik mijn weg vervolg naar de badkamer. Hij heeft een extra pompje in mijn badkamer gelegd voor het geval dat. Ik weet niet waar hij zijn tas gisteravond heeft neer gedumpt, daarom pak ik deze. Met mijn rechterhand maak ik het spiegeldeurtje open, waar ik de puffer van het plankje afpak. Ik vul een bekertje dat hier nog staat met water, deze heeft hij gister gebruikt bij het tandenpoetsen, dus smerig is het niet.

Eenmaal terug in de slaapkamer overhandig ik hem zijn spullen, waarna ik naast hem kom zitten. Hij glimlacht dankbaar en zet zijn lippen rond het daarvoor bedoelde stukje, voordat hij de kleine, metalen flacon naar beneden drukt en diep inhaleert. Ik zie hem zijn ogen sluiten en alles van het, ik denk gas, opnemen. Ik heb eigenlijk helemaal geen idee wat er in zo'n flaconnetje zit. Ik neem aan dat het een soort gas is wat tegen de ontsteking werkt en het tegenhoudt, of in ieder geval een beetje kalmeert, maar ik heb geen idee.

BlindelingsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu