03| Kerstavond

318 17 4
                                        

24 december, 2022 | Kerstavond
Robbie's POV:

We hebben besloten om Kerstavond met z'n vijven bij Raoul te vieren. Matthy, Milo, Koen, Raoul en ik. Matthy en ik hebben nu twee en een halve maand een relatie en het zijn oprecht de twee beste maanden ooit geweest. We hebben besloten het vandaag aan de jongens te vertellen.

Op de tv wordt zo'n grote nep openhaard afgespeeld met op de achtergrond kerstmuziek. Op de keukentafel staat een gourmetstel. Alles is mooi versierd, de kerstsfeer zit er echt goed in. Zo zijn er overal mooie lampjes opgehangen, is de kerstboom opgezet en staan er kaarsjes op tafel. Raoul zit aan het hoofd van de tafel, zodat hij zijn kat makkelijk in bedwang kan houden. Aan de rechterkant van de tafel, vanuit Raouls zichtveld, zit Matthy, daarnaast zit Koen. Aan de linkerkant van de tafel zit ik, Milo zit naast mij.

"Kunnen we die kat er niet gewoon opslingeren? Dat is meer dan genoeg vlees voor iedereen, inclusief die dikke Milo." Zegt Koen. Socrates vindt Koen erg interessant. Al de hele avond is hij aandacht bij Koen aan het zoeken, zo ook nu. Socrates geeft hem constant kopjes, vragend om een aai over de bol.
"Ik eet wel meer dan zo'n dun kut beest hoor." Tot zo ver de kerstsfeer. Ik laat mijn blik op Koen vallen, die de kat dan toch maar even een aai over z'n koppie geeft.
"Dat is te zien, ja." Matthy mengt zich er nu ook in. Gelijk laat ik mijn blik op hem vallen. Hij heeft een mooi, gestreken blouseje aan. Een donkergroene. Het valt mooi over zijn biceps heen, hij heeft een knoopje te veel open en is gewoon ronduit sexy momenteel.

Hoe later het op de avond wordt, hoe meer wijntjes er worden geschonken en hoe meer biertjes er worden uitgedeeld. Eigenlijk zijn Matthy en Koen de enigen die echt wijn drinken. De rest van ons drinkt bier. De geur van een kaarsje dat zojuist uit is gegaan vult mijn neus. Ik kijk Matthy aan, hij ruikt het ook. Ik mag hopen dat het maar bij een kaarsje blijft. Het ging zo goed vandaag, ik heb geen zin om m'n inhalator te gebruiken. Vuur en rook zijn altijd dingen waar ik heel heftig op reageer. Mijn lichaam trekt dat absoluut niet, wat ik ontzettend vervelend vind, maar ik kan er helaas niet veel aan doen.

Helaas voor mij zijn de andere kaarsjes na een tijdje ook op. De hele kamer ruikt nu naar kaarsjes die net uitgegaan zijn en gourmet. Niet een hele fijne combinatie om in en uit te ademen. Mijn longen waarderen het dan ook zeer zeker niet, waardoor een benauwd gevoel mij bekruipt. Zacht hoest ik een aantal keer, hopende dat het dan weggaat. "Kan er een raampje open?" Misschien dat wat frisse lucht hierbinnen helpt.
"Dat is echt veel te koud, Rob." Zegt Koen gelijk. Ik rol mijn ogen, sta op en loop naar mijn tas.

Ik kijk mijn hele tas door, maak elk vakje open, maar mijn inhalator is nergens te vinden. "Matt?" Ik draai me om en kijk de jongen aan. Hij was in gesprek met Roel over iets, maar ik weet zijn aandacht te trekken. "Heb jij mijn puffer meegenomen?"
"Nee, die had je in je tas gedaan, toch?" Kankerzooi, dan ligt 'ie nog thuis.
"Hij zit daar niet in." Ik zucht en loop weer terug naar de tafel. Dit wordt een zware avond op deze manier. "Roel, heb jij toevallig gember of gember thee?" Gember is een kalmerend, ontstekingsremmend kruid, dus het zou in principe moeten helpen.
"Jazeker, ik zal wel wat voor je maken."

Terwijl Roel dat gaat maken, wordt de druk op mijn borst alleen maar erger. Het benauwde gevoel begint me echt hoog te zitten. Dat heb ik altijd met kaarsjes. Kaarsjes en vuur zijn echt mijn grootste vijand. Matthy en ik wisselen blikken, we weten allebei dat ik dit niet lang volhou op deze manier.

"Thanks." Ik glimlach naar Raoul wanneer hij de mok gevuld met hete thee voor mijn neus zet.
"Geen probleem. Kunnen we je helpen met iets?" Roel legt zijn hand op mijn schouder en wrijft er zacht overheen met zijn duim.
"Zou er een raampje open kunnen?"

Ook dit werd al gauw geregeld en binnen een halfuur is de ergste geur hier weg. Toch zwakt alles niet af, het blijft hoog zitten. Ik kan me helemaal niet meer focussen op het gesprek voor me. Al mijn aandacht ligt op mijn ademhaling. Diep in en diep uit. In via mijn neus, uit via mijn mond.

"Rob." Matthy's stem haalt me uit mijn gedachten. "Kom, we gaan je inhalator halen. Dit gaat niet goed." Hij staat naast me met zijn hand naar me uitgestoken.
"Matt, je hebt gezopen. Je mag niet meer rijden." Ondanks dat ik dit zeg, pak ik zijn hand wel aan.
"'T is maar dertig minuutjes rijden. Dan zijn we over een uurtje weer terug. Ik beloof dat ik daarna niet meer achter het stuur stap. Kom nou maar." Ik zeg geen gedag naar de jongens, enkel een simpel zwaaitje.

De autorit duurt echt veel te lang. Ik ben al mijn energie kwijt door dit. Ik weet dat dat zo wel terugkomt, maar toch vind ik het kut. "Robje, we zijn bij mij thuis." Ik open vermoeid mijn ogen. Opzich is de druk wel weg en heb ik het minder benauwd, maar toch zou ik dat pufje nu echt geweldig vinden.
"Wil jij het pakken samen met m'n flesje water? Ik denk dat het nog op het aanrecht staat." Het voelt echt alsof ik een downie ben die niks kan, maar ik weet niet of ik het tot de deur red zonder helemaal buitenadem te raken, laat staan binnen te zoeken naar m'n puffer.
"Natuurlijk. Ik kom zo terug, liefie."

Mijn ogen vallen op de digitale klok op Matthy's radio. Daar focus ik al mijn aandacht op, ik tel elke seconde mee en houd mijn aandacht hierop. Het leidt me af van mijn kortademigheid, waardoor de tijd wel sneller lijkt te gaan.

Het duurt ook helemaal niet lang voordat Matthy weer terug is. "Dankjewel, je bent een schat." Hij grinnikt zacht en overhandigt mij de spullen. "Ik hou van je, Matthy." Dit is de eerste keer dat ik het zeg, maar ik meen het wel. Ik zie zijn wangen veranderen van kleur, totdat ze een mooie dieprode kleur zijn. "Je bloost." Merk ik op, terwijl ik het klepje van mijn inhalator open. "Cute." Mijn lippen leg ik om het mondstukje, waarna ik het buisje indruk. Een zacht sissend geluid komt hierdoor vrij. Ik adem diep in en sluit mijn ogen. Gelijk voel ik al verandering, positieve verandering.
"Ik hou ook van jou." Het is dat ik mezelf moet forceren om door te ademen, anders was het nu sowieso gestokt.

Niet heel veel later zit ik weer gezellig bij Roel aan tafel. "Jongens." Zegt Matthy, wanneer Raoul terug komt lopen met een nieuwe fles witte wijn en drie biertjes. Matthy en ik maken oogcontact, voor mij is het duidelijk wat hij wil zeggen. Ik reik mijn hand over de tafel naar Matthy toe, wie zijn hand in de mijne knoopt. "Ik moet jullie wat vertellen. Wij moeten jullie wat vertellen."
"Je bent zwanger." Leuk, Roel, leuk. Echt vaderhumor is dit, jezus.
"Eh nee, gelukkig niet." Lacht Matthy. Althans, het is eerder giechelen. Hoe je het ook wilt noemen, het vult mij in ieder geval met vlinders. "Rob en ik zijn samen." Hij glimlacht breed naar mij. Ik weerspiegel zijn glimlach. "En we weten dat het niet handig is met Bankzitters, maar-" Hij mag zijn zin niet afmaken, want Roel onderbreekt hem opnieuw.
"Matt. Het interesseert ons, of mij in ieder geval, geen flikker of het handig is met Bankzitters of niet." Ook Raoul glimlacht. "Als jullie gelukkig zijn zo, dan is dat toch het enige wat telt?"

"Nou ja, opzich niet heel handig hoor, Roel." Koen mengt zich in het gesprek. "Maar ben wel blij voor jullie, daar niet van, maar 't is niet heel handig."
"Ik wist niet eens dat jullie homo waren." Verbaast kijkt Milo ons aan. "Wat de kanker." Dit zorgt ervoor dat de hele serieuze sfeer weg is en iedereen begint te lachen.
"Bro, we zijn ieder al meer dan een jaar uit de kast." Zeg ik lachend.

Misschien niet de perfecte kerstavond, maar zeker eentje om nooit meer te vergeten.

BlindelingsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu