Chapter 14

20 1 0
                                    

De volgende ochtend werd ik vroeg gewekt door het getik van zware regendruppels die tegen de ruiten kletterden. De storm buiten leek op dat moment het enige geluid in de wereld te zijn. Mijn vriendinnen sliepen nog diep en roerloos, een zeldzaam moment van stilte in de anders zo levendige slaapzaal. Voorzichtig schoof ik de gordijnen van mijn bed opzij en besloot als eerste op te staan. Terwijl ik me aankleedde, voelde ik een vreemd soort kalmte over me heen komen, ondanks de onrustige storm buiten.

Met mijn haar nog half vochtig van de haastige poging het te temmen, liep ik de stille gangen door richting de Grote Zaal. De echo's van de storm leken door het kasteel te galmen. Normaal gesproken zou ik nooit zo vroeg op zijn, maar vandaag voelde anders aan.

Toen ik door de massieve deuren van de Grote Zaal liep, viel me meteen op hoe leeg het was. Een handjevol vroege vogels zat verspreid aan de lange tafels, maar het was de stilte die het meest opviel. Aan de Zwadderich-tafel zat Severus, verdiept in een boek. Zonder er te veel over na te denken, liep ik naar hem toe en nam plaats naast hem. Zijn ogen bleven op de pagina's van het boek gericht, maar ik zag hoe hij me met een schuine blik opmerkte.

"Goedemorgen," zei ik zacht terwijl ik naar het boek in zijn handen keek.
"Goedemorgen, Julia," antwoordde hij, zonder zijn blik van de pagina's te halen, zijn stem was zoals altijd monotoon. "Bijgekomen van gisteren?"
Ik zuchtte en knikte vervolgens.

Mijn ogen gleden over de titel van het boek dat hij las. "Advanced Potion-Making, hè? Vind je toverdranken zo interessant?" vroeg ik plagerig, terwijl ik het boek met één vinger een beetje naar beneden duwde om zijn gezicht te zien. Hij liet een zucht ontsnappen en legde het boek voor zich neer.
"Ja," antwoordde hij langzaam, "en eerlijk gezegd begrijpen maar weinig mensen de subtiliteit van het brouwen van een fatsoenlijke toverdrank."

"Aha!" zei ik uitdagend. "Misschien kun je me aansteken met je enthousiasme." Er flitste een kleine glimlach over zijn gezicht, een zeldzaamheid. Net op dat moment kwamen twee andere Zwadderaars de zaal in en namen plaats naast Severus.

"Ehm... wat doe jij hier?" siste een jongen met strak gekamd bruin haar en een zelfingenomen blik. Zijn blauwe ogen boorden zich in de mijne. "Huffelpuf hoort daar te zitten." Hij gebaarde koeltjes naar de tafel van mijn afdeling.

Ik trok één wenkbrauw op en ging iets rechter zitten. Dit soort opmerkingen raakten me al lang niet meer. In plaats daarvan stak ik mijn hand uit naar de jongen, wat hem zichtbaar verbaasde. Na een moment van aarzeling nam hij mijn hand aan, zij het terughoudend.
"Goedemorgen, ik ben Julia Gaunt. En jij bent?" vroeg ik beleefd, maar met een ondeugende twinkeling in mijn ogen.

"Jacob Avery," antwoordde hij aarzelend, nog steeds verrast door mijn zelfverzekerde houding. Ik glimlachte naar hem en wendde me vervolgens tot de mollige jongen naast hem, die duidelijk wat minder zelfvertrouwen uitstraalde.
"Evert Mulciber," mompelde hij ongemakkelijk.
"Aangenaam, heren," zei ik opgewekt en zag hoe Severus een goedkeurend knikje gaf. "Dus, waar hadden we het over? Oh ja, toverdranken! Severus, als je ooit tijd hebt, kun je me dan helpen? Ik ben er echt hopeloos slecht in, en ik vrees dat ik mijn examens niet ga halen."

Severus knikte instemmend, net op het moment dat ik vanuit mijn ooghoeken beweging zag. Remus en Sirius kwamen, gevolgd door James en Peter, de Grote Zaal binnen. Remus' blik kruiste de mijne en ik zwaaide naar hem, maar hij keek me verbaasd aan.

Met een gebaar vroeg hij waarom ik aan de Zwadderich-tafel zat. Ik zuchtte, glimlachte en draaide me terug naar Severus, Evert en Jacob.
"Sorry, jongens," zei ik verontschuldigend, "maar ik word even verwacht aan een andere tafel. Ik spreek je later nog wel, Severus!" Terwijl ik opstond, raakte ik even vluchtig zijn hand aan en gaf er een vriendelijk kneepje in.

De geur van versgebakken broodjes vulde de zaal terwijl ik naar de Griffoendor-tafel liep.
"Goedemorgen, Remus," zei ik vrolijk terwijl ik naast hem ging zitten en meteen een broodje van de stapel pakte. "Wat zijn jullie er vroeg bij? Studeren voor de S.L.I.J.M.B.A.L.L.E.N.?"
De sfeer aan tafel voelde meteen gespannen aan. De jongens keken me fronsend aan en ik stopte met eten, onbewust onzeker door de intense blikken.

"Oké, wat is er aan de hand met jullie?" vroeg ik, met een nerveuze lach.
"Waarom zat je in hemelsnaam aan de Zwadderich-tafel bij Secretus?" flapte Sirius eruit.
"Wat? Bij wie?" vroeg ik, terwijl ik mijn hoofd schudde.
"Severus Snape bedoelt Sirius," zuchtte Remus.

Ik haalde mijn schouders op. "Omdat ik hem aardig vind. Hij heeft me gisteren enorm goed geholpen in de bibliotheek." Mijn toon was nonchalant, alsof het de normaalste zaak van de wereld was.
"Aardig?" riep James verontwaardigd. "Remus, hoe kun je met haar omgaan? Als ze Secretus aardig vindt, is ze echt slecht nieuws!" snauwde hij.

Ik staarde hem met open mond aan. Wat gebeurde hier in vredesnaam? Remus draaide zich tot mijn verbazing naar James. "Laat iedereen nou gewoon zelf bepalen met wie ze omgaan zonder meteen te oordelen." Maar James besteedde er nauwelijks aandacht aan. Hij trok zijn neus op en negeerde me verder compleet.

Remus draaide zich weer naar mij. "Dus, waar heeft hij je precies mee geholpen?"

Ik vertelde hem over de brief van mijn neef en wat ik allemaal had ontdekt over mijn familie in de bibliotheek.
"Zalazar Zwadderich?" herhaalde Remus verbaasd, net als de anderen de dag ervoor hadden gedaan. Ik knikte. Gelukkig ging hij niet verder in op de absurditeit ervan, zoals velen zouden doen.

We vervolgden ons gesprek tot plotseling een gedachte bij me opkwam. "Shit!" zei ik uit het niets.
"Wat?" lachte Remus.
"Ik zou vandaag afspreken met Oliver in Zweinsveld," zei ik, plotseling bezorgd. "Maar met alles wat er gebeurd is, heb ik helemaal niet nagedacht over hoe ik het terrein ga verlaten. Vilder houdt sinds vandaag weer alles in de gaten, dus ik denk niet dat ik ongezien wegkom."

Sirius, die blijkbaar ons gesprek had gevolgd, boog zich nu naar ons toe met een grijns op zijn gezicht. "Toevallig, Julia, hebben wij daar de perfecte oplossing voor."

Met een duivelse glimlach haalde hij een stuk perkament uit zijn gewaad, keek even om zich heen om te controleren of er geen leraren in de buurt waren, en tikte het met zijn toverstok aan.
"Ik zweer plechtig dat ik snode plannen heb," fluisterde hij, en meteen verschenen er inktlijnen die woorden vormden.
"De Marauders Map?" las ik nieuwsgierig.
"Sssst!" siste James boos. "Sirius, dit meen je toch niet! Ga je die aan haar uitlenen?"

Sirius trok zich niets aan van James' protesten en richtte zich weer tot mij. "Op deze kaart kun je iedereen zien. Dus ook Vilder. Mijn advies? Gebruik de geheime gang achter het standbeeld van de heks met de bochel. Die komt uit bij Honeydukes. En als je klaar bent, tik je op de kaart en zeg je: 'snode plannen uitgevoerd.'"

Hij demonstreerde het, en de inkt verdween weer van het perkament. James, duidelijk nog steeds boos, siste: "Als je hem maar niet kwijtraakt."

Ik glimlachte dankbaar naar Sirius. "Dankjewel," zei ik oprecht, terwijl ik het perkament voorzichtig aannam.

Hidden Secrets , The Beginning - Harry Potter fanficWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu