Chapter 4

470 52 5
                                    

De volgende ochtend werd ik wakker in een lege slaapzaal. Alle bedden om me heen waren al opgemaakt, en het was duidelijk dat mijn vriendinnen zonder mij naar het ontbijt waren gegaan. Een zucht ontsnapte mijn lippen terwijl ik mezelf met tegenzin uit bed hees en in de spiegel keek. Het beeld dat me tegemoet staarde, stemde me somber. Wat had ik tot nu toe bereikt in mijn leven? Helemaal niets. Ik was een mislukkeling uit een gebroken familie, een dochter van een vader die een moordenaar was. Mijn moeder? Haar heb ik nooit gekend. Niemand wist wie ze was, want mijn vader heeft altijd geweigerd haar naam te noemen. De enige reden dat ik nu nog op school zat en mijn studie voortzette, was de vacature die Professor Perkamentus me gisteren had aangeboden.

Met mijn gedachten nog half bij de gebeurtenissen van de vorige avond, haastte ik me naar de Grote Zaal, terwijl ik mijn gele Huffelpuf-stropdas recht probeerde te trekken. "Hadden jullie me niet even kunnen wakker maken?" vroeg ik licht geïrriteerd toen ik naast Sofia neerplofte. Evelyn keek op van haar bord en haalde haar schouders op. "Je zag er zo vredig uit, Julia. Ik dacht dat wat extra slaap je goed zou doen," zei ze, terwijl ze nonchalant een stuk spek naar binnen werkte.

Ik rolde met mijn ogen en richtte me op Sofia, die er direct spijt van leek te hebben dat ze me niet had gewekt. "Sorry, we hadden je inderdaad wakker moeten maken," zei ze zachtjes, oprecht schuldbewust. Sofia was echt de belichaming van een Huffelpuf. Ze vergaf iedereen, wat ze ook hadden gedaan. Soms vraag ik me nog steeds af waarom de Sorteerhoed mij in Huffelpuf heeft geplaatst. Maar blijkbaar zag hij iets in mij wat ik zelf nog nooit heb ontdekt.

"Dus, we hebben straks les van Professor Slakhoorn," zei ik met een veelbetekenende knipoog naar Evelyn, die me daarop een vernietigende blik toewierp. "Kom op, Ev, ik plaag je alleen maar!" lachte ik. 
"Hebben jullie al in het nieuwe boek gekeken? Het is vreselijk moeilijk!" riep Sofia uit, terwijl ze een dik boek omhoog hield. Evelyn en ik schudden beide ons hoofd. "Het is gewoon Advanced Potion-Making, net als vorig jaar," merkte ik op, terwijl ik de titel van het boek las. "Net zo saai als altijd," voegde Evelyn er met een overdreven lach aan toe.

Sofia glimlachte en haalde plotseling een foto uit haar Toverdrankenboek. "Kijk eens, Julia!" zei ze terwijl ze de foto naar me uitstak. Ik pakte hem voorzichtig aan en bekeek hem aandachtig. "Oh, dit herinner ik me nog! Dit was twee jaar geleden, toch? Je broertje heeft deze met zijn Dreuzelcamera genomen," zei ik enthousiast, terwijl ik naar de niet-bewegende afbeelding van Sofia en mijzelf keek.

"PAS OP!" klonk er plotseling een stem achter ons, maar het was al te laat. Een gigantische knalbonbon ontplofte precies in Evelyns bord, waardoor alles bedekt werd met een wolk van blauw poeder. Sofia en ik konden niet ophouden met lachen, terwijl Evelyn, hoewel ze net op tijd was weggekomen, er allesbehalve amused uitzag.

"Wie heeft dit gedaan?!" riep Evelyn verontwaardigd, terwijl ze woedend om zich heen keek. "Hij daar!" riep Joseph MacMillan, terwijl hij naar Amos Diggory wees. Amos stak zijn handen in de lucht en schudde zijn hoofd. "Ik was het niet! Het was hij!" verdedigde hij zichzelf, terwijl hij naar Lucius Malfidus wees. Evelyn snoof woedend en stond op het punt om haar toverstok te trekken. "Ik ga die rat vervloeken!" riep ze, maar Sofia greep haar bij de arm en trok haar snel mee naar buiten. "Hij is het niet waard, Evelyn," hoorde ik Sofia zeggen, voordat ze de Grote Zaal verlieten en mij weer alleen achterlieten.

Zuchtend begon ik wat eten op mijn bord te scheppen en bladerde gedachteloos door het Advanced Potion-Making boek dat Sofia per ongeluk had laten liggen.

"Hey, Julia!" hoorde ik een vertrouwde stem zeggen. Ik draaide me om en zag Remus Lupos de zaal binnenlopen, gevolgd door drie andere jongens. Zijn glimlach was warm en zijn aanwezigheid zorgde ervoor dat ik me plotseling een stuk lichter voelde. "Goedemorgen, Remus," zei ik blij, terwijl ik mijn boek dichtklapte. De ontmoeting met Remus de vorige avond had me meer geraakt dan ik had verwacht. Het voelde alsof we elkaar zonder woorden begrepen.

"Al vroeg aan het studeren, zie ik," merkte Remus op met een vriendelijke glimlach. "Ja, een beetje," antwoordde ik, terwijl ik een lok haar achter mijn oor streek. "Maar ik heb wel wat spannenders voor je," zei hij terwijl hij een gekreukeld perkament uit zijn gewaad tevoorschijn haalde. Het was mijn toelatingsbrief voor Zweinsveld! "Oh nee!" riep ik uit, terwijl ik mijn hand tegen mijn voorhoofd sloeg. "Duizendmaal dank, Remus. Ik zou het echt vreselijk gevonden hebben als ik hem was kwijtgeraakt."

De jongen die naast Remus stond, stapte naar voren met een speelse grijns. "Ach, onze Remus is altijd de redder in nood," zei hij, terwijl hij Remus op een speelse manier op zijn schouder sloeg. Ik lachte om zijn houding. "Sirius Zwarts," stelde hij zichzelf voor, terwijl hij zijn hand naar me uitstak. Zijn naam deed een belletje rinkelen. "Zwarts? Ben je familie van Bellat—"

Sirius onderbrak me met een vermoeide zucht. "Helaas wel, ze is mijn nicht, maar wees gerust, ik ben absoluut niet zoals zij, eerlijk gezegd ben ik totaal niet zoals mijn hele familie." zei hij met een knipoog. Ik schudde zijn hand en stelde mezelf voor. "Dit zijn James Potter en Peter Pippeling," vervolgde Sirius, terwijl hij naar de andere twee jongens wees. James gaf me een snelle knik, terwijl Peter iets mompelde wat ik niet kon verstaan. Ik richtte mijn aandacht weer op Remus.

"Je hebt echt mijn dag gered, Remus. Nogmaals, duizendmaal dank," zei ik oprecht. Remus glimlachte bescheiden en knikte. "Het is niets, echt waar. Maar ik ben blij dat ik je kon helpen."

"Kom op, Remus! We moeten gaan, ik zie Lily al zitten," riep James terwijl hij Sirius meetrok. Terwijl ze wegliepen, hoorde ik Sirius nog iets mompelen over "Secretus" tegen James, maar ik besloot er geen aandacht aan te besteden. Remus draaide zich om en glimlachte nog een keer naar me. "Ik zie je later, Julia!" riep hij voordat hij zich weer bij zijn vrienden voegde.

Nadat hij was vertrokken, bleef ik nog even zitten, nadenkend over onze ontmoeting. Er was iets aan Remus dat me op mijn gemak stelde, alsof hij me begreep zonder dat ik veel hoefde te zeggen. Misschien was het omdat hij, net als ik, een buitenstaander leek te zijn.

Hidden Secrets , The Beginning - Harry Potter fanficWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu