Pov Zaar
De lucht was zwoel, gevuld met het aroma van gras en het zoemen van bijen, toen ik voor de laatste keer het huis van mijn ouders binnenstapte voordat alles veranderde. Ik was net terug van een studiosessie in Amsterdam, en hoewel mijn gedachten nog draaiden om de muziek en de plannen voor de komende weken, voelde ik dat er iets zwaars in de lucht hing. Iets onuitgesproken.
Koen was al thuis. Dat wist ik omdat ik zijn auto op de oprit zag staan. Ik duwde de voordeur open, het vertrouwde geluid van piepende scharnieren begroette me zoals altijd. Maar binnen voelde het anders. Koen zat op de bank, een gamecontroller losjes in zijn handen, het geluid van de televisie nauwelijks hoorbaar. Toen ik binnenkwam, keek hij niet eens op. Een subtiele steek van teleurstelling trok door me heen, maar ik negeerde het.
"Hey," zei ik, mijn stem iets hoger dan ik had bedoeld, hopend om zijn aandacht te trekken.
"Hey," mompelde hij zonder zijn blik van het scherm te halen.
Er hing een spanning in de kamer die ik niet kon plaatsen, maar ik probeerde het te negeren. Mijn contract was net officieel getekend en over een paar dagen zou ik vertrekken naar Londen om te beginnen aan een promotietour. Dit was het begin van alles wat ik altijd al had gewild, maar het voelde niet zo euforisch als ik had verwacht. Ik liet mijn tas op de grond vallen en ging naast hem zitten. Het geluid van de game vulde de stilte tussen ons.
"Weet je al hoe lang je weg bent?" vroeg hij, zijn ogen nog steeds op het scherm gericht.
"Een paar maanden, denk ik. Misschien langer, afhankelijk van hoe het gaat." Ik probeerde enthousiast te klinken, maar iets in zijn toon maakte dat moeilijk.
"Een paar maanden," herhaalde hij, dit keer iets harder. Hij stopte met spelen en legde de controller neer, zijn ogen eindelijk op mij gericht. Ze waren donker, gevuld met iets wat ik niet meteen kon plaatsen. Was het woede? Teleurstelling? Ik kon het niet zeggen.
"Ja, dat is normaal, Koen," zei ik, een beetje defensief. "Dit is een enorme kans voor me. Het is waar ik altijd van heb gedroomd."
"Ik weet het," zei hij, en er viel een stilte. Zijn ogen boorden zich in de mijne, maar ik voelde me ongemakkelijk. Het was alsof hij door me heen keek, naar iets diepers. "Maar het is niet alsof je gewoon een paar maanden weggaat, Zaar. Dit is het begin van... van iets dat alles zal veranderen. Je gaat geen normale carrière tegemoet. Dit gaat je leven op zijn kop zetten. Ons leven."
Ik zuchtte, gefrustreerd omdat ik dit gesprek al duizend keer in mijn hoofd had gevoerd. "Wat bedoel je? Dit is wat ik wil, Koen. Dit is waar ik voor heb gewerkt. Waarom kun je niet gewoon blij voor me zijn?"
Hij stond op, liep een paar stappen naar het raam en bleef daar staan, zijn rug naar me toe gekeerd. De stilte was zwaar.
"Ik ben blij voor je, echt," zei hij uiteindelijk, zijn stem zacht, bijna breekbaar. "Maar ik vraag me af of je hebt nagedacht over wat je allemaal achterlaat."
Die woorden raakten me dieper dan ik wilde toegeven. Ik stond ook op en liep naar hem toe. "Koen, ik laat niks achter. Ik ga gewoon voor een tijdje weg om mijn carrière te starten. Het is niet alsof ik van de aarde verdwijn."
Hij draaide zich om, zijn ogen nu gevuld met een mix van woede en verdriet. "Dat bedoel ik niet, Zaar. Ik bedoel ons. Onze familie. Je zet jezelf nu in een wereld waar je waarschijnlijk nooit meer uitkomt. En wat gebeurt er dan? Je bent altijd onderweg, altijd bezig met optredens, fans, je carrière. Hoe vaak denk je nog dat je hier terugkomt?"
"Ik zal altijd terugkomen," zei ik, mijn stem een beetje trillend van de emotie die ik probeerde te onderdrukken. "Dit verandert daar niks aan."
"Dat zeg je nu," zei hij bitter. "Maar ik zie het al gebeuren. Dit is wat de industrie met mensen doet. Het slokt je op, en voordat je het weet, ben je vergeten wie je was voordat het allemaal begon."
Die woorden staken. Het voelde alsof hij me niet geloofde, alsof hij twijfelde aan mijn loyaliteit aan hem en aan onze familie. "Dat is niet eerlijk, Koen," zei ik fel. "Je hebt geen idee hoe hard ik heb gewerkt om hier te komen. Dit is mijn kans, en jij doet alsof ik iets fout doe door mijn droom te volgen."
"Ik zeg niet dat je iets fout doet," mompelde hij. "Maar ik weet gewoon niet of je begrijpt wat je allemaal gaat opgeven."
Er viel een stilte, dieper dan eerder. Het voelde alsof we voor het eerst echt tegenover elkaar stonden, en de afstand tussen ons was veel groter dan ik had gedacht. Koen was altijd degene geweest die me steunde, die me begreep zonder dat ik woorden nodig had. Maar nu leek het alsof we op verschillende planeten leefden.
Ik wist niet wat ik moest zeggen, dus ik zei niets. In plaats daarvan draaide ik me om en liep naar de gang om mijn spullen te pakken. Toen ik mijn tas oppakte en me weer naar hem omdraaide, stond hij nog steeds bij het raam, zijn gezicht half verborgen in het avondlicht.
"Ik vertrek over een paar dagen," zei ik zachtjes. "Maar ik zal altijd terugkomen, Koen. Dat beloof ik."
Hij keek me aan, maar zei niets. En voor het eerst voelde het alsof die belofte leeg was. Alsof we allebei wisten dat de kloof tussen ons alleen maar groter zou worden.
De dagen voordat ik vertrok, probeerde ik alles normaal te houden. We aten samen met onze ouders, keken tv en deden alsof er niets veranderd was. Maar de spanning hing als een zware deken over ons. Koen vermeed me bijna volledig, en als we wel spraken, was het oppervlakkig en kortaf.
De avond voor mijn vlucht zat ik op mijn kamer, mijn koffers al ingepakt en klaar voor de reis. Mijn telefoon trilde naast me, maar ik negeerde het. Het waren waarschijnlijk berichten van mijn manager, Mark, die de laatste details van de reis wilde bevestigen. Of misschien waren het vrienden die me succes wensten, maar ik kon het niet aan om daar nu op te reageren. Alles voelde plots zo groot, zo overweldigend. Het enige wat ik echt wilde, was dat Koen me nog één keer zou zeggen dat het goed was. Dat we goed waren.
Ik liep naar zijn kamer en klopte zachtjes op de deur. Geen antwoord. Ik opende de deur en zag hem aan zijn bureau zitten, zijn hoofd diep in zijn handen begraven. Hij had me niet eens gehoord.
"Koen," zei ik zachtjes, terwijl ik naar hem toeliep.
Hij keek op, zijn ogen rood van vermoeidheid of misschien iets anders. Voor een moment was er een glimp van de oude Koen, de Koen die altijd voor me klaarstond, ongeacht wat er gebeurde. Maar toen verdween het weer, en het masker dat hij de laatste weken had gedragen, viel terug op zijn gezicht.
"Wat is er, Zaar?" vroeg hij, zijn stem monotoon.
"Ik... ik wil gewoon dat je weet dat het me spijt," fluisterde ik. "Ik weet dat je het moeilijk vindt, maar dit betekent niet dat we elkaar verliezen. Ik ga hier niet zomaar uit verdwijnen."
Hij lachte kort, zonder humor. "Dat zeg je nu. Maar geloof me, dingen veranderen. Mensen veranderen."
Ik voelde de tranen achter mijn ogen branden, maar ik weigerde ze te laten zien. "Waarom kun je dit niet gewoon accepteren? Waarom kun je niet gewoon blij voor me zijn?"
Hij stond op, zijn ogen fel. "Omdat ik je niet kwijt wil raken, Zaar!" riep hij plots, zijn stem gebroken van emotie. "Maar dat gaat gebeuren. Dat weet ik gewoon. Jij gaat de wereld in, en ik... ik blijf hier, en we raken elkaar kwijt."
Die woorden sneden dieper dan ik had verwacht. "Dat gebeurt niet," zei ik, mijn stem trillend. "Dat zal nooit gebeuren."
Maar diep van binnen, wist ik niet zeker of ik mijn belofte kon houden.
JE LEEST
𝑨 𝑺𝒐𝒏𝒈 𝑭𝒐𝒓 𝑴𝒚 𝑩𝒓𝒐𝒕𝒉𝒆𝒓
FanfictionZaar van Heest is op haar 22ste een van de grootste popsterren ter wereld. Met talloze hits, wereldwijde tournees, en miljoenen fans, wordt ze vaak vergeleken met iconen als Taylor Swift, Justin Bieber en Kanye West. Haar leven lijkt een droom: glit...