H.19

688 45 2
                                    

P.O.V Tobias

Ik en Chelsea gaan even zitten om bij te komen van een rit. " zullen we maar gaan zoeken naar een plek waar we kunnen schuilen en overnachten. " ze loopt voor me uit terwijl ik verveelt voor me uit kijk. En langzaam aan achter haar aan loop. We komen langs spinnen zo groot als je hand maar we hadden daar wel voorlichting over gehad. En overal mieren die overal en nergens om je heen kruipten en soms als je goed luistert hoor je gekraak van de bosjes maar dat gekraak komt niet van ons. Van schrik pakt Chelsea mijn hand vast. We gaan door onze knieën in een paar bosjes. " wat gaan we nou met haar doen ?" " heb geen idee heel eerlijk, we kunnen haar zelf gebruiken of we kunnen Zeke bedreigen dat als hij ons niet toelaat op zijn terrein dat hij dit Meisje dan niet krijgt ?" " sounds lijd à plan to me ?" " mooi jongens Afgesproken." Ik en Chelsea zijn sprakeloos van wat we net gehoord hebben. Zullen we uit gaan zoeken wie dat meisje is ? ". Hey Chelsea laten we de richting oplopen waar de jongens vandaan kwamen ?" Ik kijk opzij. Haar gezicht staat bloedserieus. " ja kom." Ik loop voor haar. Terwijl ik naar beneden kijk om hun nog verse voetstappen te volgen. Het duurt niet lang totdat ik een zacht geluid hoor in de verte en het klinkt als water. WATER !!! We hebben gewoon water gevonden. Ik hoorde ba langzamer hand we dichter bij kwamen een soort van harde constante plenzen in het water. Een waterval. Ik ren naar het geluid toe. We komen uit op een prachtig tropisch gebied. Ik kijk achter me en zie dat ook Chelsea komt aangerend. " zou ze aan de andere kant van de waterval zitten." Stelde ze voor. Ik bestudeerde de waterval goed. Het was zo dik dat ik er net niet door heen kon kijken. " we kunnen eerst gaan zwemmen en dan gaan we daarna kijken wat er aan de andere kant zit." Zo gezegd zo gedaan. We zwommen wat en hebben wat gepraat. We besloten dat we nu wel eens uit konden gaan vinden wat er aan de andere kant van de waterval zat. Ik dook en Chelsea dook achter me aan. Ik kwam naar boven en meteen viel me iets op. Ik herkende haar uit duizenden en dit kan niemand anders zijn. Ik snelde naar haar toe. Ze zag er niet uit. Haar haar kleefde langs haar gezicht. En ze had zoveel Wallen dat je ze niet tellen kon. Ik hurkte naast haar. " Tess ! Tess ben je okey !" Haar ogen schieten open ze zien glazig. Ik weet niet wat er is gebeurd maar het is niet goed, ze was graat mager. Ze keek me aan, ik keek terug. " wat ... Wat is er gebeurd Tess." Vroeg ik haar. " ik heb geen idee." Ze krijgt tranen in haar ogen. " waar liggen de sleutels ?" Ik keek naar haar boeien die om haar polsen zaten. " een van hen heeft ze." Ze laat een traan over haar wang rollen. " ik zal ze te pakken krijgen." Haar ogen schieten wijd open, angst, " ga weg Tobias ga weg !!!!" Ik heb haar nog nooit zo hard horen gillen. Dit was niet de Tess die ik kende. " haal Tyler, hij woont in het bos in de buurt van het weeshuis. Zeg dat je mij. Beste vriend ben en laat hém al het werk doen." Tranen van wanhoop lopen over haar wangen. Ik kus haar en maak dan dat ik weg kom. Chelsea kijkt mij bezorgd aan. " sorry Chelsea maar we gaan naar huis en wel nu." Ik pak haar bij haar pols vast en zwem met haar achter me naar het kleine zakje waar de nood telefoon in zat. Ik zei dat we ons duizelig voelde van de honger en niet veel later kwam de helikopter aan op het platform en we stapten in. We hadden tijdens de vlucht niks tegen elkaar gezegd. We liepen naar de auto toe en reden met volle vaart weg naar het bos. " wat zeggen we als we daar zijn Tobias ?" Vraagt Chelsea ik zucht geërgerd " we gaan naar het bos toe en daar zoeken we ene Tyler op. " ze knikte. E zeiden ook nu bijna niks meer tegen elkaar. Ik rijd zo snel dat ik door een rood stoplicht rijd. Iemand toeterde luid maar ik rij gewoon door. Hoe langer ze daar alleen zit hoe erger het kan worden. We komen in het bos aan en de weg word nu al onverhard. We rijden over hobbels en heuvels totdat we op zijn duur een gigantisch huis tegen kwamen. Als Tess hier zou wonen moest het leven wel makkelijk zijn. Ik wou dat ik met haar in een huis kon wonen. Niemand kon mij haar dan nog afnemen. We parkeren de auto en rennen naar de voor deur we drukken op de bel. En niet veel later staat er een jongen van Tess har leeftijd in de deur. " ben je Tyler ?" Vraag ik. " ja, hoe ken je mij ?" " doet er niet toe Tess is in gevaar en ik weet precies waar ze is." Zijn ogen schieten open. " waar ?" " ik zal je vertellen waar je heen moet." " nee, ik moet alleen weten waar ongeveer." Hij kijkt mij opdringerig aan. " bij het bos op die expeditie grond he weet wel." Hij liep zo langs ons richting zijn jeep en gasde er van door. Een bedankje kon er wel vanaf dacht ik. Ik zag hem nu alleen nog maar in de verte als een kleine stip en toen verdween hij.

Daughter from the bad Alpha #Wattys2015Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu