Hoofdstuk 10

206 28 1
                                    

Michael de dag van vertrek
Verdrietig sta ik op het vliegveld.
Ik durfde Luke niet meer onder ogen te komen.
Net voordat ik het vliegtuig in wil stappen, zie ik een bekende geest staan.
Snel loop ik naar hem toe.
"Luke" snik ik verdrietig.
"Hoi Michael" antwoordt Luke zachtjes.
"Ik ga je missen"
"Ik jou ook Mikey"
"Snel kom ik weer naar Australië, i promise" beloof ik hem.
Hij knikt.
"Dag dan he" zeg ik zachtjes.
"Dag Michael"
We kijken elkaar even aan en glimlachen.
Dan draai ik me om en loop ik weg, richting de slurf naar het vliegtuig.

Als we opstijgen zie ik Luke op de grond staan, huilend en wel.

Luke een week later
De leegte in mij is niet te beschrijven.
Ik mis Michael zo vreselijk veel.
Zijn lach...
Mooie ogen...
Zijn gekleurde haar...
Ik mis hem.

Michael
"Lieverd, je nieuwe school begint vandaag" zegt mijn moeder terwijl ze me door elkaar schud.
Ze is zwaar depressief en komt nooit naar buiten.
En vandaag school...
Iedereen spreekt Nederlands en ik Australisch.
Fuck.
Met tegenzin sta ik op.

Op school
Het lijkt wel alsof iedereen Chinees spreekt.
What the fuck zeggen ze allemaal.
Ze ratelen maar wat.
Ik mis Luke.
Er komt een meisje naar me toe en begint Nederlands tegen me te lullen.
"What?" Vraag ik verward.
Ze antwoordt zoiets dat klinkt als: sjing sjong ha ji la ko pli ma la.
"Yeah... I'm gonna leave now..." Mompel verlegen.
Snel draai ik me om en loop ik weg.

Na schooltijd
"I hate my life" mompel ik terwijl ik op mijn bed ga liggen.
Dan bedenk ik me dat ik mijn moeder nog eten moet brengen.
Zuchtend loop ik weer naar beneden en schuif ik een magnatronmaaltijd in de magnatron en wacht ik tot ie klaar is.
Als hij klaar is, haal ik hem eruit en breng ik hem naar mijn moeder.
"Je eten staat voor je deur" zeg ik terwijl ik het eten neerzet.
Verdrietig strompel ik terug naar mijn kamer.
Ik staar naar de foto van Luke en mij boven mijn bed.
Er staat niks in mijn kamer behalve een bed, bureau en die foto.
Die foto is genomen toen hij een dagje een mens was.
Dan gaat de deurbel opeens.
Met tegenzin loop ik naar beneden om open te doen.
Als ik opendoe, staat er een jongen uit mijn klas voor de deur.
"Hello" zeg ik argwanend.
"Hi, do you want to come outside and play soccer with us?" Vraagt hij vriendelijk.
"No, sorry" gelijk gooi ik de deur dicht.
Ik heb gewoom even geen zin om met mensen om te gaan.
Ookal doe ik dat toch al nooit.
Ik loop weer naar boven en ga aan mijn bureau zitten.
Dan gaat mijn telefoon.
"Laat me toch eens met rust!" Roep ik kwaad.
Ik been naar mijn bed en gris mijn telefoon van mijn kussen.
Een onbekend nummer.
Ik druk op het rode hoorntje en loop dan naar de kamer van mijn moeder.
Haar eten staat nog altijd voor de deur.
Ik pak het op en loop haar kamer in.
Overal liggen wijnflessen.
"Mam? Hier is je eten" zeg ik zachtjes.
Ze gebaart dat ik weg moet gaan.
"Mam, je moet wat eten" zeg ik met een zucht.
Ze gromt wat.
"Het staat hier" zeg ik terwijl ik het op een kastje zet.
Ik neem wat lege flessen mee en loop dan haar kamer uit.

Luke
Doelloos zweef ik door de school.
Ik heb nergens meer zin in sinds Michael weg is.

Dude, that's my ghost! {Muke}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu