2.

661 36 23
                                    

Daar gaat ze weer.
Iedere dag rond dezelfde tijd komt ze en gaat ze.
Iedere dag verblijdt ze mijn hart, om hem vervolgens weer hard te verschrompelen.
Ik kan het niet stoppen om iedere keer weer vol verlangen naar dat moment uit te kijken.
Dat moment dat zij komt aanlopen en haar lange zwarte haar naar achteren slaat met haar elegante hand.
Hoe haar goudbruine ogen glimlachen als ze mij ziet.
Haar subtiele glimlach die ze altijd in toom probeert te houden, wat altijd mislukt.
Haar glimlach wordt steeds breder als ze mij ziet.
Even staat ze stil voor mij.

Haar zachte stem beroert mijn oren. 'Hey.'

Schaapachtig glimlach ik. 'Hey.'

Vervolgens loopt ze weer verder naar haar bestemming.
Iedere stap die ze verder weg zet van mij, laat de hand om mijn hart samenknijpen.
De hand heeft mijn tere hart gevangen, vanaf het moment dat ik haar de eerste keer zag.
Steeds harder, wat mij de adem ontneemt.
Ze loopt weer bij me vandaan, zoals alle andere keren.
Ik blijf hier weer achter met mijn eigen verdriet.
Ze slaat haar armen niet om mij heen om mij te troosten.
Ze heeft geen benul van de pijn dat ik voel.

Zíj!
Ik.
Of wíj samen?

Zíj, ík, wíjWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu