Hoofdstuk 11

121 8 2
                                    

Remus' P.O.V.

We gingen zo snel als we konden onze slaapzaal in en verzamelden rond een van de vier bureaus. Ik legde het in leer gebonden boek neer en sloeg het open.

Zelf-Transfiguratie van het Hogere Tot het Hoogste Niveau

Door Annie Magussers

Inhoud:

1. Zelf-transfiguratie in objecten groter dan de eigen massa (blz. 7-22)
2. Zelf-transfiguratie in objecten ongeveer gelijk aan de eigen massa (blz. 23-52)
3. Zelf-transfiguratie in objecten kleiner dan de eigen massa (blz. 53- 76)
4. Aanpassingen aan het haar en gelaat (blz. 77-114)
5. Eenmalige zelf-transfiguratie in dieren (blz. 115-157)
6. Het worden van een Faunaat (blz. 158-189)
7. Vaste zelf-transfiguratie in dieren (blz. 190-233)
8. Zelf-transfiguratie in objecten zonder toverstok (blz. 234-296)

"Naar bladzijde 158!" fluisterde ik, ook al was er geen reden om te fluisteren. Ik bladerde door de vergeelde bladzijden tot ik het vond. Toen ik er was graaide Sirius het boek voor mijn neus vandaan en hij las voor:

" 'Waarschuwing: als men erin slaagt een Faunaat te worden dient men zich te registreren bij het Ministerie van Toverkunst. U dient uw naam, bloedstatus, leeftijd bij de eerste verwisseling, diervorm en herkenningspunten in uw diervorm in te geven.' Dit doen wij dus niet, Remus, dat kunnen we gelijk van school vertrekken. Bladiebladiebla, wat is een Faunaat, bladiebladiebla dat weten we al. Ah, hier. 'Stap 1. Roep uw patronus op. Uw patronus is het dier waarin u verandert. Als uw patronus verandert, verandert uw diervorm ook.' "

"Hier lopen we al vast," zei James, "Patronusbezweringen krijgen we nog lang niet!"

"Er ligt vast wel wat in de bibliotheek, vijfdejaars moeten het ook leren." wierp ik terug, "Maar ik denk dat het nu te laat is. Het is al bijna half 3! We moeten over 5 uur al weer opstaan voor het ontbijt, dus het is het best als we nu gaan slapen."

We poetsten onze tanden en gingen naar bed. Gelukkig hadden we morgen geen school, want overmorgen vertrok de Zweinstein Express voor de herfstvakantie. En toen viel ik in slaap.

Ik werd die ochtend wakker van een gil.

"HELP!" riep Peter die uit zijn bed gesprongen was en nu in zijn pyjama tegen de muur stond.

"Wat nou weer? vroeg ik geïrriteerd.

"HET IS EEN SPIN! ER ZIT EEN SPIN OP MIJN BED!"

James barstte in lachen uit. "Aaah, doet ie je pijn, Peter? Doet het gemene kleine spinnetje jou pijn?" zei hij in een stemmetje zoals een mens tegen een baby praat. Het geluid dat op dit moment uit Sirius' keel kwam was een beetje eng, het leek of hij stikte. Oh ja, dat deed hij ook. Hehehe. Ik tel af tot hij het niet meer vol houdt. 3... 2... 1... en hij barstte in lachen uit. Elke keer weer, zo voorspelbaar. Soms lijkt het alsof hij mijn gedachten leest en precies begint te lachen als ik in mijn hoofd klaar ben met tellen.

"JA!" riep Peter nu boos, "HET ZIT OP MIJN BED, NATUURLIJK DOET DAT PIJN! PLET HET!"

Nu hield ik het ook niet meer vol en lachte mee. Toen Peter met zijn armen over elkaar op de grond stampte werd het pas echt erg. James rolde zijn bed uit en Sirius klapte dubbel. Ik pakte mijn kussen duwde het tegen mijn buik omdat het lachen zo'n pijn deed. Na ongeveer twee minuten werd het weer rustig en Sirius zei: "Peter, je bent een tovenaar. Pak je toverstok en je zweeft de spin zo het raam uit. Tenzij je wilt zeggen dat je de zweefspreuk nog steeds niet onder controle hebt..."

Na een paar pogingen had Peter de spin eindelijk het raam uit gekregen en durfde hij weer zijn bed in. Nadat Lily ons tijdens het ontbijt uitgebreid over Disneyfilms had verteld pakten we onze spullen in.

Alles was ingepakt, behalve mijn schaakset. Ik staarde een paar seconden naar de set in mijn handen en kwam toen tot een besluit.

"Wie denkt mij te kunnen verslaan in een potje tovenaarsschaak?" vroeg ik.

"Waar spelen we om?" vroeg Peter.

"Even denken. Wat dacht je van 5 chocoladekikkers?"

"Jij altijd met je chocola. Goed, we doen het."

We liepen de slaapzaal uit en gingen in de leerlingenkamer om de tafel zitten. Na een korte tijd stond er een heel groepje leerlingen te kijken.

"Waarom slaan ze elkaar stuk? Bij gewoon schaak pak je gewoon wat je geslagen hebt." vertelde Lily.

"Maar dit is geen gewoon schaak." antwoordde Nell.

"Hoe kun je het spel dan nog een keer gebruiken?" vroeg een meisje genaamd Mary Mcdonald.

Sirius zuchtte geïrriteerd. "Wat dacht je van magie? Heb je daar ooit van gehoord?"
Mary Mcdonald liet haar hoofd zakken. Daar had ze duidelijk niet goed over nagedacht.

"Ik heb nooit leren schaken. Misschien kunnen jullie het me leren in de trein morgen." zei Lily.

"Doen we." antwoordde ik, terwijl ik een van de vijf chocokikkers die ik net gewonnen had in mijn mond stak.

Die ochtend in de trein begonnen we gelijk. Ik klapte de tafel omhoog en zetten het schaakbord op. Na het spel te hebben uitgelegd, begonnen we te spelen. Ik, wie normaal van iedereen won, had haar natuurlijk in no-time verslagen.

"Wacht maar tot we Monopoly spelen. Dat win je nooit van me!" zei ze.

"Dreuzelspel?"

"Yep. Ik neem het na de vakantie mee. Ik zal nog wel wat spellen meenemen, dan hebben we wat te doen."

Sirius' P.O.V.

Ik kon me de hele treinreis nauwelijks ergens op concentreren. Zouden mijn ouders op het station op me wachten? Had ik niet beter op school kunnen blijven? Wat als mijn ouders niet willen dat ik met ze mee ga? Wat dan?

James staarde me een paar seconden aan en vroeg toen: "Wat heb je aan je hoofd?" en voegde er snel aan toe: "Behalve je neus en alles."

"Ik vroeg me gewoon af... Wat als ik straks daar op het perron sta, maar ik mag niet mee van mijn ouders? Dat ze alleen gekomen zijn voor de rest van de familie?"

"Als je niet met je familie mee wilt of mag, dan ga je toch gewoon met mij mee? Dat vinden mijn ouders vast niet erg."

Ik glimlachte. Als dat van James' ouders zou mogen, zou ik niet eens naar mijn eigen familie zoeken.

Eenmaal op het station aangekomen haalden we onze koffers van het rek en gingen zo snel mogelijk de trein uit, voor het te druk werd bij de deuren. James sleurde me gelijk achter zich aan naar zijn moeder.

"Mam, kan Sirius in de vakantie bij ons blijven?" vroeg hij gelijk.

"Word ik niet eens begroet? Tss." lachte ze spottend.

"Mag het?"

Ze draaide zich nu naar mij. "Wil je niet met je eigen ouders mee dan?"

"Liever niet, mevrouw Potter," antwoordde ik, "En ik ga er vanuit dat zij mij ook liever niet willen dat ik met ze mee ga. Ik ben een Zwarts, en ik zit in Griffoendor. Ze vinden het verraad."

Ze keek me even onderzoekend aan. "Ga naar je ouders en zeg dat je je vakantie bij ons doorbrengt. We wachten hier op je."

"Bedankt, mevrouw Potter," zei ik blij, en ik rende richting mijn ouders. Dit zou leuk worden.

Redheaded Muggleborn: my life at HogwartsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu