Hoofdstuk 3

83 7 0
                                    

P.O.V. Nova
Het is zaterdagmiddag vier uur. Even kijken. Kleren, fietssleutels, tandenborstel, jas, schoenen... Ik denk dat ik nu alles wel heb. Ik rits mijn tas dicht. Ik ben nu eigenlijk wel een beetje gespannen. Vanavond gaat het gebeuren. Wat nou als mijn moeder me door heeft? Nee, niet aan denken. Even kijken of alles klaar ligt. Ik heb de sleutel van mijn kamer, kussens, mijn raam staat op een kier, ik heb touw, en mijn fiets staat klaar onder mijn raam. Wat kan er fout gaan? Ik zucht een keer diep, en kijk naar de klok. Kwart over vier. Nog even wachten. Dan begin ik maar alvast aan mijn huiswerk...

Het is half acht. Ik loop naar beneden. Mam en pap zitten allebei op de bank tv te kijken. "Mam pap ik ga naar bed, ik voel me ineens niet zo lekker." Zeg ik. Mijn hart klopt in mijn keel. Ik lieg zelden tegen mijn ouders. "Oh liefje, heb je koorts?" Vraagt mijn moeder. "Nee, ik denk het niet." Antwoord ik. Ik wil niet dat ze denken dat ik ziek ben morgen. "Oh oké, als je iets nodig hebt zeg je het maar hé?" Zegt mijn moeder. "Ja zal ik doen." Antwoord ik, en ik loop naar boven toe. Yes, dat is in ieder geval gelukt. Als ik op mijn kamer ben trek ik mijn jas en schoenen aan. Ik loop naar de wc en trek hem door, dat laat het echter overkomen voor mijn ouders. Ik loop terug naar mijn kamer en draai mijn kamerdeur op slot. Ik stop de kussens onder mijn dekbed, voor als mijn moeder het toch voor elkaar krijgt om 's nachts binnen te komen. Ik pak mijn tas en het touw dat ik klaargelegd had. Ik haak het achter mijn raam, en kijk naar beneden. Oh mijn god, dit is hoger dan ik had verwacht. Maar ik kan nu niet meer terug. Ik laat me langzaam zakken tot ik bij de grond ben. Gelukkig heb ik de grond levend bereikt. Ik pak de steen die ik aan het uiteinde van het touw heb gebonden. Nu maar hopen dat dit goed gaat, anders ben ik er meteen bij. Ik ga recht voor mijn raam staan, en gooi de steen via het kiertje waar het raam op staat naar binnen. Ik sta vol spanning te luisteren waar de steen zal landen. Yes! Ik hoor niets, dus is de steen op mijn bed beland. Ik voel in mijn jaszak naar mijn fietssleutels. Als ik ze voel haal ik ze er uit, en doe ze in mijn fietsslot. Ik stap op mijn fiets en rij weg. Gelukkig is het maar vijf minuten fietsen naar Jesse toe.

Als ik aankom wordt ik hartelijk ontvangen. Ik kom binnen en ik leg mijn spullen op Jesse zijn kamer. We hebben deze avond veel gedaan. We hebben gewoon gekletst, een spelletje pesten gespeeld, en Jesse heeft me zelfs geleerd de shuffle te doen. Het was hilarisch! Ik ben zeker vijf keer gevallen. Inmiddels liggen we samen in bed naar een film te kijken. We kijken Grease, maar eerlijk gezegd krijg ik er niet veel van mee. Het enige wat mijn aandacht trekt is hem. Zijn mooie ogen, zijn mooie lichaam en zijn betoverende lach. Hij kijkt naar me. Ow shit! Hij kijkt naar me! Nu pas merk ik op dat ik al die tijd naar hem heb zitten staren. Er ontstaat een grijns op zijn gezicht. Ooh... Dit is gênant. Ik lach verlegen en kijk weg. Als ik mijn hoofd terug draai kijkt hij nog steeds naar me. Ik voel dat ik ga blozen. Kom op, waarom nu?! Maar dan zie ik dat zijn gezicht langzaam dichterbij komt. Het dringt nog niet helemaal door wat er nu aan het gebeuren is, maar ik laat me meeslepen door het moment. Ik doe mijn ogen dicht, en voel de vlinders rondfladderen in mijn buik. Maar opeens voel ik me ontzettend duizelig. Wat gebeurt er? Ik grijp met mijn handen naar mijn hoofd. "Gaat het?" Hoor ik Jesse met een bezorgde stem zeggen. "Ja het gaat wel, alleen ben ik ineens heel duizelig, en ik voel hele pijnlijke steken in mijn hoofd." Zeg ik. "Wacht maar, ik haal wel even een paracetamol." Zegt Jesse, en hij loopt de kamer uit. En dat was het moment waar het allemaal fout ging...

Het geheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu