WCKD

187 14 4
                                    

Hierbij presenteer ik u: het eerste hoofdstuk! :-D veel leesplezier!

-------------------------------------------


Mijn hoofd bonkt, maar de drang om mijn ogen open te doen en te zien waar ik ben is groter dan de pijn in mijn hoofd. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en probeer zo geniepig mogelijk rond te kijken. Er brandt rondom mij een blauwachtig kunstmatig licht en het lijkt alsof ik in een ziekenhuiskamer ben. Overal piepen machines en alles ziet er steriel uit. Blijkbaar lig ik op een bed en als ik wil opstaan, merk ik dat ik vastgebonden ben. Ik trek hard aan de boeien, maar verwond daarbij mijn polsen. "Laat me los! Laat me eruit!", roep ik hysterisch. Ik probeer een weg te banen uit mijn gevangen staat, maar ik kan geen kant meer uit.

Plots komt er een man in een witte doktersjas mijn kamer binnengelopen. "Rustig aan Neila, alles is oké! Je bent veilig nu..." Het duurt even voordat ik gekalmeerd ben en dan kijk ik de man in zijn ogen. "Wie ben jij weer? Je komt me zo bekend voor?" De man glimlacht. "Komaan Neila, ken je me niet meer? Ik ben Thomas' vader. Je schoonvader..." Deze grap kan ik nu niet hebben en ik draai me weg van hem. Maar dan moet ik denken aan Thomas. "Waar is Thomas? Is hij oké? Ik wil hem zien! NU!" Ik ben helemaal gespannen en probeer me weer los te wrikken uit mijn boeien. "Neila, wees nu eens kalm! Als je kalm blijft, breng ik je zo snel mogelijk naar je vrienden." Ik kijk hem met geknepen ogen aan en leg me dan verslagen in bed. "Oké, flink. Ik ga je nu losmaken, dan geef ik je propere kledij en daarna mag je naar je vrienden. Blijf gewoon rustig..." Ik ga me niet rustig voelen totdat ik terug bij mijn vrienden ben, maar ik zwijg gewoon. Thomas' vader doet mijn boeien los en geeft me een hoopje versgewassen kledij. "Er staat een bewaker buiten de deur. Als je klaar bent, kom je maar naar buiten en leidt die bewaker je naar je vrienden. Tot snel Neila..."

En dan loopt hij de deur uit. Ik stap dan maar uit bed en kleed me aan. Het is een bruine losse broek en een blauw T-shirt met lange mouwen. Dan bruine dikke sokken en sneakers. Ik doe mijn blonde lokken in een staart met een elastiekje dat ik vind in mijn broekzak. Ik adem eens diep in en uit.

Dan loop ik naar de deur en zie een grote gespierde bewaker naar mij kijken. Hij is volledig gepantserd en draagt een groot geweer. "Klaar?", zegt hij nors. Ik knik en volg hem doorheen lange gangen. Terwijl ik voor hem op loop - ik voel zijn geweer in de buurt van mijn rug hangen - kijk ik rond. Ik zie goed vergrendelde deuren, maar ook ramen met daarachter een netwerk van computers.

Maar dan kijk ik door een raam en zie plots Thomas aan een tafel zitten met nog andere jongens en meisjes. Ik versnel mijn tred en als de bewaker de deur naar de zaal waar Thomas is, opent, ren ik als een gek in zijn armen. "Oh Neila, ik was zo bang dat er iets met je gebeurd was! Ik hou van je!", roept hij en hij kust me passioneel op mijn mond. Ik kan Thomas gewoon niet loslaten.

Plotseling tikt er iemand op mijn rug. Ik laat Thomas los en draai me om naar de 'rugtikker'. Mijn ogen staan groot van verbazing als ik zie dat het Newt is! "Oh broertje, ik ben zo blij je te zien!" Ik omhels hem en geef hem een kus op zijn wang. "Waar is de rest?", vraag ik, "En wie zijn al die andere mensen?"

"Ga even zitten en eet eerst wat, Neila", zegt Newt en hij wijst naar een tafel. Ik ga tussen Newt en Thomas zitten en leg mijn hand in die van Thomas. Tegenover mij zitten Minho, Alby en een jongen die ik niet ken. "Minho, Alby, jullie hebben het nog gehaald! Ik wist wel dat jullie het konden! Waar zijn Chuck, Winston en Wok?" Ik merk dat iedereen naar zijn bord met eten kijkt en sommigen laten een kuchje. "Jongens, wat is er?"

"Neila, beloof dat je kalm gaat blijven, maar zij zijn dood..." Ik sta met mijn mond vol tanden. "W-wat? Hoe k-kan dat?", stotter ik terwijl ik tranen voel opkomen. Ik trek mijn hand los uit Thomas' hand en bedek mijn ogen. Newt legt zijn hand op mijn schouder en zegt zachtjes: "Blijkbaar zijn ze nog gedood in het gevecht tegen de Grievers. Winston heeft het nog tot hier gehaald, maar is toen gestorven aan zijn verwondingen. We missen hen ook heel erg..."

Ik wrijf de tranen uit mijn ogen en leg mijn hoofd op de schouder van Thomas. "Maar we zijn nu tenminste veilig niet?"

De jongen die ik niet ken, kucht luid. Ik kijk hem boos aan, sta recht uit mijn stoel en zeg: "Wat kuch jij nou zo?"

"Neila, het is oké, hij is oké. Zijn naam is Aris. Hij heeft in een soortgelijk labyrint gezeten, maar dan met alleen meisjes. Die meiden daar aan tafel zijn de enigen die met hem hier geraakt zijn.", zegt Alby ter geruststelling. Ik draai me om en kijk naar waar Alby wijst. De meisjes zitten te lachen om elkaars grapjes en af en toe knipoogt er eentje naar Aris. Ik laat me weer rustig in mijn stoel zakken en eet het eten wat om mijn bord ligt. Er liggen wat aardappelen, broccoli en een worstje op. Ik eet alsof ik in dagen geen fatsoenlijk eten meer heb gehad. Wat eigenlijk ook zo is, want ik weet niet hoe lang ik bewusteloos ben geweest.

Plots komt Thomas' vader terug binnen. "Goedenavond allemaal! Het is weer tijd om mensen weg te sturen naar de veilige plaats! Zijn jullie er klaar voor?" Ik leun in naar Thomas. "Wat is je vader van plan?"

"Dat kan me totaal niet schelen eigenlijk. Zo'n gek als hij is mijn vader niet meer. Maar het blijkt dat hij namen gaat afroepen en die worden met een helikopter naar een veiligere plek gebracht. Er kunnen er elke avond maar vijf mee."

Thomas' vader gaat verder: "Iedereen klaar? De vijf uitverkorenen zijn... Melissa, Tanti, Brody, Michalka en Saraia. Dat was het voor vandaag. De uitverkorenen mogen de bewakers volgen en de rest... jullie mogen gaan slapen." Dan verdwijnt hij weer en laat hij de deur voor iedereen open.

Ik stap op, neem afscheid van Aris en volg Thomas en de rest naar hun slaapzaal. Als ik die ook wil binnenlopen, word ik tegengehouden door een ietwat dikkere bewaker. "Jij slaapt ergens anders meissie."

"Geen denken aan!", roep ik luid, "Ik ga nergens anders heen. Ik blijf bij mijn vrienden!" Er ontstaat veel tumult. Dan komt Thomas' vader aangerend. "Wat is het probleem hier?", zegt hij geïrriteerd. "Ik wil bij mijn vrienden in de slaapzaal slapen en ik verzet geen voet totdat dat gebeurt." Hij zucht en wrijft over zijn neusbrug. "Het is al goed, doe wat je niet laten kunt, ik heb hier geen zin in. Morgen wacht jullie toch een belangrijke dag..." Zo snel als hij hier was, zo snel is hij weer weg. De bewaker duwt me boos en verslagen de slaapzaal in en doet de deur ervan op slot.

Ik zet me dan maar op het bed waar Thomas ligt en wurm me in zijn armen. Ik voel nu pas hoe hard ik zijn geborgenheid gemist heb.

De anderen vallen al snel in slaap, maar ik kan de slaap gewoon niet vatten. Ik wurm heel vaak waardoor Thomas wakker wordt. "Gaat het niet Neila?", vraagt hij met een slaapstem. "Niet echt. Ik voel gewoon dat er iets niet klopt hier."

"Ik snap wat je bedoelt. Dat mijn vader, die mijn vader niet meer is, hier rondloopt en doet alsof ik nog steeds een experiment ben, hangt me de keel uit. Wie doet zijn eigen zoon nu zoiets aan?"

"Geen idee, hij dus wel. Ach, kop op. Wij zijn samen en dat, als ik even egoïstisch mag zijn, vind ik het belangrijkste op dit moment. Ik hou van je Thomas en dat gaat nooit veranderen..." Ik leun naar hem toe en kus hem meermaals in zijn nek. Dan kust Thomas me op de mond en onze tongen voeren de dans der liefde. "Als we op dit moment alleen waren, zou ik zo hard seks met je willen...", fluister hij in mijn oor en hij bijt er zachtjes in. Dan lachen we allebei en kruipen we dieper onder de lakens.

Ik val in Thomas' armen als een blok in slaap.

---------------------------------------------

Wat vonden jullie ervan? Kijken jullie uit naar de verdere 'avonturen' van Neila en co.? REAGEER!!

Kus Ofie_x


The Scorch SisterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu