"Psst... Psst!"
Ik schrik wakker en kijk rond.
"Psst!"
Nu hoor ik het opnieuw! Ik stap stilletjes uit mijn bed zonder Thomas wakker te maken. Ik laat mijn ogen aan het donker aanpassen en dan merk ik een donkere figuur in de hoek van de kamer op. Ik sluip er naartoe en de figuur komt ook net mijn kant op. Ik wil net gillen van de schrik, als de figuur een hand op mijn mond legt.
En dan zie ik wie de plotse verschijning is: Aris! "Aris, wat doe jij in onze slaapzaal?", fluister ik hem toe. Alby laat een luide knor horen en we schrikken even op. Dan vervolgt Aris zijn verhaal: "Ik kom jullie waarschuwen. Ik heb een gesprek opgevangen tussen Thomas' vader en enkele mensen en blijkbaar willen ze jullie verbannen naar de buitenwereld..." Ik kijk Aris niet-begrijpend aan. "Wat bedoel je?"
"Ze gaan jullie naar buiten brengen. Buiten, waar de aarde verwoest is door de zon en niemand kan overleven. Ze willen jullie dood!!!" Dat laatste woord kwam er veel te luid uit en plots gaat het licht aan. Iedereen wordt wakker. "Wat is hier aan de hand?", roept Minho doorheen de kamer. "Wat doet Aris hier?", vraagt Newt.
Voordat iemand van ons twee ook maar kan antwoorden, hoor ik het slot van onze deur rammelen. De zware deur gaat met een zwiep open en er verschijnen zes gespierde bewakers in de deuropening, op de voet gevolgd door... Thomas' vader. Iedereen staat aan de grond genageld.
Toch durft Thomas te vragen: "Wat is hier aan de hand? We lagen te slapen verdomme!"
"Ik zou maar een toontje lager zingen als ik jou was, meneer!", zegt hij en hij geeft Thomas een tik op zijn borst. Beschermend als ik ben, ga ik naar Thomas toe en ga voor hem staan. Ik kijk zijn vader doods in de ogen. Oh als blikken konden doden... "Oh, kijk eens aan. Heb je nu al een beschermengeltje gevonden? Ach wat maakt het uit. Gooi ze buiten!"
Thomas' vader verdwijnt, maar de bewakers komen onze kant op. Ze grijpen iedereen hardhandig vast. Ik probeer me los te rukken, maar de bewakers zijn veel te sterk. Ik gil de longen uit mijn lijf, maar dat baat niks. Ze nemen ons mee naar het magazijn waar alle helikopters gestald staan.
Plots gaat de grote poort open en komt er een vlaag wind en zand binnen. Ik wil mijn ogen bedekken, maar kan het niet omdat de bewakers mijn handen in een houdgreep hebben. In de verte hoor ik Newt kreunen dat hij zand in zijn ogen heeft. Als de poort helemaal open is, gooien de bewakers ons in het zand.
We hebben nog steeds touwen rond onze polsen en één van de bewakers gooit nog een mes en zes rugzakken in onze richting en dan gaat de poort met een hoge snelheid terug dicht.
BAM.
En dan zijn we afgesloten van WCKD en van alles.
De wind waait rond onze oren en zand vliegt in alles wat er open is aan mijn lichaam: mijn ogen, mijn oren, alles. "Wat moeten we doen?", hoor ik Alby luid roepen. "Ik heb een idee!", beantwoordt Newt hem. Hij neemt het mes met zijn geboeide handen en probeert het touw los te snijden. Het duurt eventjes, maar dan gooit hij zijn vrije handen de licht in. "Gelukt!", roept hij blij. We lachen allemaal, maar kuchen dan het zand uit. Wat een triestige bedoening.
Eén voor één snijdt Newt de touwen rond ieders pols los. Ik neem één van de rugzakken van de grond en kijk erin. Er zit een fles water, wat gedroogd vlees en een mes in. "Oké, wat is de bedoeling?", vraag ik. "Geen idee eigenlijk...", zegt Aris me. Iedereen kijkt rond en probeert een oplossing te bedenken. Thomas komt naar me toe en neemt me in zijn armen. Hij kust me zachtjes op mijn voorhoofd en kijkt hoopvol naar de lucht. De harde wind is intussen gaan liggen en nu zien we pas waar we precies zijn. Achter ons ligt het WCKD-gebouw, maar als ik me omdraai strekt zich een enorme vlakte van woestijn voor ons uit. Af en toe zie ik restanten van gebouwen liggen in het zand en in de verte torent een gebergte boven dit alles uit.
Plots roept Minho: "Ik heb een idee! Als we nu deze woestijn oversteken, kunnen we naar de bergen gaan. Daar moet iets zijn!" Ik weet niet zeker of ik deze woestijn wel wil oversteken met het wispelturige weer, maar we hebben geen andere keus. Terug naar WCKD is al geen optie. "Oké, ik ga mee!", zeg ik tegen Minho en ik ruk me los uit Thomas' omhelzing. "Is dat wel zo'n goed idee?", vraagt Thomas. "We hebben geen andere keus, Thomas. We kunnen nergens anders heen.", zegt Minho tegen Thomas. "Heb jij een beter plan dan?", voegt Alby eraan toe. Thomas kijkt terneergeslagen naar zijn voeten. "Oké. Ik ga als iedereen gaat." Minho, Newt, Aris, Alby en ik lopen richting de bergen en ik zie dat Thomas volgt.
"Waarom ben je zo tegen Minho's plan?", fluister ik in zijn oor. We lopen als laatsten van de groep en Minho loopt natuurlijk voorop. "Ik ben er niet tegen, want ik weet dat er geen andere optie is. Maar ik wil gewoon dat iedereen veilig is..." Hij slaakt een diepe zucht en slaat zijn rechterarm om mij heen.
Ondertussen begint het donker te worden en komt de gure wind ook weer op. "Moeten we niet eens onderdak zoeken voor de nacht?", vraagt Newt terwijl hij zich omdraait naar de groep. Alby kijkt naar de lucht en knikt. "Misschien is dat inderdaad een goed idee. Laten we in één van de kapotte gebouwen overnachten en dan weer verdergaan. Is dat oké voor iedereen?" We knikken en volgen Alby naar een oud gebouw dat omver ligt. Ik denk dat het een groot gebouw was, maar nu is enkel de top nog te zien. De rest ligt verstopt onder het oranjekleurige zand.
Alby stopt voor een groot gat dat leidt naar de binnenkant van wat er nog over is van het gebouw. "Iedereen klaar?", vraagt hij en zijn ogen glimlachen ons toe. Eén voor één stappen we in het gat.
En dan merken we dat we ons toch miskeken hebben...
-------------------------------
Wat zou er gebeuren? REAGEER!
Wat vinden jullie nog steeds van de personages? En van Neila en Thomas als koppel? ;-) REAGEER!
Kus Ofie_x
JE LEEST
The Scorch Sister
FanfictionNadat een select groepje het labyrint overleefd heeft, belanden ze op een plek die veilig zou moeten zijn. Maar veilig voor wie of wat? Alles is anders en het overgebleven groepje trekt de dingen in twijfel. Want is alles wel wat het lijkt? ...