3.

43 6 0
                                    


Pov. Emma

De koude wind lijkt recht door mijn kleding heen te kunnen. Ik ril terwijl ik het steegje naast het cafeetje in loop. Ik ga tegen de muur staan en denk na. Wat kan er nou zo erg zijn dat Hannah het niet wil vertellen? Ik heb haar alles verteld: de dood van mijn oma, mijn zieke tante, mijn eigen ziekenhuistijd, mijn eerste vriendje...  Door het raam zie ik Hannah zitten. Ze kijkt me aan. Haar lippen bewegen, maar er komt geen geluid uit. Ik denk dat ze vraagt of ik weer naar binnen kom. Ik steek 3 vingers op. Mijn mond zegt geluidloos 3 minuten.
Ik denk weer terug aan het moment van net. Ik heb altijd al detective willen zijn. Wat gebeurt er bij haar thuis? Ik heb wel degelijk iets gehoord, maar dat was onverstaanbaar gemompel van haar moeder. Waarom vertrouwt ze me niet? Ik kan goed geheimen houden. Opeens komt de gedachte in me op dat ik haar al zoveel verteld hebt, maar zij mij weinig. Ik kijk naar mijn handen. Ik heb het gevoel alsof mijn hoofd rood wordt. Zíj heeft mij niks verteld. Ik haar wel. Hoe kon ik hier niet nog eerder over nagedacht hebben?

Mijn gedachten worden ruw gestoord door een wit busje dat stopt voor het steegje waar ik zit. Twee jongens stappen uit. Een jongen heeft blond haar, en is redelijk fors gebouwd. De ander heeft bruin haar, en ziet er slank uit. Ze lopen naar elkaar toe. De forse jongen met de blonde haren heeft een kaart vast waar hij plaatsen op wijst. De andere jongen wijst een andere plaats aan. 'We moesten hier links af slaan! Nu zijn we alleen maar rondjes aan het rijden!' zegt de jongen met de bruine haren. 'Nee, Jake, we moeten hier rechtdoor, zo komen we bij de snelweg,'. De jongen die blijkbaar Jake heet kijk de andere jongen geïrriteerd aan. 'Fynn, zo komen we er niet. De snelle route is de andere kant op,'. Jake krijgt mij in de gaten. Hij zegt vrolijk: 'Daar zit een meisje, die kan ons misschien helpen!'. Mompelend vervolgt hij: 'En ze kan ook bewijzen dat ik gelijk heb...'. Fynn slaat hem en ze lopen naar mij toe. Ik sta op en trek mijn jas recht. 'Hoi, kan jij ons helpen? We zoeken de snelste weg naar Franeker,'. Jake gaat naast me staan en geeft me de kaart. 'Kan je het aanwijzen?'. Fynn komt aan de andere kant staan, en ze klemmen mij tussen zich vast. Ik wijs de route aan, links over de rotonde, rechtdoor, rechtsaf, en dan was je op de snelweg naar Franeker. Fynn knikt. 'Dank je' zegt hij zacht. Jake kijkt schichtig om zich heen. Jake en Fynn zijn nog steeds naast mij. Fynn legt zijn hand op mijn mond. Jake fluistert 'Werk mee, anders wordt het moeilijk voor je'. Ze schuifelen naar de achterbak van het busje. Ik ben verbijsterd over wat er gebeurt. Opeens denk ik: ze gaan mij ontvoeren. Ik begin wild met mijn benen te schoppen en te gillen, waardoor Fynn zijn hand harder tegen me aan drukt. Jake pakt mijn harden ruwer vast en drukt ze tegen mijn rug. Mijn enige 'wapen' dat ik over had waren mijn benen. Ik probeer tegen Fynn's scheen te trappen. Hij was echter sneller dan ik, waardoor ik compleet miste. Ik schreeuw, maar Fynn's hand blokkeert het geluid. Ik schop alle kanten op. We zijn aangekomen bij de achterbak van het busje. Ik verzet me door mijn voeten te klemmen onder de wagen. Het werkt niet en ik val. 'EMMA!' roept Hannah. Ze rent uit het café en springt op de rug van Fynn. 'Laat haar gaan!!'. 

Pov Hannah.

Ik zat binnen toen ik zag dat een busje stopte, en dat de twee jongens naar haar toe liepen. Ik zag dat ze haar vastpakten en haar naar het busje duwden. Ik rende naar buiten, en sprong op de rug van een forse, blonde jongen. En daar zit ik nu...

'EMMA!' gil ik zo hard als ik kan. 'Laat haar gaan' roep ik tegen de jongens. Ik trek aan de haren van de blonde jongen. De bruine jongen heeft Emma in de wagen geduwd. Ze probeert te ontsnappen, maar hij heeft haar handen vast op haar rug. Ik was één moment afgeleid door Emma, waardoor de blonde jongen mij van zijn rug af gooide. 'Nu heb je ons gezien, dus jij moet ook mee'. Hij pakt mij op en gooit me over zijn schouder. Ik sla op zijn rug maar het heeft geen effect. Het verbaast me dat niemand uit het café komt helpen. De jongen met de bruine haren grijnst gemeen en duwt Emma keihard tegen de ijzeren binnenkant van de wagen. Ze stoot haar hoofd hard en het ziet er naar uit dat ze bewusteloos is. Ze valt als een lappenpop op de grond. Ik blijf maar slaan en schoppen om te proberen ze uit te schakelen. Maar voor ik het weet wordt ook ik in de wagen geduwd.
'Slaap lekker' zegt de jongen op wiens rug ik net nog zat. Een vreselijke pijn en alles werd zwart.

-Writers note: sorry, mijn stukjes zijn niet zo lang ... -


Hopeloos VerlorenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu