Hoofdstuk vierentwintig

310 13 0
                                    

Hoofdstuk 24

Ze kwam van achter één van de bomen uit. De bolhoed recht op haar hoofd en een sluwe grijns op haar gezicht. 'Lang geleden, Belle' zei ze. 'Susan' gromde ik. Ze lachte kort en schel. 'Waarom doodde je mij niet? Waarom Mary?' Ze trok een wenkbrauw op. 'Dat zou te makkelijk zijn, liefje.' Ik liep op haar af. Zij bleef koppig staan. 'Doe het dan' zei ik, 'vermoord me. Nu. Laat het voor eens en altijd eindigen.' Ze deed een stap achteruit. 'Dat kan ik helaas nog niet doen.' Ik voelde een frons bij mezelf opkomen. 'Hoe wist je dat ik het was?' vroeg ze na een tijdje. 'Ik zag die vuile paarse ogen van je.' Ze wendde haar blik af en keek dan terug naar mij. Indringender dan eerst. Ik kan bijna voelen hoe ze in mijn hoofd drong. Beschermend stak ik een hand voor me uit en schoot een lichtstraal af, maar nog voor die haar bereikte, sloot ze de bal in in een schaduw en doofde hem. 'Mooi geprobeerd, Belle.' Ze lachte. 'Waarom ben je hier?' vroeg ik haar. 'Hmm... ik wou zien hoe jij lijd.' De frons in mijn voorhoofd werd nog dieper. 'Pas wel op dat je geen rimpels krijgt, schat. Dat staat niet mooi als je in een kist ligt.' Met nog een lach vol krankzinnigheid liep ze achterwaarts terug naar de bomen en spatte daar dan uiteen in een schaduw.

Het was woensdag, ik had de namiddag vrij en een opdracht voor Geschiedkunde dus trok ik naar de bieb. We moesten de oorsprong van onze soort achterhalen. Al de bureaus en stoelen in de bibliotheek waren bezet dus ik grabbelde de nodige boeken bijeen en zette me naast een van de boekenkasten. Ik stapelde de boeken om me heen en ging in kleermakerszit in het midden zitten. Als eerste pakte ik het boek: "Dark Angels, een duistere geschiedenis". Het was een bordeaux-zwart boek met gescheurde randen en een grauw uiterlijk. Ik begon te lezen:

"... en wanneer Caesar gezworen had Marie Lou te wreken, scheurde hij zijn vleugels af. Hij onderging intense pijnen omdat de vleugels altijd terug groeiden en hij ze dan ook telkens weer moest uittrekken. Er ontstond een nieuw ras, de Dark Angels. Ze kunnen beter omschreven worden als vleugelloze engelen, maar de meesten noemen hen liever Gevallen engelen. Waarom gevallen? Omdat ze niet meer in de hemel komen misschien? Gevallen engelen is dan ook een term die de Guardians gebruiken. Na Caesar volgden velen zijn voorbeeld en scheurden ook hun vleugels af. Ze worden gekenmerkt door hun zwarte kledij en gotische uiterlijk wat symbool staat voor het lijden van Caesar. De populatie Darks groeide snel en al gauw waren ze sterker dan ooit..."

Ik klapte het boek dicht en las de auteur. Flor Richerds. Hij was oudere broer van Socrato en Deadrick geloof ik. Gauw verruilde ik het boek voor een goud omlijst, wit boek en sloeg hem open:

"Roderick, de grote stichter van de Guardians. Hoe? Wanneer? Het begon allemaal toen zijn broer Marie Lou vermoordde. Roderick schonk hem vergiffenis maar zijn broer Caesar moest daar niets van weten. Hij verjaagde Roderick, alsof het zijn schuld was. Dus Roderick keerde terug naar de hemel. Na een tijd kreeg hij in de smiezen dat Caesar niet stil had gezeten en een heus leger had opgezet van zijn eigen nieuwe soort, dus Roderick kon niet langer aan de kant blijven zitten. Hij omhulde zichzelf met goud en trainde erg op de krachten van het licht en andere magie. Zo werd het ras geboren dat we nu de Guardian angels noemen..."

Wat een larie! Wie heeft dit geschreven? Ik sloeg het boek dicht. Bernard Leeuwenhart. Oh hij... De beroemde - Guardian - geschiedschrijver. Ja, natuurlijk. Hoe kon het anders? Ik nam nog meerdere boeken door maar het was steeds hetzelfde. De boeken over de Darks waren steeds geschreven door een Dark en die van de Guardians ook steeds door een Guardian dus ze werden beiden verheerlijkt alsof ze niets verkeerd hadden gedaan. Ik wilde de opdracht zo juist mogelijk maken en de waarheid opschrijven, maar dan zou ik een onvoldoende krijgen. Historisch niet correct en die dingen... Ik had Centenarian het dagboek van mijn oma kunnen laten zien als het nu niet bij Roderick was. Na een diepe zucht raapte ik de opgestapelde boeken rond me bij elkaar en legde ze terug waar ze hoorden. Wanneer ik de gang op liep, zag ik Ralf bij Will staan. Ik voelde een onaangenaam gevoel bij me opkomen en liep snel door naar de hal. Ik keek niet bepaald uit naar Gavebeheersing aangezien ik dan Will onder ogen moest komen. Ik was niet alleen ongelofelijk kwaad, hij zou nu ondertussen ook wel weten van Ralf dat ik hem ook bedrogen heb.

'Wat doet Sophie hier?' vroeg Victoria aan mij toen we gingen zitten op de plastic stoelen van de arena. Lee liep net het lokaal binnen en legde ons het zwijgen op. Sophie nam plaats bij Will die een eindje verderop zat te mokken. 'Goed' zei Lee terwijl hij zijn handen tegen elkaar klapte, 'welkom opnieuw bij de les Gavebeheersing. Jullie hebben Sophie vast al opgemerkt.' Hij wees even naar haar. 'Ze komt zich bij ons voegen met haar gave en die is?' Hij keek - misschien zelfs een beetje trots - naar Sophie die het woord nam: 'het is een eh... soort van accu' ze glimlachte verlegen, 'ik neem energie op en kan ze ook weer afgeven aan een persoon of ding.' Hij knikte goedkeurend en opende de hekjes van de arena. 'Laat nou maar eens zien wat jullie kunnen.' We namen allen onze vaste plekken in. Ik moest opschuiven omdat Sophie ook een plekje nodig had. Lee had weer een zwijn voor me geregeld maar ik kon me er niet echt op concentreren. Mijn aandacht werd steeds getrokken door Lee en Sophie die aldoor aan het lachen waren. Lee die alleen maar oog had voor Sophie en niet omkeek naar Victoria die al een kwartier haar hand in de lucht had. Gefrustreerd balde ik mijn handen tot vuisten en voelde een rare soort elektriciteit door mijn handpalmen stromen. Wanneer ik me naar Sophie draaide, verloor ik mijn zelfcontrole. Ik vuurde dat rare elektriciteitsding op haar af waardoor ze verstijfd bleef staan. Ik liep op haar af en duwde haar op de grond. 'Jij slet!' schreeuwde ik. Lee pakte mijn schouder maar ik schudde hem eraf. Ik schopte Sophie en nog eens en nog eens. Tot Lee luid: GENOEG!' riep en me wegduwde. Hij hurkte bij Sophie neer en ik kwam,weer bij positieven. Ik had haar helemaal bont en blauw geschopt. Het rare aan mijn verlammingsgave is dat ze niet echt verlamd. Ze stopte gewoon je vermogen tot bewegen maar stelt je wel nog in staar alles te voelen. Ik keek verbouwereerd toe hoe ik Sophie had toegetakeld. Ik was er niet trots op. 'Laat me helpen' zei ik toen ik naar hen toe liep, maar Lee keek woedend om en schreeuwde: 'Verdwijn! Ik wil je nu even niet zien, Ellis!' Ik liep naar de deur. 'Loop ook nog even langs bij de directeur' zei Lee kil wanneer hij Sophie optilde.

Littekens - De Mystieke Wezens Hogeschool I *EDITING STOPPED*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu