Hoofdstuk negenentwintig

303 20 4
                                    

Luister zeker het liedje hiernaast en bekijk de foto maar eens goed ;D Ik heb Lee gebaseerd op Robert Downey Jr. (omdat RDJ cool is enzo + als RDJ er niet was geweest had dit verhaal er trouwens heel anders uitgezien xd) en op de foto staat hij er een beetje zoals ik hem hier heb laten verschijnen. Enjoy!

-----------------------------------------------

Hoofdstuk 29

Ik strompelde het gangpad op, die hoofdpijn speelde me nog steeds erg parten, en keek Susan recht in haar paarse ogen. Mijn blik gleed naar Ralf. Ik kon nu zien dat zijn hand doorboort werd door een kandelaar. De kandelaars hier in de MWH droegen vooral kaarsen en hadden dus een lange pin om een kaars op te bevestigen. Toen ik naar William keek, had ik de indruk dat de touwen die om hem heen gewikkeld waren, niet zomaar touwen waren. Ze waren vast behekst door Susan want elke keer als hij bewoog, leken de touwen zich strakker om hem heen te wikkelen. Dan hadden we nog Calla. Wat deed zij hier? 'Wat moet je, Susan?' vroeg ik kortaf. Ze grijnsde vals naar me en ging een trapje lager staan. 'Wel, lieve Ellis,' ze grijnsde weer, 'ik ben hier om jou voor eens en altijd uit de weg te ruimen, maar sta me toe dat ik je nog wel even een paar dingen... uitleg.' Ze had een wreed soort leedvermaak in haar stem en leek te genieten hoe ik, met steeds meer walging keek naar het sadistische spelletje dat ze speelde. Ze liep naar Calla toe en schopte haar op haar rug. Calla's ogen waren wijd open en haar pupillen waren weggedraaid. Ze was enkel bewusteloos maar toch deed het een rilling over mijn rug lopen. 'Om te beginnen was ons lief klein hondje hier erg behulpzaam' zei ze, 'ze was zo makkelijk te beïnvloeden dat het haast... komisch werd.' Ze lachte kort en schel. 'Ze was zo bang. Ik hoefde maar binnen te dringen in haar dromen, een klein dingetje aan te passen en je had haar in je macht. Je had al die tijd gelijk, Ellis, ik zat in de schaduw van Calla. Ik bedoel, iemand moest haar toch in toom houden. Dat kind is een goede slaaf, maar zo onstuimig. Jij had dood moeten zijn die eerste keer, weet je. Nou bij Mary was ik al van plan ook degelijk Mary te vermoorden. Ik merkte dat het je meer pijn deed om vrienden te verliezen. De dood schrok je niet af. Zeer bewonderenswaardig.' Ze mijmerde nog wat na in zichzelf en mijn hoofdpijn verdween. Ik deed een stap naar voren en ze schrok meteen op. Ze keek me met uitdagende ogen aan. Mijn blik gleed naar Calla. 'Wat heb je met haar gedaan?' vroeg ik kalm. 'Oh niet bijzonders' zei ze grinnikend, 'alleen een kleine spreuk. Ze komt wel weer bij. Ooit.' Ze lachte weer en vervolgde haar verhaal: 'Maar natuurlijk was je vriendin vermoorden niet genoeg, nee. Omdat een derde moord veel te opvallend zou zijn, maakte ik mijn lieve schoothondje verliefd op jouw vriendje.' William kreunde en schreeuwde: 'Ik heb nooit iets gevoeld voor Calla, Ellis! Jij bent de enige voor me en dat weet je!' Susan rolde met haar ogen. 'Hou je mond toch, golden boy.' Ze draaide haar hand waardoor de touwen rond Will strakker gespannen werden en hij het uitschreeuwde. Susan lachte weer vol leedvermaak en liep naar Will toe. Ze liep handig om hem heen en ging achter Ralf staan. 'En deze mooie jongen hier, had ik ook wel graag willen zoenen.' Ze duwde hem, waardoor hij heen en weer slingerde en het nu ook uitschreeuwde van de pijn. 'Je bent niet de enige die gemerkt heeft hoe zeer hij op Deadrick lijkt. Je moet weten dat ik stapelverliefd was op Deadrick. Het deed me dan ook pijn te zien dat hij met een meisje was dat niet eens van hem hield. Ik heb evenzeer onder zijn dood geleden, Ellis. Aangezien jij degene was die moest sterven!' Ze liep terug naar de trappen en ging bovenaan staan. Het was nu allemaal zo klaar als een klontje. Het kon me niet langer schelen met wat ze nog op de proppen ging komen. Ik moest Will en Ralf - en Calla - redden en wel nu. 'Waar wacht nog op' vroeg ik uitdagend, 'dood me dan! Of durf je misschien niet?' Ik trok mijn wenkbrauw op. Ze lachte schamper en ik kon in haar paarse ogen een vlaag van woede zien oplaaien. Ze kwam de trappetjes af en stormde op me af. Wanneer haar gezicht op maar enkele millimeters van dat van mij was, zei ze: 'Kom maar op, Belle.'

Ik deed een paar stappen achteruit en scheurde de rok van mijn jurk aan flarden. Onder de rok droeg ik een kniebroek met lederen lappen op mijn knieën. Kwestie van gemakkelijkheid, maar toen ik opkeek, werd ik al meteen verrast. Ik kreeg een schaduwbal recht in mijn maag en vloog achteruit. Dus ze ging het zo spelen. Wanneer ik overeind krabbelde was Susan nergens te bespeuren. Ik manifesteerde snel een wapenriem met een aantal dolken en zocht verwoed naar Susan. Nadat ik een dolk getrokken had, rende ik op Will en Ralf af. Net toen ik hen bijna bereikte, riepen Will en Ralf tegelijk: 'Ellis pas op!' Ik werd onderuit gehaald en landde met een smak op de grond. Mijn dolk schoof verder tot bij Will, maar ik had nu geen tijd om me daarover zorgen te maken. Ik draaide me op mijn rug en zag Susan voor mijn voeten staan. Ze had een schaduwbal op haar hand en keek zelfverzekerd op me neer. Ik schoot snel een lichtbal af, trof haar en ging rechtop staan. Susan gromde woest naar me. Ik deed een paar stappen achteruit. Toen vuurden we tegelijk een lichtstraal af. Die van haar was duister en zwart, die van mij was helder en klaar. Dat was misschien één ding dat alle Engelen gemeen hadden. We hadden allemaal dezelfde krachten, al spitsten wij Darks ons meer toe op het kwade. De stralen vermengden zich. Die van haar leek de mijne wel op te slokken en algauw was ik een deel van de mijne kwijt. Ik voelde me steeds zwakker worden en uiteindelijk moest ik me terugtrekken. Ik liet me plat op de grond vallen en haar straal schoot, gelukkig, boven me door. Ik kroop vliegensvlug naar haar voeten en haalde haar onderuit. Ze gromde waarschuwend wanneer ik mijn volle gewicht op haar legde om haar in toom te houden. Ik keek recht in die dieppaarse ogen en wilde uithalen met mijn nagels, maar ik werd met immense kracht de lucht in gezwierd en kwam met een harde dreun tegen de stenen deur terecht. Ik viel slap neer op de grond en hoorde iets kraken ter hoogte van mijn linkerbeen. Ik schreeuwde het uit en viel slap op de vloer. Wanneer ik mijn ogen dicht kneep tegen de pijn voelde ik iets warm langs mijn wang lopen. Ik tastte ernaar en voelde een kleverig goedje zodat ik geschrokken mijn ogen open deed. Bloed. De ijzerachtige geur zocht zich een weg naar mijn neus. Ik tastte hoger op mijn hoofd en voelde een heuse wonde. Wanneer mijn blik naar mijn been gleed, zag ik dat het een vreemde hoek vormde en kreunde ik door de immense pijnen die nu overal in mijn lichaam leken te dansen. Ik duwde me recht en zag Susan boven aan het altaar staan. Toen ik rechtstond, strompelde ik - nog best snel - naar haar toe en ontweek haar schaduwstralen. Ik liep moeizaam de trap op - omdat ik mijn linkerbeen moest voortslepenv- en dook bovenop haar. Ze gromde weer, maar deze keer zou ze er niet zomaar vanaf komen. Ik trok mijn dolk en hield die dreigend boven har hoofd. Ze kon geen kant meer op. 'Doe het dan!' zei ze uitdagend, 'Dood me dan!' Langzaam liet ik mijn dolk zakken wanneer er een harde plof klonk.

Littekens - De Mystieke Wezens Hogeschool I *EDITING STOPPED*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu