- Hoofdstuk 2 -

25 4 5
                                    

Zacht trok Bruce de deur dicht en keek naar zijn huis 'heb je alles?'
Kaylee knikte 'we kunnen gaan.' met een frons keek ze de straat in, ze stond op het punt alles wat ze was gewend achter te laten.
Bruce trok zijn rugzak wat vaster 'Kay, we moeten nu echt gaan.' ongeduldig keek hij haar aan 'kom.' 'Ik wil hier helemaal niet weg.'
'Het moet.'
Ze keek hem met gemende gevoelens aan 'hoezo moet het? Ik kan ook beslissen om hier te blijven.' twijfelend keek ze naar de plek waar haar huis had gestaan.
Bruce ging achter haar staan 'ik snap het, maar we moeten wel. Je wilde dit oplossen. Dan gaan we dat doen.' Hij keek naar de klok van het dorpsplein, die kon je hoog boven alle andere dingen uit zien torenen 'als we dit niet rechtzetten, dan zal het hele eiland verdwijnen, we moeten het doen.'
Kaylee zuchtte en draaide zich om 'hoe laat is het?'
'Kwart voor 7, waarom?' Bruce keek naar de lucht, waarop donkere wolken zich weer samenpakte.
'Omdat het gisteren, ook om kwart voor 7 gebeurde.' Kaylee keek naar boven en begon te lopen.
'Wat gebeurde? Die knallen? Die bliksem?' Bruce rende achter haar aan 'snel, rennen!'
Kaylee knikte en begon te rennen, bomen en auto's vlogen in haar ooghoeken voorbij 'waar moeten we heen?' angstig keek ze om, de wolken werden steeds groter en kregen een donkerblauwe kleur.
'Naar de metro!' Bruce rende Kaylee voorbij en pakte haar arm beet, samen rende ze door de straten van South. Bij de metro aangekomen hoorde ze de eerste knallen al. Kaylee keek naar de lucht, de bliksem schoot op verschillende plekken in de grond. Van overal kwamen mensen aangerend die de metro invluchtte. Ze begon te lopen, dieper de metro in.

'Kay..?'
'Hé? Wat?' Kaylee keek op, Bruce stond bezorgd over haar heen gebogen.
'Alles oké?' Hij ging weer langs haar zitten 'je was aan het gillen.'
'Ik droomde, denk ik.' Kaylee wreef door haar ogen 'is het al voorbij?'
'Nee. Het lijkt alleen maar erger te worden.' Bruce keek fronsend naar boven 'ik weet niet wat er allemaal gebeurd, maar het is veel erger dan gisteren.'
Voorzichtig keek Kaylee rond, er zaten allemaal mensen. Ouders met jonge kinderen, ze zag Aleida zitten, een paar vuilnismannen en de baas van de bibliotheek.
Even zaten ze stil naast elkaar, iedereen wachtte gespannen op wat er komen ging. Met trillende handen pakte Kaylee haar telefoon, het was kwart voor 8 'Bruce, ik denk dat we moeten gaan.'
Hij keek haar vragend aan 'waarom? Naar buiten, Kaylee dat is dwaas.'
Ze schudde nee 'als het nog harder gaat, dan zitten we hier dadelijk gevangen.' resoluut stond ze op en begon haar jas aan te trekken 'geloof me nou, Bruce!'
Hij beet op zijn lip 'als jij het perse wilt, ik ga je niet alleen laten Kay. Ik ga mee' met een zucht stond hij op en deed ook zijn jas aan, daarna liepen ze naar de trap.
Kaylee draaide zich nog een keer om, Aleide keek haar bezorgd aan en wilde opstaan om haar tegen te houden. Snel draaide ze zich om en begon de trap op de lopen. Ze wilde niet tegengehouden worden, ze wilde hier niet blijven. Hier waren ze niet veilig.
Voorzichtig keken ze naar buiten, Kaylee keek naar de donkere lucht die langzaam verder dreef. Ze vertrouwde het niet dat het ineens was gestopt, er moest wat gaan komen.
Met een ruk draaide Bruce en Kaylee zich om, een eindje achter hun begon het wegdek open te breken. Bruce gaf Kaylee een duwtje en begon te rennen, achter hun hoorde ze de weg scheuren.

Rennen, altijd blijven rennen.
Kijk niet achter je.

_________________________________________________________________________

Hee iedereen!

100 views :D wow! Echt super bedankt voor iedereen die m'n verhaal leest. Laten we er snel 200 van maken ;)

xx



It's Back |NL| [tijdelijk gestopt]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu