01

44 3 10
                                    

Ik kijk om me heen. Bomen flitsen langs mij heen, en mijn benen vliegen over de grond. Snel en behendig vlieg ik tussen de grote bomen door. Ik hijg van vermoeidheid door het rennen. Verderop zie ik mijn groep rennen. Ik kijk achterom en zie mijn opa rennen. Ik slik. Als hij valt zit hij dik in de puree. Geschreeuw vult mijn oren. Ik probeer nog sneller te rennen. Het geschreeuw komt dichterbij. Laat dit stoppen. Ik kijk opnieuw achterom en zie mijn opa vallen van vermoeidheid en viel over iets. Ik gil en ren terug. "opa!" ik hurk naast mijn opa neer. Zijn voet zit klem tussen de wortels van de bomen. Ik probeer zijn voet los te trekken. Het lukt niet. "laat doen Emily!" buldert hij, ik kijk geschrokken naar mijn opa. "laat me gaan en red jezelf en de andere!" een pijnkreet verlaat zijn mond als hij zijn voet beweegt. "nee!" een traan rolt over mijn wang. "ik laat je niet gaan opa, nooit.." hij schud wild zijn hoofd. "nee Emily" zegt hij rustig, té rustig bij deze situatie. Ik slik de andere tranen weg. "daar zijn ze!" ik krimp ineen van het harde geschreeuw. "ga!" schreeuwt mijn opa door het geschreeuw heen. Een snik verlaat mijn mond, "nee." Ik schud hard mijn hoofd en probeer zijn voet weer los te trekken. Mijn opa pakt me hardhandig bij mijn arm vast. Ik piep. "Emily, het is klaar. Als ik er niet meer ben, ga ik naar oma toe en zal over je waken. Jij zal voor de rest zorgen. Je bent een sterke vrouw" Tranen rollen over mij wangen en vallen op de bladeren van het bosgrond. "Emily!" buldert mijn vader van ver. Ik kijk naar mijn opa. Hij trekt de ketting van oma die aan zijn nek hangt los. Hij pakt mijn hand vast en laat de ketting in mijn hand vallen. "ga!" hij wijst naar de kant waar mijn vader staat te wachten. Ik sta op en begin weg te rennen met de ketting in mijn hand. En mijn opa achterlatend in het dicht begroeide bos. Mijn hart bonst hard tegen mij ribbenkast. Snikken verlaten mijn lippen. Ik kijk nog snel achteruit. Ik zie dat ze mijn opa hard handig vastpakken en trekken hem los. Mijn opa schreeuwt van de pijn. Ik gil, "nee! nee! nee!" blijf ik door herhalen. Dikke tranen rollen over mijn wangen. Was dit maar een droom. Niet echt. Maar het is de keiharde realiteit. Een nachtmerrie om nooit te vergeten en als een last op je schouders zal hangen tot je spijt zal krijgen. Duivels die je het duisternis in trekken, en er geen weg meer terug is. "Emily doe dat nooit meer!" ik rende snel mijn vader voorbij. Hij moppelde nog wat onverstaanbaars en rende snel achter mij aan. Het was stil. We hoorde geen geschreeuw meer. Alleen maar de vogels die vlogen en zongen. En de voetstappen en het gehijg van onze groep. Ik had me weer bij de groep aangesloten en liep naast Diara. "gaat het Emi?" ik schudde lichtjes mijn hoofd. Ze knikte maar ging er niet verder op door. Ik opende mijn hand en keek naar de ketting die vredig in mijn handen lag. Een gouden ketting met een goudhartje eraan die open kon. Ik maakte het hartje open. Ik zag een foto van mijn oma en opa samen. Opnieuw rolde er een traan over mijn wang. Ik sloot het hartje weer en deed de ketting aan. Het gaf me hoop. Hoop dat alles zou stoppen en alles opnieuw begon. Zoals het hoorde.

Het werd donker en iedereen begon te mopperen. "kunnen we alstublieft stoppen Miller" ik keek naar Luuk, zweetdruppeltjes gleden over zijn voorhoofd. Al snel hoorde je iedereen ja mompelen. Mijn vader stopte met lopen en draaide zich snel om. "wat denk jezelf Luuk!" brulde mijn vader. Ik kromp ineen van mijn vader zijn machtige stem. "ik uhh.. weet het niet Miller" mompelde hij zachtjes en keek naar de grond. Luuk keek weer snel op, en keek mij smekend aan. Ik zuchtte en schudde mijn hoofd. Ik kan er ook niks over zeggen. Ik ben dan wel zijn dochter maar ook ik heb niks te zeggen. Vaak regelde mijn opa het wel met mijn vader om hem over te halen. Maar hij is er niet meer. Dus de kans is groot dat we weer door moeten lopen. Ik kan het wel proberen? misschien kan ik hem toch overhalen hoe opa dat altijd doet. Ik schuifelde wat met mijn voet over de grond. "pap" mijn vader keek me aan. "wat is er Emily?" zuchtte hij geïrriteerd. Ik slikte. "uhm.. niks hoor" ik keek naar de topjes van mijn schoenen. "Je wilde me vast overhalen om te stoppen met lopen? je bent net zoals je opa" Ik keek op en zag mijn vader geïrriteerd kijken. "nou?" hij keek me vragend aan. "ja vader.." ik keek smekend naar mijn moeder die er rustig bij stond en zachtjes haar hoofd schudde. "je hebt geluk vandaag Emily" ik keek naar mijn vader en glimlachte breed van oor tot oor. Opa zal trots op mij zijn, ookal had ik niet veel gezegd. "Dankje vader!" hij knikte en keek naar de rest van de groep. "we stoppen voor vandaag! zoek een slaapplek, het liefst tussen de bossen zodat we minder opvallen. Ga je gang!" iedereen zocht een slaapplek. Ik had een rugzak bij me waar ik wat spulletjes in heb gedaan. Zoals wat koekjes, een klein kammetje, flesje water en een dekentje. Het probleem was dat het me verminderden met rennen. Vandaar dat ik dus ver achter liep. Maar ook omdat ik op mijn opa wilde letten. Maar het was al te laat. Ik zuchtte en keek naar de zwarte hemel. Heel de zwarte hemel was bezaaid met sterren. Één ster blinkte uit tussen de andere. Een glimlach sierde rondom mijn lippen. Ik denk aan je opa, ik zal je nooit vergeten net zoals bij oma. Zonder dat ik het wist rolde er een traan over mijn wang. Die een weg baande om op de grond te vallen. En zich zal mengen met de donkere aarde. Ik veegde de traan weg en liep naar Diara toe en ging naast haar liggen. Zij had niks meegenomen. Oftewel ik was te eigenwijs om iets mee te nemen. Ik deelde het dekentje met mijn beste vriendin. "Dankje Emi", ze glimlachte haar witte tanden bloot die blinkte in het witte maanlicht. "Geen dank Didi", zo noemde ik haar al vanaf kleins af aan. Didi. En zij mij Emi. Ik glimlachte bij die gedachtens aan vroeger. Alles was nog zo vredig. Als kind kende je die ruzies tussen normale mensen en blauwe mensen niet.

Ik lag al een tijdje op mijn rug kijkend naar de sterren. Ik keek naar Diara en zag dat ze in slaap was gevallen. Ik hoorde haar regelmatige ademhaling. Haar buik die langzaam op en neer ging. Het gaf me even rust. Ik keek verder om me heen en zag dat Luuk nog wakker was. Zijn ogen vingen de mijne. Zo zaten we even, starend naar elkaar. "Bedankt" fluisterde hij zachtjes. Ik glimlachte, "geen dank Luuk." Hij stond zachtjes op en liep naar me toe. Ik keek hem verward aan. Hij stond naast me en keek me aan. "mag ik, uhh naast je komen liggen?" mijn wangen moesten nu knalrood zijn. Was ik blij dat het donker was, op alleen het witte maanlicht na dan. "ja" fluisterde ik zachtjes, bang dat iemand wakker zou worden. Hij ging naast me liggen. Ik draaide me naar hem om en keek hem aan. Het witte maanlicht scheen op zijn gezicht. Zijn blonde haren zaten warrig rond zijn gezicht. Zijn blauwe ogen leken feller door het witte maanlicht. Hij glimlachte, kleine kuiltjes kwamen in zijn wangen wat hem schattig maakte. Mijn hart begon sneller te pompen en vlinders verspreiden in mijn buik. Hij kwam wat dichterbij en sloeg zijn armen om me heen. Hij maakte me gek. En dat deed hij al jaren met me. Ik ging dicht tegen hem aan liggen. Het voelde veilig. "Weltrusten Emily" hij drukte een kusje op mijn haar. Mijn ogenleden begonnen zwaarder te worden. En al snel werd ik opgeslokt in het donkere duisternis. Met de herinneringen aan vandaag. Denkend aan mijn opa.


1e hoofdstuk is klaar! en ik meen het, ik moest bijna huilen toen ik dit hoofdstuk typte.

Letterlijk.

Doeii mensjes, Nikki

Blauw BloedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu