03

37 2 5
                                    

Het was Luuk tot mijn grote opluchting. "Man je liet me schrikken!" ik leg mijn hand op mijn hart en kijk hem nog steeds geschrokken aan. Hij grinnikt. "Sorry Emily, het spijt me zeer" hij begint te grijnzen. Hij steekt zijn hand naar me uit die ik vastpak. Hij trekt me overeind. Iets te snel waardoor ik naar voren val en zo tegen Luuk aanbots. En we achter over vallen. Daar liggen we dan. Luuk op de grond en ik er boven op. Niet erg comfortabel. Luuk begint te lachen. Die schattige kuiltjes komen weer in zijn wangen. Spontaan begin ik te blozen. Vlinders verspreiden weer in mijn buik. Het liefst wil ik mijn lippen op de zijne drukken. Maar ik hou me in. Ineens horen we geritsel. "Shit" mompelt Luuk. Ik ga van hem af en sta snel op. Luuk staat ook op en pakt een dolk uit zijn riem. We horen weer het geritsel. Het zweet breekt me al voor de 2e keer uit. Ik slik, "Luuk wat doen we?" ik kijk naar hem. "Ga dicht tegen me staan, ik zorg voor verdediging" hij keek me snel aan en keek weer naar de kant waar het geritsel vandaan kwam. We horen ineens gesnik vanuit de bosjes. Verward kijk ik Luuk aan die het ook niet helemaal begrijpt. "Diara?" fluister ik. Ik wil naar het geluid lopen maar Luuk houd me tegen. "Niet doen, Misschien is het iemand anders en probeert ons te lokken" ik knik en ga achter Luuk staan. Bang wat er op ons staat te wachten. Wie zal het zijn? Diara? ik hoop van wel. "Hallo?" Luuk fluistert zacht richting de bosjes. "Is daar iemand?" vraagt hij verder, wachtend op antwoord. Het gesnik word luider. "Nou dan niet, Kom Emily we gaan" Luuk doet een stap naar achteren en wenkt me dat we moeten gaan. Ik knik en loop ook achter uit. Onze ogen gericht op de bosjes. Wachtend of diegene nog wat zegt voordat we weg zijn. "Emily" een meisjes stem komt van achter de bosjes vandaan. Ik slik. Dit kan niet. Wat doet Diara hier. Huilend achter de bosjes. "Diara?" ik doe een stap terug richting de bosjes. "Ga niet weg" snikt ze. "Diara wat is er? waarom was je weg? Waarom zit je hier huilend achter deze bosjes?" de vragen waren al uit men mond gefloept voordat ik er er überhaupt over na dacht om het wel te zeggen. Het was stil geworden. Geen gesnik. Er heerste hier een rare stilte. Het voelde raar aan. Ik begon me ongemakkelijk te voelen. Luuk kreeg me in de gaten. "Wat is er Emily?" hij keek me bezorgd aan. Hij pakte mijn hand vast en gaf er een kneepje in. Gelijk waren die explosies van vlinders in mijn buik. Zijn aanrakingen. Het was perfect. "Niks" loog ik. Hij knikte en keek weer richting de bosjes. "Diara? kun je hier komen dat praat wat makkelijker?" fluisterde ik en wachtte op antwoord. Niks. "Diara?" Mijn stem klonk bezorgder. "Emily ik.. het spijt me zo" ze begint te huilen. Ik loop naar de bosjes toe maar net dat ik er achter wil stappen om naar Diara te gaan kijken. Word ik aan mijn arm getrokken. "Luuk laat me los! ik wil naar mijn vriendin!" ik probeer mijn arm los te trekken. "Het spijt me zo Emily" ze begint harder te huilen. "Wat is hier in godsnaam aan de hand!" ik keek Luuk kwaad aan. Zijn gezicht betrok en hij keek weg. "Ga je me nou ook nog eens negeren!" schreeuw ik. Geen reactie. Wat is dit? wat hebben hun nou ineens. Er begint een traan over mijn wang te lopen. "Zeg het!" schreeuw ik opnieuw. Luuk liet me arm los. "Eindelijk!" schreeuw ik en gooide mijn armen in de lucht. Ik draaide me om en liep weg. "Ik ga! veel succes met jullie leven, dag!" tranen biggelde over mijn wangen. Ik hoorde Diara nog roepen. Ik begon te rennen. Ver weg van hun. Ver weg van al die leugens en raadsels. Er is dus veel achter mijn rug gepraat. Wat me kapot maakt. Het doet pijn. Verdomd veel pijn.

Ik ren al een lange tijd en begin zo nu en dan toch echt moe te raken. Ik heb dan wel een geluk dat ik lange afstanden kan rennen. Één van mijn krachten. Uithoudingsvermogen. Maar té lang word te veel. Ik stop en kijk om me heen. Het was al donker geworden. Sterren twinkelen in de donkere hemel. "Waar ben ik?" mompel ik moeilijk. Ik snakte naar adem. De hete tranen die nog over mijn wangen rolde waren opgedroogd. Mijn ogen brandde van het vele huilen. En mijn keel was kurkdroog van het schreeuwen. Ik dacht weer aan gisteren. Aan mijn opa en aan die avond dat Luuk bij me lag. Wat ik niet snapte. Was waarom Luuk niks zei. Hij deed eerst zo lief. Maar gelijk daarna van Diara. Was hij stil. Je kon schreeuwen wat je wilde maar of je reactie kreeg. Was alles gelogen? was alles nep? heeft het allemaal met Diara te maken. "Waarom heb ik nou gewoon niet een leuk leven?" mompel ik en ga op een gevallen boomstam zitten. Ik verberg mijn gezicht in mijn handen. Opnieuw rollen de tranen over mijn wangen. "Waarom niet?" een warme mannenstem komt vanuit het donker. Mijn hoofd schiet omhoog en begin om me heen te kijken. "Wie is daar?" ik probeer zo zelfverzekerd over te komen. Maar van binnen word ik gek van de zenuwen. "Iemand" fluistert de warme stem in mijn oor. Ik gil, en sta op en begin achteruit te lopen. "Niet schrikken, ik doe je niks" fluistert de warme stem. Rillingen trekken over mijn rug. "Laat me met rust!" roep ik en loop nog een paar passen achteruit. "Rustig ik doe je niks" fluistert de warme stem opnieuw. Ineens voel ik iets langs mijn arm. Mijn hart dreunt tegen mijn ribbenkast. Kippenvel verspreidt over mijn huid. Ik voel opnieuw iets langs mijn arm gaan. Ik deins achteruit. Ik verlies mijn evenwicht en val achter over. Met een smak val ik op de koude aarde. Een snik verlaat mijn lippen. Ik bijt op mijn onderlip om andere snikken te onderdrukken. langzaam voel ik een bloedsmaak in mijn mond.

Goed bezig Emily.

"Gaat het?" de warme stem klinkt bezorgd. Ik kijk rond me heen. En zie een gestalte voor me staan. Het witte licht van de maan beschijnt zijn gezicht. Zwarte raven haren vallen losjes langs zijn gezicht. Paar plukken hangen voor zijn gezicht, wat hem beangstigend maakt. Je kon zijn perfecte kaak lijn zien. En zijn chocolade bruine ogen maakte het hele plaatje af. Hij stak zijn hand uit, ik pakte zijn hand vast. Gelijk kwamen de gedachtens van mij en Luuk. Tot mijn grote verbazing voelde ik tintelingen door me heen gaan toen ik zijn hand vast had. Wat is er mis met met? volgens mij word ik gek en is dit allemaal een droom. Of is dit echt maar geen droom. Maak me dan wakker zodat dit alles voorbij is en ik een normaal leven kan leiden. En waarom vertrouwde ik deze man? hij kan me net zo goed vermoorden. Maar mijn gevoel zegt iets veel anders. Hij zou mij en mijn familie kunnen helpen om beter uit de hel te blijven. Maar of fat ook zo is, kom ik snel achter.


Wat zou er zijn tussen Luuk en Diara?

En wie zou die geheimzinnige man zijn met zijn warme stem die rillingen over je rug laat gaan?

Doeii peepss, Nikki

Blauw BloedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu