Hoofdstuk 11

7 1 0
                                    

Een tengere man keek me aan met gespleten ogen.

 "Ja..?" Vroeg hij bot. 

"Uhm, ik vroeg me af of u me misschien kon aanwijzen hoe ik weer naar het dorp kom, ik ben namelijk verdwaald, ziet u." 

Hij keek me eerst lang aan en mompelde toen, 

"Wacht hier." Hij liep weg en ik keek hem verbijsterd na, moest hij nu echt iemand anders halen om me een richting uit te wijzen? 

Een paar minuutjes later kwam er een dame van middelbare leeftijd bij de deur te staan die me keurend aankeek. 

Vervolgens schudde ze met haar hoofd en mompelde in zichzelf waarvan ik verstond, "Zomaar buiten laten staan...

"Toen keek ze me recht aan en zei met een vriendelijke stem, "Kom alsjeblieft binnen, mijn lieve kind, je zal wel doodvriezen van de kou." 

k twijfelde weer, maar toen de plotselinge windstoot me de rillingen op mijn rug liet staan, stapte ik toch vlug het grote warme huis binnen. 

Ze deed de deur achter me dicht terwijl ik in de enorme hal stond. Ik keek om me heen terwijl mijn mond langzaam open zakte. 

Ik stond op een fluweel, bordeaux rood kleed, de muren waren behangen met een ouderwets behang dat helemaal naar het plafond reikte dat geschat 6 meter boven me uitstak. Daar, in het midden van de hal, hier een gigantische kroonluchter dat helemaal versierd was met kleine kristalletjes. Aan de muren hingen grote portretten waarvan ik schat dat het de bewoners van het huis zijn, of zijn geweest.

"Ach, arm kindje van me, je bent helemaal vies en doorweekt. Het is veel te laat om nu nog terug naar buiten te gaan. Weet je wat, anders bel je nu even je ouders om te laten weten waar je zit zodat ze je morgen kunnen ophalen. Er komt een reusachtig, hevige storm aan. Daar wil je jou of je ouders natuurlijk niet in laten zitten. Alleen onmensen zouden je door dat weer laten rijden. We hebben een logeerkamer met een aangrenzende badkamer, ga je eerst maar even lekker opfrissen. Ik heb vast nog wel ergens wat kleding in jou maat liggen van mijn dochter." 

Ik raakte al snel afgeleid door alles om me heen. 

Dit huis was immens groot. De trap die in het midden van de hal afliep was ook bedenkt met hetzelfde soort kleed als de vloer en ik kon niet anders zeggen dat deze mensen smaak hadden. Ik zou een ander behangetje hebben gekozen maar dat terzijde. Ik richtte me weer op de vrouw die naast me liep die nog steeds aan het doorratelen, nu over het avondeten die nog geserveerd moest worden en dat ze hoopte dat ik honger was omdat ze altijd toch veel te veel maakten. 

Terwijl ze het zei rommelde mijn maag en de vrouw moest lachen. 

In eerste instantie wist ik niet zo goed wat ik van haar vond, of alles wat ze zei en deed oprecht was of... een beetje nep. In het begin leek het ergens gemaakt of zo. Ik weet niet precies hoe ik het moest omschrijven. Als een autoverkoper overenthousiast is om maar een auto te kunnen verkopen. Maar ondertussen had ik bedacht dat ik haar mocht. 

Waarschijnlijk lag het aan het feit dat ik zo'n moederlijk figuur een lange tijd niet gehad had. Mijn tante deed haar best, dat zeker, maar het was duidelijk dat ze geen idee had hoe het was om een ouder te zijn. 

Het voelde wel goed eigenlijk. 

Ik besloot dat het toch mijn enige optie was om mezelf een beetje te kunnen verzorgen en wat warmte te krijgen. 

"Kan ik nog wel even bellen voordat ik ga douchen, ik wil niemand ongerust maken..?" 

" Oh, maar natuurlijk, dan moet je wel even meelopen. We zijn nog een beetje ouderwets daarin, we hebben ook geen Wifi hier. We hebben ook maar 1 centrale telefoon." 

Voor hemWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu