Stark en Castiël wouwen naar voren lopen maar Perciën verscheen naast Lore en twee achter hen hielden een pijl op Stark en Castiël gericht. Ze keken toe hoe Perciën een vloeistof over Lores lichaam goot en liet dan een brandende lucifer vallen. De vloeistof schoot al snel in brand en veranderde Lores lichaam al snel in as. Stark keek Perciën strak aan. 'Ik zal deze oorlog eindigen. Ik zou jou vermoorden voor wat je hebt gedaan. Al is het het laatste wat dat ik doe.' zei Stark. Hij draaide zich om. Damein schrok van Starks gezicht. Er stond geen een emotie meer op alleen haat. 'We gaan!' riep Stark en liep voorop naar huis. Damein ging naast Stark lopen. 'Stark is alles in orde?' vroeg Damein bezorgd. 'Ik wil dat je me voortaan met Sir aan spreekt, Bloedkrijger.' zei Stark emotieloos. 'Oké, Sir. Is alles in orde, Sir?' vroeg Damein verward maar nog steeds bezorgd. 'Dat mijn Bloedkrijger zijn jou zaken niet. Het enige wat jij moet doen is mijn bevelen opvolgen. Niets meer en niets minder.' zei Stark. Ze waren al snel weer thuis. 'Breng hem naar Natascha en de andere kunnen naar bed. Ik wil een vergadering in de ochtend en ik wil zo snel mogelijk weer de normale gang van zaken. Ik wil ook met rust gelaten worden voor de rest van de dag.' zei Stark en verdween dan naar Lores kamer. Hij rook haar geur en hij zakte voor het bed in een. 'Mijn engel.' fluisterde hij en een traan rolde over zijn wang. IK GA NERGENS HEEN., galmde Lores stem en woorden door zijn hoofd. 'Sta me bij, engel. Ik kan dit niet zonder jou. Ik ben verloren. Ik kom zo snel mogelijk naar jou, dat beloof ik.' fluisterde Stark snikkend. 'Maar je hebt gelogen. Je hebt me verlaten en nu ben ik alleen.' Stark snikte tot de ochtendstond. Hij stond op, douchte en kleedde zich aan. Hij ging daarna naar de vergaderzaal. Hij ging op Lores plek zitten, maar ging al snel weer rechtstaan. 'Zoals iedereen hier weet is Lore gisteren gestorven. Ze was een goede leider en zou niet willen dat we hier wat zouden zitten kniezen, dus de trainingen en alle andere dingen gaan gewoon door alsof er niets gebeurd is. Er zou morgenavond een herdenking zijn, maar daarna is alle rouw voorbij. We gaan door en winnen deze verdomde oorlog!' riep Stark. Iedereen keek hem stomverbaasd aan. 'Stark je mag je emoties best tonen.' zei Zijī. 'Ik wil niet dat jullie mijn naam nog gebruiken. Jullie spreken me nu aan met Sir.' zei Stark. 'En nu iedereen er uit.' Iedereen verlaatte het kantoor en lieten Stark alleen.
Sarah liep de trainingszaal in waar ze wist dat Castiël schuil ging. Castiël stond op de boksbal te slaan als een doorgedraaide gek. De aders in zijn armen en nek waren gezwollen. 'Castiël.' fluisterde Sarah en Castiël stopte even en keek haar aan. 'Ze kan niet dood zijn.' fluisterde hij zijn stem hees van de uitdroging. Sarah liep rustig op hem af. 'Je hebt het zelf gezien.' zei Sarah zacht. 'Maar je ogen kunnen bedrogen worden.' zei Castiël. 'Dat wil je geloven, Castiël. Maar stel dat je gelijk hebt. Zal ze nooit lang meer leven.' zei Sarah. 'Ik moet haar vinden.' zei Castiël vastberaden. 'Hoe ga je dat doen?' vroeg Sarah. 'Door mijn broer te volgen.' zei Castiël. 'Nee, dat is te gevaarlijk.' zei Sarah. 'Ik moet dit doen, Sarah. Pas als ik alles heb gegeven zal ik het loslaten.' zei Castiël. 'Ik vertrek morgen. Ik kom terug dat beloof ik.' Sarah barste in snikken uit. 'Je kunt me niet alleen laten. Neem me met je mee.' snikte ze. 'Nee, dat is te gevaarlijk, beloof mij dat je hier blijft en voor Stark zorgt. Zeg hem niet wat ik gaan doen ben. Zeg maar dat ik wat tijd voor mezelf nodig heb.' zei Castiël dwingend. 'Ik beloof het als jij ook belooft om op zijn minst één Krijger meeneemt.' zei Sarah. Castiël kuste haar. 'Ik beloof het.' zei hij en Sarah knikte. Ze liepen hand in hand naar de slaapverblijven. 'Dit is mijn fout.' hoorde Castiël iemand schuldig zeggen. Hij ging op vampiersnelheid naar de persoon toe en trok Sarah met zich mee. 'Een volgende keer wil ik een waarschuwing.' zei Sarah hijgend. Castiël greep de jongen vast. 'Wat is jou fout?' vroeg hij aan de jongen. 'Dat Lore dood is. Het spijt me Castiël dat was nooit mijn bedoeling, maar hij zou mijn broer vermoorden als ik hem geen informatie gaf.' zei de jongen. 'Waar heb je het over, welke van de tweeling ben jij?' vroeg Sarah. 'Jacob.' antwoordde de jongen. 'Begin bij het begin en Castiël laat hem los.' zei Sarah. 'Ik en mijn broer waren op doorreis en ik en Taio kregen ruzie, dus ik ging naar een hotel waar ik benaderd werd door Perciën. Hij zei dat als ik niet op het Søgnefjord feest was. Hij mijn broer zou martelen en uiteindelijk doden en ik dan niet lang daarna zou volgen. Ik moest dan de hybride naar huis brengen en infiltreren en ik moest me om de zoveel dagen melden en als ik nieuwe informatie had dan moest ik ergens naartoe. Maar ik voelde me schuldig en nadat Zijī zo op mijn broer gesteld was en een Moordenaar was ben ik gestopt met het geven van informatie. Toen hij mijn broer te pakken kreeg wist ik dat hij een plan had. Ik wouw jullie waarschuwen maar ik werd buiten westen gespoten omdat ze dachten dat ik achter jullie aan wouw voor mijn broer.' vertelde Jacob. Tranen liepen over zijn wangen en spijt stond in zijn ogen. 'Weet jij waar hun kamp is?' vroeg Castiël. 'Nee.' zei Jacob. 'Lore moet geweten hebben wat hij deed. De kans is groot dat ze nog leeft.' zei Castiël. Jacob schudde zijn hoofd. 'Als hij haar niet op dat veld vermoord heeft dan heeft hij dat nu al vast gedaan.' zei Jacob. 'Dit is mijn schuld.' Éomer nam hem in zijn armen. 'Je beschermde je broer, maar je had het moeten vertellen.' zei hij. Castiël keek hen nog even aan en ging dan naar Alex en Damein. 'Alex lag in Dameins armen en huilde. Hij schokte van het snikken. 'Sorry dat ik langskom, maar ik moet zeker weten dat jullie goed op iedereen zouden letten.' zei Castiël. 'Waarom?' vroeg Damein achterdochtig. 'Ik ga opzoek naar Lore. Ik kan niet zomaar aanvaarden dat ze dood is Damein. Ze is mijn zusje en ik geef pas op als ik zeker weet dat ze dood is.' zei Castiël. 'Ik begrijp dat het moeilijk is. Iedereen mist haar Castiël maar je mag jezelf geen valse hoop geven.' zei Damein. 'Maar ik zou je niet tegenhouden. Als dit is wat je moet doen om het te kunnen verwerken en aanvaarden dan moet je het doen.' zei Damein. 'Beloof me dat jullie op Sarah letten. Er mag haar niets gebeuren.' zei Castiël. 'We beloven het.' zei Damein voor zowel zichzelf als voor Alex die nog steeds lag te snikken. Castiël knikte dankbaar. 'Let goed op elkaar.' zei Castiël voor hij verdween met Sarah achter hem aan. Nathan verscheen voor hen. 'Ik wil met je mee.' zei hij. 'Dat gaat niet.' zei Castiël. 'Ik ga mee of ik laat je tegenhouden. Lore heeft mij gered. Ik ben haar dit verschuldigd.' 'Je bent Lore niets verschuldigd. Wat ze heeft gedaan voor jou zou ze voor ieder ander doen.' zei Castiël. 'Ik wil mee. Alles wat met me gebeurd is mijn fout. Ik ben een goede Krijger Castiël. Je kunt mijn hulp gebruiken.' zei Nathan. Castiël knikte toegefelijk. 'We vertrekken morgen om vijf uur.' zei Castiël. ''s Ochtends?' vroeg Nathan. 'Ja, en neem geen wapens van hier mee. Ik heb spullen verstopt voor noodgevallen. Je moet alleen een rugzak met kleren drinken en bloed meenemen.' zei Castiël. Nathan knikte. 'Als je er niet om vijf uur bent ben ik zonder jou weg, begrepen?' vroeg Castiël. Nathan knikte weer. 'Waar?' 'Mijn kamer vandaar gaan we door het raam.' zei Castiël. 'Oké, ik zie je dan.' zei Nathan en liep weg. Castiël en Sarah liepen naar hun kamer.
JE LEEST
Det Umulige Kjærligheten. (De Onmogelijke Liefde) *compleet*
VampireDit verhaal gaat over een meisje genaamd Lore. Ze is geen gewoon meisje ze is een hybride. Half wolf, half vampier en dat is nog niet het ergste door haar bloeddorst is de strijd tussen de weerwolven en vampier' terug aangewakkerd. De strijd werd op...