Hoofdstuk 18

132 11 3
                                    

"Nou, zullen we dan maar gaan?" Vraag ik ongeduldig. Ik schud mijn ouders, die de hele tijd foto's willen maken af en trek Noah mee naar buiten.

"Ik dacht dat mijn ouders erg waren" zegt Noah. Ik lach en stap in de auto.

Noah rijdt de straat uit en ik kijk voor me uit. Het weer is omgeslagen en de helderblauwe lucht heeft plaatsgemaakt voor donkere wolken.

Opeens zie ik dat Noah op het punt staat een verkeerde afslag te nemen. Deze weg loopt dood. Dit doet hij altijd, maar elke keer zegt iemand het tegen hem op het laatste moment. Ik grinnik zacht en besluit het deze keer niet te zeggen.

"Wat?"

"Niks"

"Nee zeg"

"Er is niks" zeg ik lachend. God, wat ben ik toch slecht in liegen.

"Er is wel wat"

"Nietes"

"Welles"

"Nietes"

"Well- SHIT NIET ALWEER" Blijkbaar heeft hij het bord gezien waarop staat dat de weg doodloopt.

"HA JE DOET HET ALWEER" roep ik.

Hij kijkt me half geïrriteerd, half lachend aan.

"Wat ben je toch een goede chauffeur, je weet altijd waar je heen moet enzo" zeg ik plagend.

"Wat ben jij toch een goede vriendin" kaatst hij terug.

"Ik ben een geweldige vriendin" Ik geef hem een snelle kus.

Hij zucht en draait de auto, maar ik zie dat hij probeert niet te glimlachen.

Ik werp een blik op de borden langs de weg en tot mijn verbazing zie ik dat we naar een chique restaurant rijden.

"Gaan we hierheen?" Vraag ik verbaasd en Noah knikt. "Alles voor jou"

Ik werp een blik op Noah's knappe gezicht en smelt zo erg dat ik bijna in een plasje verander.

Hij is de knapste persoon die ik ooit heb gezien. Door de zon is hij bruin geworden en zijn blauwe ogen lijken feller dan ooit. Waarschijnlijk komt dat door zijn witte overhemd, dat hem zo ontzettend goed staat. Had ik al gezegd dat hij knap was?

Als we even later aan een tafel zitten en de menukaart hebben gezien, allemaal franse dingen die onuitspreekbaar zijn en heel smerig klinken, kijken we elkaar aan. "Laten we ergens anders heengaan" zeg ik. Op hetzelfde moment zegt Noah: "Ja dit wordt hem niet"

We schieten in de lach en lopen snel naar buiten. Ongeveer halverwege stoot ik tegen een of ander karretje aan, waardoor het wankelt en omvalt. De hele vloer is bezaaid met goor uitziende dingen. Ik wil stoppen om te helpen met opruimen.

Ew zag ik daar nou iets slijmerigs bewegen?

Ew ew ew EW. Laat maar. Ik haat beesten.

Ik grijp Noah's hand en samen rennen we naar buiten. Intussen zit er een schreeuwende ober achter ons aan.

Als we het restaurant uit rennen ben ik binnen 10 seconden doorweekt van de regen. Mijn haar plakt aan mijn gezicht. En ik had nog wel zoveel moeite gedaan om mijn haar te krullen. Zucht.

Het probleem is dat Noah langere benen heeft dan ik, en ook nog eens een veel betere conditie. Dus als ik iets later dan hij bij de auto aankom is hij binnen een paar seconden weer op adem, terwijl ik net een walrus lijk die dood aan het gaan is.

"Wacht. Heel. Even" zeg ik tussen het hijgen door. "Soph dat was ongeveer 50 meter" Noah kijkt me even ongelovig aan en schiet dan in de lach.

"50 meter is best lang hoor" probeer ik mezelf te verdedigen. Ik kan ondertussen weer normaal ademen en geef hem een duw om mijn argument te versterken. Niet dat het veel zin heeft natuurlijk. Ik ben niet de beste in tegenargumenten bedenken.

Maar Noah is sneller. Zodra mijn hand zijn schouder raakt trekt hij me naar zich toe totdat onze neuzen elkaar net niet raken. Mijn hart begint nog sneller te kloppen en ik probeer normaal te ademen, wat niet heel erg goed lukt.

"Ben je nou nog steeds buiten adem?" grijnst hij. "Nee hoor" lieg ik. "Het gaat prima."

Noah's blauwe ogen kijken me doordringend aan. "Niet zo kijken, zo slecht is mijn conditie ook nou weer niet."

Ik begin een heel verhaal over waarom mijn conditie niet zo slecht is als het lijkt maar hij onderbreekt mijn verhaal door zijn lippen zachtjes op die van mij te drukken.

Ik had niet verwacht dat ik het ooit niet erg zou vinden om onderbroken te worden. Ik beantwoord zijn kus en wens dat dit moment nooit voorbij gaat. Mijn handen woelen door Noah's zijdezachte haar. Ik maak me even van hem los en ga met mijn vinger over zijn kaaklijn. Glimlachend ga ik weer op mijn tenen staan om mijn lippen weer op de zijne te drukken.

Dan worden we onderbroken door een schel gerinkel. Het lot besluit even om me opnieuw tegen te gaan werken. Alsof dat vandaag al niet genoeg gebeurd is.

Noah maakt zich los en haalt zijn telefoon uit zijn zak. "Met Noah" zegt hij ietwat geërgerd. Het is even stil. "Nee sorry ik kan niet komen"

Ik kijk hem vragend aan maar hij beantwoord mijn blik niet. "Oké, ik zie je snel weer" Hij hangt op.

Hij stopt zijn telefoon weer in zijn achterzak. "Mijn oma. Ze wilde dat ik langskwam, maar ik heb nu alleen maar tijd voor één persoon." Hij slaat zijn armen om me heen en ik glimlach tegen zijn gespierde borst aan.

-

A/N: Eindelijk een nieuw hoofdstuk yaaasss

Ik had niet echt inspiratie voor een goals date, dus dit is echt slecht

xx Isa


My Perfectly Ruined Summer RomanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu