Hoofdstuk 3

295 17 10
                                    

Drie uur later begint iedereen te zeuren om koffie of ontbijt, dus stoppen we even bij een tankstation. Mama heeft voor iedereen een broodje en wat te drinken besteld en ze stelt voor dat we aan zo'n tafeltje gaan zitten.

Ik kom naast de oh zo geliefde Marcus terecht te zitten. Yay. Net als ik aan mijn moeder wil vragen waar we nou precies zijn, niest Marcus.
Nouja, ja kan het moeilijk niesen noemen, het klonk meer als een voorbijstormende kudde nijlpaarden. Ik zweer dat ik zelfs de grond voelde schudden.

Dan voel ik iets aan mijn hand plakken. Ik werp een blik op mijn hand en begin te gillen. Ik zie een half gekauwd zaadje van Marcus' broodje met een beetje speeksel eromheen. EEW. Ik spring overeind en begin wild met mijn arm te schudden.

"HAAL HET ERAF HAAL HET ERAF" krijs ik tegen mijn moeder. Iedereen kijkt naar ons. Mijn moeder pakt een servetje en veegt het zaadje van mijn hand af. "Sophia doe eens even normaal we zijn in het openbaar" sist ze.

"Ik ga mijn handen wassen," zeg ik, terwijl ik een vieze blik op Marcus werp en wegloop. In mijn ooghoek zie ik dat Levi en Liam hun best doen om niet helemaal stuk te gaan. Ik kijk ze woedend aan en bedenk me opeens weer waarom ik niet mee wilde.

Ik loop naar de toonbank en snauw zonder op te kijken: "waar zijn de wc's?"

"Gang door en dan links" hoor ik een jongen zeggen en ik kijk op. Mijn blauwe ogen ontmoeten zijn donkerbruine ogen, en mijn woede is ineens verdwenen. Ik weet niet wie dit is maar hij is knap. Heel knap. Ik glimlach en hij haalt zijn hand door zijn blonde haar.

"Is er iets?" vraagt hij verward. Shit. Ik heb het weer eens verpest bij een jongen omdat ik te lang naar hem staarde. Maarja, ik kan er ook niet heel veel aan doen dat sommige mensen gewoon zo knap zijn dat je ze haast op wilt eten..

"Ik keek alleen even of.. eh.. je gel in je haar had" antwoord ik terwijl mijn wangen rood worden. Ik weet het, liegen is niet mijn beste kant. De kleur dan mijn gezicht begint sterk op die van een tomaat te lijken. De jongen kijkt me aan alsof ik gek ben geworden en gaat weer verder waar hij mee bezig was.

Ik draai me langzaam om op mijn hielen en loop de meisjes-wc binnen. Ik trek mijn neus op. Ew het stinkt hier. Ik was mijn handen en kijk in de spiegel. Wat zie ik er toch weer fantastisch uit.. Not. Ik haal het elastiekje van mijn pols en bind mijn haar in een knot. Dan slaak ik een diepe zucht en loop ik terug naar de tafel. God, ik kan niet wachten tot we bij dat resort zijn.

*****

Een half uur later zitten we allemaal weer opgepropt in het busje. Love yourself schelt in mijn oren en ik doe mijn ogen dicht. Pff, van die warmte wordt je moe zeg. Ik schop mijn slippers uit en leg mijn voeten op Liams schoot zodat ik languit kan liggen. Hij kijkt even verbaast naar mijn voeten maar haalt dan zijn schouders op en vervolgt zijn gesprek met Levi. Ik zak neer op mijn geïmproviseerde kussen en ik wil net mijn ogen dichtdoen als Tess begint te gillen.

"BEEST BEEST EEW HAAL HEM WEG" Door Tess' geschreeuw heen hoor ik ook Levi schateren van het lachen, waardoor Tess alleen maar harder gaat schreeuwen.

"LEVI WAT IS ER MIS MET JOU HAAL GODVERDOMME DAT BEEST WEG"

Ik open mijn ogen en kijk rond, op zoek naar het beest. Ik volg Tess' vinger en mijn blik valt op een klein spinnetje wat aan een splinterdun draadje aan het plafond hangt. Ik rol met mijn ogen. Via de spiegel zie ik dat mijn moeder heel hard haar best doet om zich in te houden geen woedeaanval te krijgen.

"LEEEVVVIII HAAL HEM WEG HAAL HEM WEG" krijst Tess, waardoor Levi alleen nog maar harder moet lachen. De tranen stromen nu over zijn wangen.

"HOU ALLEMAAL EENS EVEN JULLIE KOPPEN DICHT ER PROBEREN HIER MENSEN TE SLAPEN" Brult Liam. Tess kijkt hem verbaasd aan en stopt met gillen. Hij komt een klein beetje omhoog en slaat de spin dood. "Dood" zegt hij triomfantelijk en hij ploft weer terug op zijn plek.

Ik ga weer goed liggen en doe mijn ogen dicht.

*****

Na nog eens 10 uur rijden op eindeloos drukke wegen vol geschreeuw, gezeur, en gesnauw, zijn we eindelijk aangekomen in ons hotel. Morgenochtend zullen we zo snel mogelijk vertrekken om de laatste paar uur te rijden.

Ik deel een kamer met Tess, hoe gezellig.

Ze heeft het geweldige idee om brieven aan haar vrienden te schrijven, om 'alle leuke en spannende dingen die er zijn gebeurd te vertellen', zei ze.

Alsof die mensen geïnteresseerd zijn in haar belevenissen. Zwaarsneu dit.

Ik plof op bed en wil mijn boek uit mijn tas pakken die op de grond naast het bed staat, maar dat lukt niet helemaal, waardoor ik voorover val en met een soort ninja koprol op de grond terecht kom en daarbij natuurlijk weer mijn scheenbeen stoot tegen het nachtkastje. Au. Kutkastje.

Ik kom overeind en geef boos een trap tegen het kastje. Godverdomme. Ik slaak een kreetje van de pijn en begin als een soort rare vogel rond te dansen terwijl ik mijn teen in mijn hand hou.

"En dan zeg jij dat ik raar ben" Tess gaat helemaal stuk om haar eigen opmerking.

"Zegt degene die brieven schrijft aan vrienden die ze niet eens heeft." Antwoord ik droog.

Ze negeert deze opmerking en ik laat mijn teen los. Ze moeten echt niet zulke harde tafeltjes neerzetten hier. Dat is gewoon gevaarlijk. Vooral als je Sophie Fields heet.

"Is hier nou echt niks plats om op te schrijven?" Zucht Tess overdreven.

"Tuurlijk wel, je borst" antwoord ik met een neppe glimlach. Ze kijkt me woedend aan en gaat dan op de vloer liggen.

Ik ga weer op mijn bed liggen en open zelfvoldaan mijn boek. Bam. Die zat.



My Perfectly Ruined Summer RomanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu