Harry Potter the next generation Dutch HP fanfic

Vrienden

De coupédeur ging open en er kwamen 2 jongens en 1 meisje binnen. 'Mogen we bij jullie zitten'? vroeg het meisje. Ze had bruin haar net zoals de jongens. Albus en Roos knikten en schoven opzij. 'Hoe heten jullie' vroeg het meisje. 'Albus Potter' zei Albus. 'Roos Wemel' zei Roos. Het meisje knikte. 'Kennen jullie ons niet'? vroeg Roos. Het meisje schudde haar hoofd. 'Hoezo'? Roos antwoordde: 'zijn vader is Harry Potter' terwijl ze naar Albus keek. 'En mijn ouders zijn zijn beste vrienden namelijk Hermelien Griffel en Ron Wemel. Ze hebben Voldemort verslagen bij de Slag om Zweinstein'. Het meisje knikte 'ik geloof dat die meneer daar iets over had gezegd, ja'. 'Hoe heten jullie'? vroeg Albus. 'Suzanne Kuiper' zei het meisje. 'Jelmer Kuiper' zei de ene jongen. 'Melchior Toussaint' antwoordde de andere. Melchior en Suzanne hadden een bril. 'Zijn jullie familie' vroeg Albus aan het meisje dat Suzanne heette en aan de jongen die Jelmer heette. Ze knikten en Jelmer antwoordde: 'We zijn een tweeling. En Melchior is ons neefje'. Albus knikte. Ze kletsten een beetje over koetjes en kalfjes tot Roos het over een andere boeg gooide: 'In welke afdeling willen jullie'? Suzanne antwoordde: 'ik ken ze niet zo goed mijn ouders zijn namelijk geen tovenaars. Maar ik heb een boek over Zweinstein gehaald en het hun een beetje uitgelegd. Ik denk dat Griffoendor wel leuk is. En anders wil ik in Ravenklauw'. Jelmer en Melchior knikten. De stenen op de maag van Albus kwamen weer terug. Roos keek hem onderzoekend aan. 'Wij willen in Griffoendor. Net als onze ouders. He Al'? Albus knikte en keek door het raam naar buiten. Wat als hij bij Zwadderich kwam. Hij wilde niet bij Zwadderich! Ze gingen weer verder met kletsen. Albus kwam veel te weten over de dreuzelwereld. Hij wist hoe een telefoon werkte en hoe voetbal moest en dat soort dingen maar er waren ook heel veel dingen die hij niet wist. Dat dreuzels op foto's gewoon stil stonden bijvoorbeeld! Rond 1 uur gleed de deur weer open en er kwam een mollige dame met een grote kar met snoepgoed binnen. 'Willen jullie iets van mijn karretje'? Albus sprong op want hij had veel geld. 'We nemen alles' zei hij. Melchior, Suzanne en Jelmer keken hun ogen uit. Albus opende een chocokikker en keek naar het plaatje. Harry Potter stond er. Zijn vader! Hij liet het plaatje aan Roos zien en ze moest lachen. Daarna vermaakten ze zich met het eten van smekkies in alle smaken. Albus at: Toast, peper, sardientjes, pizza, perzik, vanille, kaneel, chocolade, hondenbrokken en nog veel meer. De rest van de reis aten ze het snoepgoed. Het werd donker en ze stopten bij een station. 'Uitstappen iedereen' hoorde Albus iemand roepen 'laat je spullen in de trein'. Het laatste snoepgoed stopten ze in hun zakken en ze liepen de trein uit. 'Eerstejaars hierheen, eerstejaars hierheen' hoorde Albus Hagrid roepen. 'Wie is dat'? geschrokken bleef Suzanne staan. 'Dat is Hagrid. Hij is heel aardig hoor'. Bibberig liepen Suzanne, Jelmer en Melchior richting de grote man. 'Hallo Albus, dag Roos' zei hij vriendelijk tegen Albus en Roos. 'Eerstejaars hierheen, Eerstejaars'! Toen alle eerstejaars zich verzameld hadden rondom Hagrid liepen ze naar de bootjes. 'Niet meer dan 4 per boot' riep Hagrid nog. Ze deelden zich op in groepen van 4 en gingen in de bootjes zitten. Hagrid had een boot voor zichzelf. Albus zat bij Jelmer, Melchior en een jongen die zich had als Daan Filister. 'We gaan zo onder een brug door, koppen omlaag' riep Hagrid. Albus deed zijn hoofd naar beneden en inderdaad, ze gingen onder een lage brug door. Hagrid zelf moest zich helemaal dubbelvouwen om niet tegen de brug te stoten. 'Hier om het hoekie zien jullie Zweinstein voor het eerst'. Ze reikten hun halzen uit om Zweinstein te kunnen zien. Albus zag een groot kasteel en van alle kanten hoor je oh's en ah's. De bootjes stootten tegen de kade en Hagrid hielp hun uitstappen. Met zijn allen liepen ze naar het grote kasteel. Hagrid hief zien vuist op en bonsde drie keer hard op de deur.