~Deel 7~

37 1 0
                                    

'Ik kan weglopen van school' flitst het door me heen. Ik meld me gewoon ziek en vlucht weg. Ik neem de trein en ga naar het strand of naar de stad, het maakt niet uit. Zolang het maar ver van hier is. Mijn kluisje laat ik voor wat het is, snel kijk ik of ik nog geld bij me heb. 1 Euro zie ik, precies genoeg voor water. Ik loop langs de automaat en met een flesje loop ik de trap op naar de verzuimcoördinator om me ziek te melden. Ik hoop dat hij me laat gaan, aangezien ik mezelf eerder dit jaar al veel ziek gemeld heb. Langzaam nader ik de kamer van de verzuim, onbewust voel ik toch spanning in mijn lijf. Een tijd geleden had ik nooit gedacht dat ik dit zou durven en nu sta ik op het punt om te gaan spijbelen. Mijn tas zet ik buiten tegen het muurtje en ik loop naar binnen. 'Hallo Marith' zegt hij. Ik vind het nog steeds raar dat hij mijn naam weet, de namen van alle kinderen van de school trouwens en dat terwijl hij op een dag amper uit zijn kamertje komt. Maar ik laat niks merken. 'Hallo, ik kom me ziekmelden' ik kijk naar de grond, ik durf hem niet aan te kijken. Het voelt niet goed om deze aardige man te bedriegen maar het moet. Hij lijkt me niet te geloven maar laat me gaan nadat ik naar huis gebeld heb. Het nummer had ik ingegetypt maar ik drukte niet op de belknop. Ik deed alsof mijn moeder terugpraatte en vertelde de verzuim dat ik naar huis kon gaan. Hij wenste me beterschap en ik verliet de kamer.

Ik gris mijn tas weg van het muurtje en loop de gang uit, de trap af en richting de aula. 'Heb je geen les?' klinkt het achter me. Meneer Wiersema hoor ik aan zijn stem. Snel denk ik na wat ik moet zeggen, ik kan maar beter gewoon zeggen dat ik ziek ben. 'Ik heb me ziekgemeld'. 'Oh, beterschap' zegt hij, het lijkt alsof hij schrok. Ik kan het me best voorstellen, ik zie er helemaal niet ziek uit. Maar ik heb het helemaal gehad op school en ik wil gewoon weg van hier. 'Maar laat het niet zover komen als aan het begin van het jaar' laat hij erop volgen wanneer hij merkt dat ik niet reageer. 'Dankuwel' zeg ik snel en ik draai me om. Langzaam loop ik richting de uitgang, hopend dat meneer Wiersema niet opnieuw een gesprek begint. Gelukkig houdt hij zijn mond. Ik pak mijn fiets uit de stalling en besluit dat ik de stad in ga. Maar niet hier, uit angst om bekenden tegen te komen, ik pak de trein naar Amsterdam. 

DepressionkidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu