~Deel 11~

40 1 3
                                    

Door mijn betraande ogen kan ik niet goed zien wie het is. Langzaam komt er een soort schim op me aflopen, als hij dichterbij gekomen is herken ik meneer Wiersema. Hij moet zeker ook met de trein die over een half uur komt. Ik kijk de andere kant op, ik wil niet dat hij ziet dat ik huil. Als ik toch naast me kijk zie ik dat hij ook is gaan zitten. 'Gaat het wel met je?' vraagt hij met een aardige stem. Nee denk ik, het gaat helemaal niet. Maar ik durf het niet te zeggen. 'Wil je me vertellen wat er aan de hand is?' Ik slik eens diep en kijk hem aan, mijn tranen veeg ik weg van mijn gezicht. Langzaam gaat de tijd voorbij, nog 25 minuten voordat de trein komt. Zolang kan ik hier nooit zitten zonder ook maar iets tegen meneer Wiersema te zeggen. 'Wat doe je eigenlijk op het station?' vraagt hij dan, alsof hij mijn gedachtes kan lezen. 'Ik wachtte op de trein' zeg ik zacht terwijl ik mijn schoenen bestudeer. Ik zie dat hij het niet snapt, ik heb immers ook geen tas of iets dergelijks bij me. Ik....ik wilde... Ik slik. Ik voel de tranen terugkomen. Ik ben nu op de helft van mijn zin en zie dat meneer Wiersema vol rust naar me kijkt. Snel maak ik mijn zin af: ..voor de trein springen. Ik duik in elkaar en sla mijn handen voor mijn gezicht. Niet eens omdat ik spijt heb, maar het gaat gewoon vanzelf. Na een tijdje droog ik mijn tranen en wacht ik op een reactie van hem.

Ik merk aan hem dat hij ook even niet weet wat hij moet zeggen. 'Meen je dit echt? Wat ben ik dan blij dat ik je tegengekomen ben'. Ik knik. 'Laten we een stukje lopen' stelt hij voor. Ik sta op en we lopen het station uit. 'Hoeft u niet met die trein mee?' vraag ik terwijl ik een blik op de stationsklok werp. 'Dit is belangrlijker' antwoord hij gelijk. Buiten het station gaan we op een bankje aan het water zitten. Meneer Wiersema vraagt me hem alles te vertellen. En dat doe ik, van dit schooljaar tot wat ik vandaag heb gedaan en wat ik van plan was. Ik vertrouwde hem, wat ik eerder nooit verwacht had. Als ik uitverteld ben blijven we nog een poosje zitten, daarna stelt hij voor om me thuis te brengen. Ook wil hij het verhaal aan mijn moeder vertellen, ik besef dat ik geen keuze heb. Maar ik ben blij dat hij me wil helpen. En over een tijdje zal alles beter zijn.




EINDE


Reacties en tips zijn altijd welkom

DepressionkidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu