Uit voorzorg besluit ik toch maar naar huis te gaan, zodat ik thuis ben voordat mijn moeder er is. Terwijl ik op het bord kijk hoe laat mijn trein gaat voel ik mijn mobiel weer trillen. Ik zie dat mijn trein binnen een paar minuten komt en loop naar een bankje dat op het station staat. Mijn tas zet ik naast me neer en ik pak mijn mobiel erbij, een sms'je van meneer Wiersema zie ik.
Hoi Marith, gelukkig ben je in orde. Er is iets wat ik wel vreemd vind: ik sprak net de verzuimcoördinator en hij zei dat jij naar huis gebeld had en dat er iemand opgenomen had, dit vind ik vreemd aangezien jij zegt dat er niemand thuis is. (dat neem ik aan omdat de telefoon thuis niet opgenomen wordt). Zou je me dit alsjeblieft kunnen uitleggen? Meneer Wiersema.
Ik schrik, hij heeft me door. Waarschijnlijk weet hij al lang dat ik niet thuis ben, misschien wist hij vanmorgen al dat ik helemaal niet ziek was. Eigenlijk voel ik me ook wel schuldig voor wat ik heb gedaan. Maar als ik denk aan een schooldag, die voor mij echt rot aanvoelt, vind ik mijn keuze al minder erg. Gelukkig komt de trein eraan, zodat ik niet langer hoef te piekeren, ik stap in en ga richting huis.
Thuis zie ik gelukkig dat mijn moeder er nog niet is, het is ook pas half 5. Ik pak mijn tas uit en ruim alles netjes op, zodat het voor mijn moeder net een normale schooldag lijkt. Ik pak wat drinken en ga aan tafel zitten met mijn mobiel, ik moet nog een berichtje terugsturen naar meneer Wiersema. Nadat ik 5 minuten getypt heb weet ik eigenlijk nog steeds niet wat ik moet sturen. Steeds lees ik wat ik getypt had en haalde ik het daarna weer weg. Ik kijk even op en neem een slok. Hoe kan ik de juiste woorden kiezen om hem ervan te overtuigen dat ik geen hulp nodig heb van hem en dat ik vandaag niks gevaarlijks heb gedaan, maar zonder te vertellen wat ik echt heb gedaan. Plots valt het knipperende knopje bij de telefoon op, wat betekende dat er iemand gebeld had maar er niet opgenomen werd. Dat kwam door meneer Wiersema natuurlijk. Ik besluit het snel uit te zetten, voordat het mijn moeder opvalt en ze terug gaat bellen. Ik zie dat hij meerdere keren gebeld heeft, hij heeft zelfs een bericht ingesproken. Hij was dus echt heel erg bezorgd. Ik luister wat hij ingesproken heeft. Zijn woorden raken me echt, ook al is het bericht voor mijn moeder bedoeld. Ik voel de tranen over mijn wangen gaan en besef wat ik vandaag heb gedaan. Ik heb gespijbeld en iedereen is ongerust. Allemaal door mij.
JE LEEST
Depressionkid
Teen FictionMarith zit op de middelbare school, opzich al moeilijk genoeg. Maar wanneer je zoveel nadenkt dat je je eigen leven negatief beïnvloed is dat niet leuk. Ook zonder vrienden is het moeilijk om een schooldag te overleven. Dit is een verhaal over het s...