~Deel 3~

50 1 1
                                    

'Marith, kom eens' hoor ik als ik net mijn tas op de achterste tafel gezet heb. Ik draai me om en zie dat meneer Wiersema me gevolgd is. En nu wil hij ook nog praten, wat moet ik zeggen. Langzaam loop ik naar hem toe, ik kijk hem niet aan, ik ben bang dat hij aan mijn ogen kan zien dat er iets is. Zodra ik het lokaal uit ben sluit hij de deur achter mij. Lachend zie ik Lisa en Noa aankomen vanaf de andere kant, snel kijk ik weg. Ik hoef ze nu even niet te zien, ze zijn zoals gewoonlijk te laat. Meneer Wiersema wacht even totdat ze binnen zijn en begint dan rustig te praten: 'is er soms iets? Ik vond je net raar reageren, de laatste tijd vind ik je ook veel veranderen' hij wacht even, maar ik houd mijn mond dicht. 'Als er iets is kan je het altijd zeggen'. Ik kijk hem aan en zijn ogen kijken terug. Hij lacht naar me, ik vertrouw hem ook wel, maar waarom zou ik hem alles vertellen wat mij bezighoudt dat boeit hem toch niks. Toch sloeg hij de spijker op zijn kop, ik ben misschien inderdaad veranderd. Ik denk terug aan het begin van het jaar, toen ik zo vrolijk was en zin had in alles. Nu heb ik nergens meer zin in en zie ik overal tegenop omdat toch niks meer lukt, zelfs lezen is een drama. Niemand weet het, ook voor mijn ouders heb ik het geheim gehouden, ik schaam me er kapot voor. En nu ook Lisa mijn vriendin niet meer is heb ik op school niemand meer, niemand om mee te lachen en te praten, niemand die het schoolleven fijn maakt. Ik zie het nut van school ook niet meer, huiswerk maken doe ik ook al lang niet zo serieus meer als eerst; Misschien is het de puberteit.


DepressionkidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu