3

199 13 1
                                    

'Vind je het echt mooi hier', vraagt Elias. Ik knik. 'Hoort dit nog bij jullie tuin'. 'Ja maar mijn ouders hebben het appart gedaan'. Ik kijk om me heen en zie veel mooie bloemen. Er staan ook bomen en struiken. Waarom neem je me hier mee naar toe, en waarom niet...'. 'Ik vind je leuk', onderbreekt hij mij. Mijn mond valt open en ik kijk hem verbaast aan. 'Ja laat maar', zegt hij en draait om. Ik doe mijn mond snel dicht en pak zijn schouder. Ik draai hem om en hij staat plotseling heel dichtbij. Ik durf hem niet aan te kijken en kijk naar mijn schoenen. 'Ik vind jou ook leuk', zeg ik snel. Hij zet zijn vinger onder mijn kun en duwt mijn hoofd omhoog. Nu moet ik hem wel aankijken. Hij doet een plukje haar achter mijn oor en komt dichterbij. Dan zwaait het poortje van de tuin open. Ik doe meteen een stap naar achter. Mila komt naar me toe gerent. 'We moeten allemaal weg hier'. Ik kijk nog even naar elias en dan sleurt ze me aan mijn arm mee. Binnen zie ik allemaal mensen in paniek rond lopen. We komen bij de fietsen en ze pakt haar fiets. Ze wil weg fietsen maar ik hou haar tegen. 'Waarom trok je me weg'. 'Omdat we hier weg gaan en jij bij mij blijft slapen'. Ik kijk haar even vragend aan maar ze fietst dan weg. Ik pak snel mijn fiet en fiets achter haar aan. Nadat ik een raar wit busje met 2 mannen moest ontwijken. Ik ga langs haar fietsen en kijk haar aan maar ze kijkt niet terug. 'Weet je wat ik net gemist heb', zeg ik maar ze reageert nogsteeds niet. 'Oke dan zeg ik het niet'. Ze fietst gewoon door tot we bij haar huis aankomen waar ik weet een wit busje zie rijden. We zetten onze fiets neer en gaan naar binnen. We lopen in stilte naar de kamer van Mila. Als we binnen zijn laat ze zich op bed vallen. 'Vertel nou waarom ik mijn eerste kus moest onderbreken'. Ze kijkt me verbaast aan. 'Omg hoe was het', vraagt ze meteen. Ik kijk haar doordringend aan. 'O sorry, maar we moesten daar weg anders werden we gepakt door de weerwolf jagers. Of ja ik'. Ik kijk haar aan. 'Wat zijn weerwolf jagers'. 'Ze jagen op weerwolven duh'. Ik knik. 'En die waren op dat feest'. Ze knikt. O nee Elias, denk ik meteen. 'Echt sorry maar ik moest daar weg. Die weerwolf jagers zijn echt sterk. Vroeger hadden de weerwolven ze verjagen en konden we hier veilig zijn maar ze zijn terug'. Ik kijk naar mijn vingers. 'Ik ga nu slapen', zegt Mila. Ze legt nog een matras met dekens naast haar bed en trekt dan haar pyjama aan terwijl ik nog zit te denken hoe het met Elias zou zijn. Ze gooit een pyjama van haar in mijn gezicht en ik schik uit mijn gedachten. 'Ga slapen we kijken morgen wel verder'. Ik trek de pyjama aan en haal mijn make-up eraf. Ik ga in het bed liggen en staar naar het plafond. 'Hoe zien die jagers eruit', vraag ik. 'Ze hebben een zwarte jas aan en meestal een zonnebril. En ze rijden meestal in een wit busje. Ik ga meteen recht zitten en kijk naar Mila. 'Ik heb zo'n busje zien rijden toen we hier aankwamen. En ook toen we weg gingen bij het feest'. Ze kijkt me even geschokt aan. 'Hoe weten ze of mensen een weerwolf zijn'. 'Ze hebben een lijst waar die mensen op staan. Voor ik iets kan zeggen zwaait de deur open.

Waarom Ik Niet? *Voltooid*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu