Waarom Ik Niet? *Voltooid*

10

'3...2...1..'. Ik druk op de bel en verstop me achter een struik. De deur gaat open en een man met een zwarte jas en zonder zonnebril. Hij ziet alle weerwolven voor op de straat staan. Hij roept iets door het huis en er komen allemaal mannen met zwarte jas en zonnebril het huis uit. Als er geen mannen meer komen glip ik via de struik naar binnen. Ik kijk onder het beeldje en pak de sleutel. Ik ren verder de gang in en ren de trap af naar de kelder. Ook zo dom om er kelder op te zetten. aan het eind van de trap zit een kleine ruimte met een deur. Op de deur staat kelder. Makkelijk. Ik stop de sleutel erin en de deur gaat open. Ik kom in een grote lege ruimte. Ik zie allemaal mensen in hoekjes zitten. Ze kijken me verrast aan. Ze staan langzaam op en lopen naar de toe alleen blijven op 3 meter van mij staan. Ze proberen iets te zeggen maar ik hoor niks. Ik loop naar ze toe maar word tegen gehouden door een onzichtbare muur. Ze beginnen te wijzen naar me. Ik kijk achter me en zie een van de mannen met zwarte jas en zonnebril staan. Hij grijpt me bij mijn middel en tilt me op. Naast de deur zit een grote rode knop. Ik druk op de knop en zie een wand verdwijnen (voor zover dat kan). Alle gevangenen stormen naar de opening en rennen eruit. Mila komt meteen naar me toe en probeert me los te maken. 'Nee, word een weerwolf en ga buiten vechten'. Ze knikt en iedereen volgt haar naar buiten. Ik word nogsteeds vastgehouden door een man. Ik schop met mijn voeten een sla met mijn handen maar het helpt niet. De man pakt mijn bovenarm vast en gooit me op de grond. Hij komt dringend op me aflopen een ik schuif naar achter. Ik kom bij een muur uit en kijk bang naar de man. De man loopt langzaam naar achter en ik snap niet wat hij gaat doen. Hij komt bij de deur en drukt op de rode knop ernaast. Meteen sta ik op en ren op hem af tot ik tegen de onzichtbare muur bots. De man kijkt me met een grijns aan en loopt dan weg. 'Zak'. Ik sta op en loop door de ruimte. Na een rondje loop ik naar de achterste muur toe en ga ertegenaan zitten. De andere zijn nu vrij en ik zit hier. Ik hoop dat ze die stomme weerwolf jagers verslaan. Na wat wel 3 uur leek gaat de deur weer open. Een hele rij met klasgenoten en nog andere mensen komen binnen. Er staan wel 4 mannen hij. Hij duwt op de knop en de onzichtbare muur verdwijnt. Alle mensen worden mijn kant op geduwd en Mila komt naar me toe. 'Ze waren te sterk, ze hadden een wapen waarmee wij in een bel kwamen'. Ik kijk rond naar de mensen die er zijn en ik zie Elias naar me toe lopen. 'Hoi', zegt hij. 'Hoi'. Hij komt naast me zitten maar al snel staat hij weer op. Ik zie mijn tasje liggen. O ja ik heb nog dingen meegenomen. 'Wat zit daar in', vraagt Elias. 'Een mesje, een harde stok en peperspray'. 'Wouw wat handig', zegt Mila. Ik pak mijn tasje en kijk erin. 'Oke ik heb een idee'. Ik geef Mila het mesje, Elias krijgt de harde stok en ik hou de peperspray. 'Iedereen tegen de muur kant bij de deur', roep ik. Met veel geroezemoes gaan ze allemaal tegen de muur staan.