Er staan 2 mannen in de deuropening met een zwarte jas en zonnebril. Mila en ik staan meteen op uit bed en proberen via het raam te ontsnappen. Mila gaat eerst en dan ik. Ik word van achter gepakt en op het bed gegooid. Verder besteden ze geen aandacht aan mij. Ze grijpen naar Mila en de man gooit haar over zijn schouders. Ik sta op van het bed en spring op de man die Mila vast heeft. De tweede man pakt me bij mijn middel en zet me achter in de kamer. Ik blijf de man slaat en schoppen. 'Nee Mila', zeg ik wanneer ze de deur uit wordt gedragen. Ze pakt de deurpost vast zodat ik haar gezicht nog kan zien. 'Kom me zoeken op kolverstraat...'. Ze word weg gedragen. Ik zie nog net haar hand open dicht en weer open gaan. De andere man die mij tegenhield loopt langzaam de deur uit. Ik sla mijn handen voor mijn gezicht. Waarom gebeurt dit. Ik sla op de grond en voel een traan over mijn wang rollen. Ik sta op en veeg mijn traan weg. Ik pak mijn spullen en loop de trap af. De moeder en vader van Mila slapen waarschijnlijk al. Ik loop de voordeur uit en sla hem dicht. Ik pak mijn fiets en fiets naar huis. De wind waait door mijn warrige haar en mijn gezicht wordt koud. Als ik eindelijk thuis aankom loop ik stil naar binnen. Ik ga naar mijn kamer en laat me op bed vallen. Ik bedenk me dat ik Mila's pyjama nog aan heb. Ik doe de pyjama uit en doe mijn eigen aan. Ik kruip onder de dekens en denk na. Ik heb geen Mila meer en misschien ook geen Elias meer.
De volgende ochtend wordt ik wakker. Ik stap uit bed en kijk in de spiegel. Ik heb wallen van hier tot Tokyo en mijn haar is ontploft. Het is weekend en ik heb geen zin om iets te gaan doen. Het is dat ik moet werken anders had ik de hele dag in mijn bed gelegen. Ik borstel mijn haar, doe make-up op en trek mijn werkshirt aan. Ik loop naar de keuken en maak ontbijt. Als ik het op heb pak ik mijn fiets en fiets naar de broodjeszaak. Ik sta achter de bar en staar voor me uit. 'Hé je moet wel iets doen he', zegt een van mijn collega's. Ik knik. Ik loop naar een tafeltje waar een jonge aan zit. 'Wat wilt u bestellen'. 'Ehm jou'. Ik kijk naar de jonge en zie dat het Elias is. 'Wat doe jij hier, ben jij niet meegenomen door zo'n weerwolf jager, tenminste jij bent ook een weerwolf toch'. 'Gelukkig ben niet gepakt en jij'. 'Eh nee Eh ik ben er nog maar Mila is wel weg', zeg ik en kijk naar mijn vingers. 'Ze komt wel terug'. Ik knik. 'Aimee'. Ik kijk naar de bar. 'Wat wil je bestellen', vraag ik nogmaals. Hij glimlacht. 'Doe maar een koffie'. Ik schrijf het op en ga dan terug naar de bar. Ik maak de koffie en breng hem naar Elias. Het is nog rustig dus ik ga bij hem zitten. 'Hoelaat ben je klaar met werken', vraagt hij. '12 uur'. 'Zin om iets te gaan doen'. Ik denk even na maar schut dan mijn hoofd. 'Ik moet Mila redden, ze had het over kolverstraat. Daar moet iets zijn'. 'Ik ga wel met je mee zoeken'. 'Bedankt', zeg ik met een glimlach. Ik sta op. 'Ik moet verder, wacht je op me'. Hij knikt. Ik loop terug naar de bar en ga verder met mijn werk.
JE LEEST
Waarom Ik Niet? *Voltooid*
WerewolfAimee is een normaal meisje. Is dat erg? Ja. Alle klasgenoten zijn weerwolven maar zij niet. Ze doet net alsof ze ook een weerwolf is zodat ze niet gepest wordt. Maar als er plotseling leerlingen worden gepakt door Weerwolf jagers is zij de enige di...