Daughter of the Devil

12.(Not Edited)

Ik zat in mijn auto en reed naar school. Ik zucht en bijt op mijn lip. De laatste dagen verdwenen er steeds meer mensen. Vooral mensen waarmee ik omging. Taylor was ook al verdwenen. Mark gelukkig niet. Ik denk dat mijn vader hem ergens anders voor wil gebruiken. Ik zucht en rijd de parkeerplaats op. Ik voel hoe gelijk iedereen weer naar me kijkt. Na een tijdje begon het te vervelen. Ik zucht en loop gelijk door mijn mijn lokaal waar ik zo les heb. Ik zie dat er weer jongens zitten te vechten om naast me te mogen zitten. Dat ging al zo zins in hier op school was. Ik zucht en begin Marks naam in mijn boek te tekenenen met versierde letters. Ik zie vanuit mijn ooghoeken dat iemand naast me gaat zitten. Ik zie al snel dat het Mark is."Heey."Zegt hij en ik zwaai even licht naar hem. Dan went ik me tot de les. Na de les loopt Mark naar me toe."Waarom negeer je me?"Vraagt hij aan."Omdat ik wil dat je blijf leven Mark. Heb je het dan nog niet door."Sis ik naar hem maar zo dat alleen hij het kan horen."Maar ik wil bij je zijn Nina."Zegt hij en hij pakt me bij mijn arm. Als we in het openbaar zijn zij hij altijd mijn mensennaam mocht iemand toch het gesprek horen."Je kan pas bij me zijn als mijn vader stopt met mensen vermoorden."Zeg ik tegen hem en ik trek mijn arm los."Luister Mark als je wil dat we samen zijn en dat je wilt blijven leven moet je me tijdelijk los laten."Zeg ik tegen hem en ik kijk hem boos aan. Ik loop weg maar Mark pak me weer eens vast voor de zoveelste keer."Ik laat je dit niet alleen doen."Zegt hij en hij kijkt me aan. Ik kijk hem dreigend aan. Hij laat snel los en ik loop verder. Mannen...

Mark P.O.V

Ik zat op mijn kamer en keek naar het plafond. Opeens merkt ik dat ik niet meer alleen ben ik de kamer. Gelijk ga ik rechtop zitten en zie de duivel grijzend in de hoek van mijn kamer staan."Wat doe jij hier?"Sis ik naar hem."Ik kom wat doen."Zegt de duivel en hij staat voor me. Ik ga ook staan."Ik kan mijn eigen dochter niet vermoorden dus jij moet het voor me doen."Zegt de duivel tegen me. Ik zet geschrokken een stap achteruit."Je bent gek. Denk je nu echt dat ik Wynona ga doden?!"Vraag ik ongelovig aan hem."Ik weet dat je het niet vrijwillig gaat doen. Dus zal ik je dwingen."Zegt de duivel tegen me. Hij kijkt me diep in mijn ogen aan en doet iets waardoor ik geen vrije wil meer heb."Je zal mijn dochter willen vermoorden en als dat gedaan is vermoord je jezelf. Je zal geen genade tonen. Je zal haar haten je zal haar verachten."Hoor ik de duivel zeggen. Ik voel hoe ik me hol en kil vanbinnen ga voelen als ik aan Wynona denk. De drang om haar te vermoorden wordt groter. Ergens diep van binnen vecht ik tegen deze gevoels. Na een tijdje voel ik niks meer en is de duivel verdwenen. Ik ga slapen. Morgen zal ik mijn jacht op Wynona beginnen.

Als ik wakker wordt is het zaterdag. Ik douche me snel en kleed me aan. Ik prop een broodje in mijn mond en ik loop naar het huis van Wynona en bel aan. Wynona doet open en kijkt me glimlachend aan. Ik speel gewoon mee."Heey Mark. Wat is er?"Vraagt ze en ze kijkt me aan."Niks. Ik wou je gewoon weer zien."Zeg ik lief."Je weet dat dat gevaarlijk is Mark. Je kan beter naar huis gaan."Zegt Wynona dan sirieus."Please Wynona mag ik heel even bij je blijven? Ik mis je echt heel erg."Zeg ik smeekend en ik kijk haar lief aan."Nou goed dan. Een uurtje maar."Zegt Wynona en ze laat me binnen. Yes denk ik. Ik loop samen met Wynona naar de woonkamer toe en we gaan op de bank zitten. Wynona komt tegen me aan zitten."Ik heb je gemist."Zegt ze en ze speelt wat met mijn vingers. Ik lach."Ik jou ook."Fluister ik lief in haar oor.

Als snel valt Wynona in slaap. Ik laat haar voorzichtig los en haal een houten staak uit mijn mouw. Ik doe hem in mijn hand en richt hem op het hart van Wynona. Ze merkte het en wordt snel wakker en schiet bij me vandaan. Ik stond ook op."Mark wat doe je?"Vraagt ze geschrokken en ze kijkt me anstig aan."Een eind aan je leven maken."Zeg ik dreigend."Waarom?"Vraagt Wynona aan me en ze loopt wat achteruit."Omdat je slecht bent. Je hoort niet te bestaan. Je hoort niet in de onderwereld te zijn. Ook niet op aarde of in de hemel. Jij moet van allle werelden verdwenen zijn."Sis ik naar haar toe. Ik haal naar haar uit. Wynona ontwijkt hem nog net. Ze zet haar hand tegen mijn achterhoofd en knalt hem tegen de muur aan. Alles wordt zwart.

Wynona P.O.V

Ik rende mijn huis uit. Naar mijn porsche en stapte snel in. Ik zette hem snel aan en scheurde weg. Niet te geloven! Mark heeft me zonet geprobeerd te vermoorden. Mijn ogen waren op de weg gericht terwijl mijn gedachtte totaal ergens anders was. Toen Mark had gezegt dat hij een eind aan mijn leven wou maken wist ik gelijk dat mijn vader hem gedwongen heeft. Ik slikte en reed sommige auto's voorbij. Ik moest zo snel mogelijk weg. Ik moest weg daar. Ik moest naar een plek toe die Mark niet kende. Ik moest me ergens verstoppen. Ik zou moeten blijven vluchtten. Als Mark echt zoveel onderzoek naar Demonen had gedaan wist hij ook hoe hij ze moest opsporen. Ik kijk even naar de borden langs de weg naar welke plaats ik zou kunnen gaan. Ik stop ergens om even te tanken. Als ik uit de auto stap overspoelt gelijk de geur van bloed en bezine mijn neus. Ik hou mijn adem in zodat ik niet kan ruiken. Ik begin te tanken. Ik gooi mijn tank helemaal vol en betaal dan. Ik ga weer verder rijden.

De hele nacht heb ik door gereden. En mijn gedachten waren de hele tijd bij Mark. Hoe kon hij me zo iets aan doen? Wat nou als het toch geen dwang was van mijn vader maar hij me echt wilde vermoorden? Wat hij dat de hele tijd al vanplan? Ik sloeg ergens af en reed naar een hotel. Daar zou ik een tijdje kunnen verblijven. Ik huur een kamer en ga met de lift naar boven. Ik plof gelijk neer op het bed. Ik doe niet eens moeite om me uit te kleden. Ik trek de dekens helemaal over me heen en ga slapen.

En zo lig ik 10 maanden lang. Ik heb brandende dorst maar ik negeer het nog steeds. De liefde van mijn leven probeerde me te vermoorden. Ik besloot dat ik gewoon wat moest drinken. Ik bel een roomservice en bestel wat te eten. Als de meneer binnenkomt die het eten komt brengen drinkt ik die leeg. Ik dump het lichaam in een andere kamer. Ik loop naar de badkamer waar ik me ga douchen. Als ik klaar ben haal ik een hand over de beslagen spiegel en kijk naar me gezicht. Ik had dikke wallen onder mijn ogen en mijn haar zat vol klitten. Mijn lippen waren wit. Ik haal mijn blauwe lenzen uit mijn ogen. Ik kijk naar mijn rode ogen. De rode ogen die vroeger altijd nog knalrood waren zijn nu zowat wit. Alleen rond mijn iris zitten nog wat kleine roodje vlekjes. Ik zuchte. Ik had mijn spullen niet meekunnen nemen dus had ik niks meer. Alleen nog wat geld dat ik altijd bij me heb. Ik vind een klein elekstikje. Ik doe mijn haar in een staart en doe mijn blauwe lenzen weer in. Ik vind ook nog wat lippenstift. Ik doe die op mijn lippen zodat mijn lippen meer kleur hebben. Ik haal uit mijn auto een zonnebril die ik opzet zodat ook mijn wallen bedekt zijn. Ik loop naar de stad waar ik wat kleren koop en andere benodigheden. Ik pin ook nog wat extra geld. Ik loop verder en zie in de verte Mark staan!