Hoofdstuk 5

242 21 0
                                    

Ik en Delphi worden naar boven gestuurd. Roses neem beneden afscheid van Skyler, samen met haar ouders en Jothy. Ik sjok naar mijn eigen slaapkamer, waar ik me omkleed en zonder te douchen in bed val. Ik moet huilen. Voor Roses. Ik heb ontzettend medelijden met haar en Skyler. Ook al houd ik niet zo van paarden, dit is echt ontzettend zielig. En de schuld van het Capitool. Ik ben al bijna ingedommeld als ik geschreeuw en gegil in de kamer naast me hoor. Mijn maag trekt samen, en er spoelt een koude golf doorheen. Dat gebeurt altijd als ik schrik of bang ben. Ik spring uit bed en ren naar de kamer van Delphi, waar het gegil vandaan komt. Ik storm de kamer binnen, en Roses springt er gelijk achteraan. Ook Katniss en Peeta komen er bij staan. “Wat is er? Je was aan het gillen en roepen!” roep ik geschrokken. “Ik had een nachtmerrie, meer niet. Sorry voor het wakker maken,” is het antwoord. Lekker dat ik daarvoor zo geschrokken ben. Maar ik begrijp het wel. Ik word ook aangevallen door de nachtmerries, vooral over de Arena. Maar omdat ik niet weet hoe die eruit gaat zien, is het mist. Uit de mist komt een persoon die me aanvalt en vermoord. Altijd dezelfde droom. Ik val toch in een – gelukkig – droomloze slaap. Als ik wakker wordt liggen er kleren klaar. Een groen broekpak van lichte stof. Het zit strak, maar is ontzettend rekbaar. Ik kan me er prima in bewegen. Snel vlecht ik mijn haren in en loop naar beneden, maar er zit nog niemand te ontbijten. Ik haal mijn schouders op en pak toch maar een broodje. Als ik het op heb pak ik een kop chocolademelk, en net als ik weer zit komt Delphi binnen, in het blauw. Zij heeft een shirt en een broek los, maar net zo strak als ik. Snel daarna komt de rest binnen. Roses in het geel. “Staat je gaaf die kleur!” zegt Delphi. Roses heeft ook een vlecht in. Ik had nog niet gezien wat Delphi had. Ik kijk naar haar haar en moet moeite doen om niet te lachen. Het is één groot vogelnest. “Misschien moet je je haren kammen?” probeer ik voorzichtig, maar de lach eronder is maar al te duidelijk. “Oeps! Zo terug,” roept Delphi terwijl ze al half de kamer uitgerend is. Ik kijk Roses aan. “Gaat het weer een beetje?” vraag ik. Ze bijt op haar lip en tranen komen in haar ogen. “Sorry, ik wilde je niet ver…” begin ik “Is niet erg, ik baal, en ik mis hem verschrikkelijk, maar ik weet dat het beter is zo,” zegt ze terwijl ze zich vermant. Ik weet niet waarom, maar ik ben trots op haar dat ze zich zo sterk houdt. Net op dat moment komt Delphi weer binnen. Ik kijk verbaasd naar haar haren. Het zit in een staart, zonder vlecht. “Geen vlecht?” vraag ik. Ze houdt een geknapt elastiekje omhoog en ik knik. Ze laat hem in de prullenbak vallen. “Ik had er maar twee mee,” zegt ze schouderophalend. We lopen richting de liften en zijn snel in het trainingscentrum. Als we er zijn, zie ik dat drie districten er nog niet zijn. De basisregels worden uitgelegd, en we mogen nu doen wat we willen. Na even rondgekeken te hebben loopt Delphi naar district 2. Ik kijk haar na, en wil me net omdraaien als Roses me iets vraagt. “Waarom doet ze dat nou?” Ik haal mijn schouders op. Ik weet heus wel dat Delphi na de parade ook al een klik had met 2, maar dat zou Roses niet zo leuk vinden, dus ik laat het erbij. “Laat haar maar, hoe moet je eigenlijk boogschieten?” vraag ik, om het gesprek af te leiden. Samen lopen we naar de rekken met bogen. Roses schiet eerst, alles raak. Dat heeft ze van haar moeder, dat weet ik zeker. Ze legt me de basisdingen uit, en het gaat best goed. Nog niet alles raak, maar als ik maar genoeg oefen, lukt het vast wel. “Zullen we naar ‘eetbare planten’ gaan?” vraagt Roses. Ik knik, en loop met haar mee naar dat onderdeel. Ineens hoor ik keihard mijn naar. Ik kijk om en spring opzij, een mes komt recht op me af. Ik ben snel, maar niet snel genoeg. Het mes glijd langs mijn arm, en laat een pijnlijke wond achter. Ik kijk om, naar het mes dat in de muur hangt. Een stukje groene stof hangt eraan, en ik ben blij dat het mijn arm was, en niet mijn nek of hart ofzo. Ik kijk in de richting waar het mes vandaan kwam. Het is district twee, en een stuk dichterbij staat Delphi met een ongelukkig gezicht te kijken. Ze lijkt ‘sorry’ te zeggen. Heeft zij dat mes gegooid? Dat kan toch niet? Ik wil wegrennen, weg van hier, terwijl ik met mijn hand mijn arm vasthoud. Maar Roses is me voor. “Kom, ik breng je naar de doktoren,” zegt ze, terwijl ze met me meeloopt naar de deur met ‘EHBO’ erop. Als we binnenkomen, moet ik gaan zitten, en een andere dokter vraagt aan Roses welk district we zijn. Ze willen onze mentors halen. “District 12, Katniss en Peeta,” antwoordt Roses direct. Ze is boos, en niet zo’n beetje ook. Ze smeren eerst een prikkend spul op de wond, maar hij trekt wel gelijk dicht. Het enige wat je nu nog ziet is een schrammetje, maar het doet nog wel pijn. Katniss en Peeta komen binnen, ze hebben gerend. “Wat is er gebeurd?” vraagt Peeta. Ik kijk naar Roses, die op het punt staat om uit te barsten. “District 2 gooide een mes naar Terra, vonden ze leuk. Delphi stond erbij, die vuile verraadster. Ze deed niets! Ze ging niet eens naar Terra! Ze is een vuile verraadster!” Haar stem verandert van rustig naar schreeuwend. Peeta probeert haar te sussen en ze begint te huilen. Maar wat ze zei klopt niet. Delphi stond er niet meer bij toen ik keek. Zij schreeuwde mijn naam, om me te waarschuwen. Volgens mij durfde ze niet eens naar me toe te komen, voelde ze zich schuldig of zoiets. “We spreken haar later wel. Oké?” zegt Peeta tegen Roses. Roses knikt en richt haar blik weer op mij. “Sorry, hoe gaat het nu?” vraagt ze. Ik glimlach. “Het gaat wel. De wond is nu een schram, maar het doet nog wel pijn,” zeg ik. Ze komt naast me zitten. “De pijn is zo weg…” zegt Roses. Dan komt Delphi binnen. Voorzichtig met haar hoofd om de hoek, alsof ze twijfelt of ze wel binnen mag komen. Ik knik. Ze duwt de deur verder open en komt om de hoek. “Hoe gaat het?” vraagt ze. Ik knik, maar we zeggen niets. “Terra… Het is niet mijn schuld… Het was Grey. Ik probeerde het mes te pakken maar het was sneller.” Ze probeert zich voorzichtig te verdedigen, maar ik voel dat ze zichzelf wel de schuld geeft. Roses staat op. “Heb je nou niets in de gaten?” vraagt ze venijnig. “Wat in de gaten?” vraagt Delphi verbaasd. Ik meng me erin voor Roses dingen gaat zeggen waar ze spijt van gaat krijgen. “Ze gebruiken je. Als je met ze overblijft in de Arena, ben je dood,” zeg ik. Delphi lijkt behoorlijk van streek. Ik zie dat Roses nog boos is. “Dat is…Waar?” Delphi zakt weg. “Dat was gelogen,” fluistert Delphi, meer tegen zichzelf dan tegen mij. Ze pakt een steen uit de plantenbak die in de kamer staat, en gooit het richting het schilderij van Snow. Hartstikke mis, dat zie je zo. “Wow…” fluister ik. Ik kijk verbaasd naar de steen die midden op de neus van Snow een scheurtje in het schilderij heeft gemaakt. “Wat?” vraagt Delphi verbaasd. Ze lijkt echt geen idee te hebben waar dat over ging.“Het leek net alsof die hartstikke mis was, maar hij is raak!” Delphi haalt haar schouders op.“Boeiend?” Ik kijk naar met open mond aan. Ik schud haar door elkaar.“Hallo? Word eens wakker! Daarmee kun je tributen voor de gek houden!”“Terra, Roses… Het spijt me. Vergeven jullie me?” Ik kijk naar Roses, ze kijkt terug. “Goed, maar kom je wel weer bij ons?” zeg ik, want Roses lijkt niet van plan iets te zeggen. Delphi knikt.“En ik leer jullie die techniek, als ik nog weet wat ik deed.” De rest van de dag oefenen we nog, en Delphi heeft haar techniek al goed onder de knie. Roses hoeft eigenlijk niet meer te oefenen, ze is hartstikke goed met pijl en boog. S’ avonds als ik in bed lig kan ik niet slapen. Het zit me niet lekker hoe Roses reageerde. Ik loop naar haar kamer en loop gewoon binnen. “Je gedraagt je kinderachtig Rose. Het was district twee dat een mes gooide, niet Delphi. Ze probeerde het nota bene tegen te houden. Ik heb meer recht om boos te zijn, en dat ben ik toch niet? Doe alsjeblieft normaal!” Ik zie Roses boos worden, maar ik moet het toch gezegd hebben.“Nou, het spijt me hoor, alleen het omgaan met district 2 tijdens de trainingen en niets met ons doen, zelfs praten, voordat het gebeurde, is erg verdacht. Ze negeerde die meiden alleen maar omdat ze anders veel meer uit te leggen had. Ze kwam niet kijken hoe het met je ging.”“Je kent haar achtergrond niet,” verdedig ik haar.“Oh, jij wel dan?” vraagt Roses boos. “Nee…” zeg ik, terwijl ik nu al spijt heb van mijn woorden van net. “Dat bedoel ik, dan gaan we het vragen.” We lopen richting het dak. Delphi buigt over de rand, en even schrik ik, maar dan realiseer ik me dat er een krachtveld is. “Je zult maar hoogtevrees hebben,” zeg ik. Delphi valt bijna en draait zich om.“Jullie lieten me schrikken,” zegt ze, terwijl ze haar hand tegen haar borstkas drukt om haar versnelde hartslag te kunnen voelen. “Waarom ben je niet gaan slapen?” vraag ik. We zitten met z’n drieën in de vensterbank. Het past maar net. “Net als jullie denk ik. Ik kon niet slapen,” krijg ik als antwoordt. ik knik. Delphi vertelt haar droom van gisteren.“Bah, ik hoop niet dat dat gebeurt in de…” Maar Delphi onderbreekt haar.“Niet zeggen! Lalalalalala.” Ze doet haar ogen dicht en begint te zingen. Ik en Rose kijken elkaar aan. Ze zingt geweldig! “Je kunt goed zingen, zeg!” zegt Roses. “Ja, maar ik heb één van jouw schilderijen gezien. Dat is pas iets om jaloers op te worden. Of Terra’s houtbewerking kunst!” “Ben je jaloers op ons?” vraag ik verbaasd. Ik kan me het niet voorstellen. Ik wou dat ik zo goed kon zingen! “Ja,” zegt Delphi. Ze buigt haar hoofd, en verschillende emoties schieten over haar gezicht. “De ene keer ben ik rustig in vreemde situaties, de andere keer boos of in paniek. Jullie blijven rustig.”“Denk je?” vraagt Roses. “Ik vroeg me al af of jullie mijn hart niet hoorde kloppen.” “Het spijt met zo… Ik dacht eerst meteen dat jouw ouders alleen jou zouden helpen Roses… En toen ik jou bij het boogschieten zag… Ik kan helemaal niets! Zonder Laurels trucjes zou ik gewoon niets kunnen. O ja, en nog een ding. Ik zie het dus niet zo zitten om kinderen te vermoorden.” Ik leg troostend een hand op haar schouder. “Dat ziet niemand zitten. Bovendien maken talenten niks uit. Jij hebt die trucjes nu geleerd, en je kan zonder ook. Iedereen kan iets.” We beginnen te huilen, alle stress en emotie komt eruit. Ik vertel hoe het er bij mij thuis aan toe gaat. Dat ik mijn kleine zusjes zo mis. En ook mijn andere familie. Ik laat de armband zien die ik van mijn zusjes heb gekregen, en nu als districtsaandenken gebruik. Roses verteld ook over hoe het bij haar is. Dan gaan we richting ben. Ik ben zo moe dat ik bijna gelijk in slaap val. Ik ben blij dat ik meer weet over deze meisjes, zodat ik zowel hun sterke als hun zwakke punten weet, en dus ook waar ik hen en zij mij kunnen beschermen. De volgende dag gaan we als groepje naar het trainingscentrum. We blijven de hele dag bij elkaar, ook al wordt Delphi meerdere malen gewenkt door de meisjes uit 2.  “Wat willen ze toch?” vraagt Roses gepikeerd. “Volgens mij willen ze dat ik bij hen kom, maar daar trap ik dus mooi niet in,” antwoord Delphi eigenwijs. Ik lach. Zo ken ik haar weer. Ik ben blij dat de ruzie weer volledig is bijgelegd. Roses haalt haar schouders op. “Nou, als zij dat willen, hebben ze dus mooi pech,” antwoordt ze. Tussen de middag eten we broodjes in allerlei vormen. Onze eerste lunch in deze zaal. Gisteren, toen Grey het mes had gegooid, was de training stilgelegd, en waren ze vervroegd gaan lunchen. Wij waren toen bij de EHBO. Mijn arm is, door een zalf die ik had meegekregen, nu al volledig genezen. Ik ben blij dat dat zo snel is gegaan, anders zou ik al voordat ik überhaupt in de Arena zat al gewond zijn, en gewond in de Arena zou nou niet echt in mijn voordeel zijn.  Ook de andere trainingsdagen wenken de meisjes Delphi steeds, maar ze negeert ze. Tijdens de laatste dagen zijn we vooral bezig met de basisdingen, knopen leggen, plantenherkenning en camouflage. Dan zijn de privésessies aan de beurt. Omdat er nu een heel district kan winnen, mogen we per district naar binnen, en hebben we per persoon tien minuten. Een halfuur per district. Omdat ik als eerste getrokken ben bij de boete, mag ik eerst. Ik laat zien wat ik kan bij de plantenherkenning, en mijn pijl- en boogkunsten. Ik schiet ze bijna allemaal raak. Maar er zijn er wel een paar goed mis. Ik maak ook een paar stroppen, maar dat is natuurlijk niet zo opwindend om naar te kijken. De Spelmakers kijken dan ook niet echt, slechts een paar letten echt op. Ik denk er even over om net als Katniss een pijl te schieten richting de Spelmakers, maar dan ben ik bang dat ik iemand vermoord, en dan ben ik nog veel verder van huis. Dan mag ik weer gaan zitten, en is Delphi aan de beurt. Ik vraag Roses wat dingen over de privésessie van haar moeder. “Ik had ook bijna een pijl naar hun hoofd geschoten hoor,” vertrouw ik haar toe. “Kijk dan, ze letten niet eens op. Het was dat ik niet zo precies kan mikken als jij en je moeder.” “Dankje, maar het had niet eens gekund, ze hebben een krachtveld voor hun balkonnetje geplaatst, omdat ze bang waren dat iemand met minder precieze boogschietkunsten het ook een keer zou doen,” antwoordt Rose. Daar had ik nog niet eens over nagedacht. Ik kijk naar Delphi. Ze doet het aardig goed op het messenwerpen, ze zijn bijna allemaal in de roos, en degene die mis zijn die zijn alsnog op haar doelwit. Ze heeft toch een aantal handige trucjes geleerd. Verder laat ze zien welke knopen ze allemaal kan maken. Op dat onderdeel was ze echt goed. Zij mag denk ik maar eens voor ons eten gaan zorgen. We moeten voor duidelijke taakverdeling zorgen in de Arena, maar we moeten wel op elkaar blijven letten. Ik moet er niet aan denken dat één of twee van ons, of misschien wel alledrie doodgaan. Maar de kans is aanwezig als we niet ontzettend goed opletten. Ik zie Delphi een buiging maken, en Roses staat op. “Succes!” zeg ik. Ze knikt en loopt direct naar het boogschieten terwijl Delphi naast me komt zitten. “Je was goed joh!” zeg ik tegen haar. Ze haalt haar schouders op. “Ach, valt wel mee. Ik heb er toch niks aan. Ik kan geen kinderen vermoorden,” is haar antwoord. Dat kan. Maar nu lijkt het alsof ze de strijd al heeft opgegeven. Ik begin een hele preek tegen haar.“Luister, jij kunt winnen. Als we dit met z’n drieën doen, lukt het gewoon. Dat weet ik zeker. Wij kunnen dit, hoor je me!” “Eeh, Terra?” Delphi’s stem is wankel. Hij trilt, maar dat laat ik niet zomaar gebeuren. Ze gaat niet huilen! “Hee! Niet huilen! Nee, sterk blijven! Jij kunt dit, we doen dit samen! Dit gaat ons lukken!” “Eeh, Terra?” hoor ik weer, nog steeds met trillende stem. “Je… Je schud me nogal door elkaar, heb je dat in de gaten?” vraagt ze. Ik merk dat ik haar bij de schouders vast heb en haar heen en weer schud.  “Oh, sorry…” zeg ik. Ze begint te lachen en maakt een het-is-al-goed-gebaar. Roses is ook al klaar. Ik kijk naar haar oefenpop en zie alle pijlen in het hart of in de keel. Ze heeft zich niet aan het doel gehouden, de rode schijf op de pop, maar heeft de dodelijke plekken opgezocht. Slim. Daar heb je in de Arena veel meer aan. S’avonds zitten we op de bank en worden de cijfers uitgezonden. We moeten een poos wachten tot we aan de beurt zijn, met 36 tributen. En wij zijn ook nog eens twaalf, dus als laatste aan de beurt. Ik word bang van de kinderen uit één. Het zijn drie jongens van achttien jaar, flink gespierd, met armen waar ik mijn hoofd liever niet tussen zou krijgen. Ze kijken alleen maar boos, op alle foto’s die ik heb gezien. Twee van hen hebben een score van 10, en eentje van 9. Echt heel hoog. Dan zijn wij. Ik krijg eerst mijn cijfer. Een 9. Ontzettend goed, al zeg ik het zelf. Dan is Delphi. Zij heeft een10. Roses heeft een 11. Ik feliciteer beide meiden met hun resultaten en wordt zelf ook overladen met complimenten. Als ik de scores vergelijk met de andere districten hebben wij nog best wel hoog. 1 heeft het hoogst gescoord. Als wij niet winnen, zullen zij wel winnen. Maar zo mag ik niet denken. Wij kunnen dit. Met z’n drieën. Samen. Together. 

I just wanted to survive... (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu