12. Rennen

26 9 2
                                    




Jessie Smith

Met grote ogen kijk ik naar Daniel die bewegingloos op de grond ligt. Hij is nog maar net opgehouden met het schreeuwen van een naam. Hij ziet er zo zwak uit.. Wat zou zo'n vreselijk persoon ooit mee hebben gemaakt wat hem zo zwak maakt? Dat moet toch wel iets heftigs zijn? Verward kijk ik weer naar Daniel die daar maar ligt. Zou hij dood zijn? Kan dat eigenlijk wel als je een paniekaanval krijgt? Was het überhaupt wel een paniekaanval en niet gewoon een hartstilstand? Twijfelend loop ik naar hem toe en voel zijn pols. Als mijn vingertoppen zijn zachte huid raken gaat er even een tinteling door me heen, waar ik niets van begrijp. Ik voel zachtjes zijn kloppingen en weet niet hoe snel ik zijn pols moet loslaten, ook al wil ik hem stiekem weer terug pakken om die tinteling weer te voelen. Oke, hij leeft nog. Wat nu.. Maken dat ik weg kom, schiet de gedachte door mijn hoofd en ik richt mijn blik op de ingestorte Daniel. Dit zou het perfecte moment zijn. Ik besluit snel te handelen en leg hem op bed waarna ik me langzaam omdraai en dan maak dat ik weg ben. Mijn blote voeten dragen me de gang op naar delen van het huis die ik nog nooit eerder gezien heb. Mijn voeten racen over het zachte tapijt richting de houten trap aan het eind van de gang. Waar ik trede voor trede vanaf dender op mijn hoede om niet te vallen. De trap komt uit in een gezellige hal die toegang geeft tot een woonkamer. Ik ren de woonkamer in waarvan de salontafel gevuld is met een tiental bier flesjes. Leuk om te weten dat terwijl ik zat te huilen hij hier gewoon lekker zat te drinken. Op mijn blote voeten ren ik het huis door en open iedere deur die ik tegen kom. Na een aantal minuten heb ik de voordeur gevonden, maar als ik de deurkruk omlaag duw is die zoals verwacht op slot. Snel ren ik terug de hal door een nieuw plan bedenkend. Wat nou als ik gewoon een raam neem naar buiten? Mijn voeten dragen me naar de kamer waar zoals ik weet een aantal grote ramen zijn. Als ik de keuken binnen ren tref ik al meteen de grote ramen. Een voor een ga ik ze haastig af op zoek naar een raam wat open staat. Ik de hoop net opgeven als ik bij het laatste raam aankom die met gemak open gaat. Met een ingewikkelde beweging klim ik op het keukenmeubel en wring me door het openstaande raam heen. Mijn blote voeten raken de ijskoude modderige grond en schoenen zouden wel handig geweest zijn op dit moment. Ik vang nog net een glimp van Daniel op die de keuken binnen stormt als ik me omdraai en zo snel als ik kan weg ren op mijn blote voeten. 'Jessie!' klinkt een schreeuwende stem achter me en ik negeer het net zoals ik bij mijn ouders gedaan zou hebben. En ik ren en ren. De tuin uit het omliggende bos in. De takken knarsen onder mijn blote voeten en zo nu en dan gaat er een pijnlijke steek door mijn voet heen, maar ik kan niet stoppen en blijf rennen en rennen. Want ik weet dat hij me volgt.

A Little DeathWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu