40. Gevolgen

44 4 0
                                    

Nick Branson
~

Met een klap leg ik mijn boeken op tafel. De leraar werpt me een chagrijnige blik toe, omdat ik ook al te laat in de les ben. Het feit dat ik de afgelopen maand amper op school ben geweest lijkt hij niet op te merken. Ik zucht en sla mijn boeken open. Met een waas voor mijn ogen staar ik naar de antwoorden die ik gisteravond laat nog even snel in mijn schrift gekrabbeld heb. Onder mijn ogen hangen donkere wallen en ik doe mijn best om op te letten, maar ik kan mijn aandacht niet bij de les houden. Telkens denk ik aan Jessie en al het schoolwerk dat ik nog in moet halen. Toch blijf ik mijn best doen om op te letten, maar tevergeefs.. Als ik een halve minuut op let dwalen mijn gedachten al af. Van de uitleg zelf snap ik ook helemaal niets.

Achter mij trapt er iemand tegen mijn stoel aan. Ik wil al geërgerd zuchten en de irritante trapper een snauw verkopen, maar dan kijk ik in het gezicht van Veerle. Ik heb haar helemaal niet zien zitten toen ik binnen kwam. 'Psst,' fluistert ze opgewekt. In tegenstelling tot mij heeft Veerle alles netjes op orde. Op de een of andere manier heeft ze naast de tijd die ze aan mij en Jessie verspilt ook nog tijd om aan school te werken. 'Zie ik je in de pauze bij het muurtje?' vraagt ze vrolijk. Haar gelukkige aura weet toch ook een glimlach op mijn gezicht te toveren. 'Is goed.' glimlach ik terug. Plots schrik ik op als ik een harde hand op mijn tafeltje neer hoor komen. Ik draai me abrupt om en kijk ik het gezicht van mijn chagrijnige leraar. 'Erg teleurstellend meneer Branson.' Zucht hij hoofd schuddend terwijl hij door loopt naar de volgende leerling. Op mijn tafel ligt een bekrabbeld toetsblaadje met een 4 erop.

Als ik later die dag alleen door de gangen loop, hangt er een vreemde sfeer. Wanneer ik langs loop, kijken leerlingen naar me met zo'n keurende blik. Sommige schuifelen zelfs stiekem weg. Het is bijna alsof ze bang van me zijn. Zelf weet ik niet zo goed of dat nou komt doordat ik de beste vriend van Jessie ben? Of omdat ze vermoeden dat ik meer dan alleen dat gedaan heb. Op gestaagd tempo loop ik de gangen door, een spoor van luid gefluister achterlatend.

Buiten verwelkomen warme lente zonnestralen en een fris briesje me. Meteen loop ik naar het muurtje toe waar ik de pauze altijd door breng met vrienden en vriendinnen. Helaas is van de vrienden groep die we hadden voordat Jessie verdween niet veel meer over. Melanie keurt ons geen blik meer waardig en de hondjes die altijd achter Jessie aan huppelden zijn ook verdwenen. Nu is het alleen nog mij en Veerle, maar dat vind ik alles behalve erg. Glimlachend loop ik op haar af. Ze begroet me met een zachte kus en een knuffel. Ik sluit haar in mijn armen. Ze ruikt naar de heerlijke lente lucht. 'Hoe gaat het?' vraagt ze me met een geforceerde glimlach. 'Gaat wel,' antwoord ik eerlijk. 'Ik heb gewoon zoveel schoolwerk in te halen..' Veerle knikt en glimlacht even flauwtjes. 'Dat herken ik.' mompelt ze. Verbaasd over de verdwijning van haar vrolijke humeur kijk ik haar aan. 'Maar genoeg over mij,' zeg ik terwijl ik haar hand vast pak. 'Hoe gaat het met jou?' Veerle aarzelt en ze trekt haar mond al open om te liegen dat het goed gaat, maar ze weet dat ik er toch niet intrap. Ze perst even kort haar lippen op elkaar en zucht dan zwaar. 'Slecht, om eerlijk te zijn.' geeft ze dan eindelijk toe. 'Mijn vader is zijn baan kwijt. Ontslagen, omdat hij een grote fout zou hebben gemaakt waar hij niets vanaf weet.' Verbaasd kijk ik haar aan. 'Maar je vader had toch een hele goede baan? Hoe kunnen ze hem dan zomaar ontslaan?' vraag ik nieuwsgierig. 'Hij was ambtenaar,' mompelt Veerle.' En als ik dat nou eens wist..' Ik geef een geruststellend kneepje in haar hand. 'Het komt wel goed,' beloof ik haar. Veerle kijkt me aan met die prachtige bruine ogen en glimlacht even flauwtjes. Ik kan aan haar ogen zien dat ze me niet geloofd. 'Wil je vanavond anders bij mij blijven eten?' bied ik haar aan. 'Dan hoef je even niet aan je pa te denken.' Ze knikt glimlachend. 'Is goed,' zegt ze dit keer oprecht vrolijk. 'Ik geloof dat jij ook nog wel wat hulp kan gebruiken bij dat huiswerk van je..' Ik trek even een pijnlijk gezicht. Dat kan ik inderdaad wel gebruiken..

A Little DeathWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu