Hoofdstuk 10

288 24 4
                                    

De sterren verzamelden zich in de hemel, en ik keek er geboeid naar.Totdat ik uit mijn gedachten werd opgeschrikt door een gil van Diana.Vlug rende ik op het geluid af, en hield mijn toverstok in de aanslag.Toen zag ik waardoor ze schrok, en moest hard lachen.Een meter van me af was Briëlle uit zijn kooi ontsnapt, en stond nu recht tegenover Diana die een stok in haar handen hield, klaar om in de aanval te schieten.Diana keek verbaasd op. "Wat is er? Deze vreemde uil at zomaar al mijn koekjes op! Zonder toestemming nog wel!""Eh, Diana, dat is mijn uil; Briëlle."Een zucht van opluchting ontsnapte aan haar keel. "Godzijdank, ik was bang dat ie ons de hele nacht zou terroriseren, en dat we de anderen moesten roepen om hem weg te laten halen." Ze hapte naar adem na de lange ademloze zin.Even later lagen we in bed, nog wat na te kletsen. "En, wat vind je van de jongens, tot nu toe dan?" vroeg ik aan haar."Ah, die Carlo Kannewasser is toch een lust voor het oog." verzuchtte ze.Ik trok een wenkbrauw op. "En hoe weet jij nu alweer zijn naam?" zei ik quasi-verontwaardigd.Ze giechelde. "Toevallig kende Hermelien hem, en ik heb het heel sluw gevraagd."Ik begon te gapen. "Zeg, zullen we gaan slapen? Ik ben toch wel erg moe van al dat reizen.""Hmm, ja, daar heb je gelijk in. Wat hebben we morgen als eerste?"Ik herinnerde mijn rooster nog, en kreunde toen van ongeluk."We hebben de gevreesde Sneep, voor toverdranken. Dat wordt een groot feest, dat kan ik je wel vertellen." antwoordde ik sarcastisch.Giechelend deden we de lichten uit, en al snel viel ik in slaap.

De zaal was helemaal leeg.Er was niemand te bekennen, en de lucht was asgroen kon ik zien.Stil liep ik door de gangen, waar ook niemand was."Perkamentus?" riep ik aarzelend."Diana?""Harry..?"Er kwam geen enkel antwoord, van niemand.Tot ik iemand hoorde sissen.Een slang kwam om de hoek tevoorschijn."Nagina..." werd er gefluisterd.Ik liep nieuwsgierig de hoek om, en daar stond de demontor weer."Wat wil je van me? Ga weg!" schreeuwde ik geluidloos.De demontor begon duister te lachen.Zijn masker werd opzij geduwd, en mijn adem stokte in mijn keel.Lord Voldemort stond op nog geen meter afstand, en ik kon nergens heen.Hij grijnsde. "Selena, na al die jaren mag ik je eindelijk ontmoeten. Jammer dat je moeder er niet bij is hè?" fluisterde hij kwaadaardig.Mijn handen balden zich, en ik was verder verstijfd om nog iets te kunnen doen.Wat had ik ook kunnen doen? Niets.Hij knipte met zijn vingers, en keek ineens dreigend."Geef me het medaillon van je moeder, nu!" schreeuwde hij.Eindelijk had ik de kracht gevonden om weg te rennen. "Nooit!""Ik krijg je wel Selena, let maar op... Let maar op..." De woorden galmden na in de gangen, en het werd zwart voor mijn ogen. Hoe kon het ook anders.

Zweinstein will love you.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu