Hoofdstuk 4

334 26 0
                                    

De taxi stond te toeteren en ik keek nog een laatste keer rond in de kamer. Waar ik zo lang in had geleefd, dat ik ieder detail in me op had genomen. Briëlle zat in zijn ruime kooi met zijn ogen te knipperen, alsof hij het ook moeilijk had met het afscheid van het imposante huis. Toen liep ik de deur uit, en sloot de deur achter me. De koffers waren al ingeladen en ik keek nog één keer terug naar het huis. Toen stapte ik in de auto, die me naar het station zou brengen. Briëlle had ik naast me staan, die voortdurend rondkeek en de omgeving wilde opnemen. We raasden over de snelweg, en al snel waren we aangekomen bij het station. Ik zat te kijken op mijn plattegrond waar ik nu in de vredesnaam heen moest toen er een jongen tegen me op botste."Hé! Pas even op ja!" riep ik naar de zwartharige jongen. Hij draaide zijn hoofd om, en een vriendelijk gezicht werd zichtbaar. "Gaat het?" vroeg de jongen."Ja het gaat wel hoor." zei ik. Opeens schoot me wat te binnen. "Ik weet niet of jij het weet hoor, maar waar is perron 3/4? Ik zie alleen maar perron 1 tot en met 10, en geen tussenperron."De jongen glimlachte breed. "Geen probleem, Zweinstein zeker? Daar ga ik ook al een tijdje heen."Ik keek hem verbluft aan. "Euh... Ik zal me even voorstellen, ik ben Selena Follefour."Hij stak zijn hand uit, en ik pakte hem aan."Aangenaam, ik ben Harry Potter.""Dé Harry Potter? De jongen die bleef leven?" snel voegde ik daaraan toe: "O sorry, dat hoor je natuurlijk altijd. Het spijt me, ik was gewoon nieuwsgierig."Harry begon te lachen. "Maakt niet uit, ik ben het onderhand wel eens gewend." Hij keek even naar achteren, en zwaaide toen naar iemand. "Maarre, kom je? De trein vertrekt zo." Hij keek me vragend aan."O. Natuurlijk, ik ga mee!" Ik greep mijn ijzeren wagen weer waar mijn koffers opstonden en liep met hem mee naar een muur. "Ik wil niet veel zeggen, maar daar staat geen trein." zei ik verbaasd."Klopt, je moet er namelijk doorheen.""Wat, door die muur?" reageerde ik."Jep. O kijk, daar zijn mijn vrienden al, die kunnen het je wel even voordoen. Het is de kunst dat je hard moet aanlopen met je karretje voorop, en dan ga je dwars door de muur." legde hij uit.Aha, ik begon het al wat door te hebben. Natuurlijk, stom van me. Een magische school zou heus niet zo makkelijk te bereiken zijn. "Hé, het maakt niet uit joh. Ik moest het eerst ook leren." zei Harry.Een jongen en meisje liepen op Harry af. De jongen had vuurrood haar en een bleke huid, het meisje had een mooi bos krullen die ze vastgebonden had in een staart.Harry draaide zich om naar de nieuwe mensen."Jongens, dit is Selena Follefour, ze komt ook op Zweinstein. Selena, dit zijn Hermelien Griffel en Ron Wemel. Mijn twee beste vrienden."Hermelien schoot direct naar voren om mijn hand te schudden. "Hoi, leuk om je te ontmoeten! Ik hoop dat je bij Griffoendor komt, net zoals bij ons. Je lijkt me een heel aardig meisje." "Kom jongens, we moeten naar het perron toe, anders zijn we wéér de laatsten die daar aankomen." grinnikte Ron. Zo gezegd ging Ron wat afstand nemen van de muur. Hij nam een aanloopje en duwde de kar hard voor zich uit. Toen verdween hij door de muur. Hetzelfde verhaal als bij Hermelien, en toen was ik aan de beurt. Ik nam flink wat afstand, en zag de muur steeds dichterbij komen. Ik deed voor de zekerheid m'n ogen maar dicht, maar toen ik mijn ogen weer open deed zag ik dat ik op het perron 3/4 was. Een stoomlocomotief stond daar, en je hoorde de opgewonden stemmen van alle kinderen die daar waren. Een schouderklopje deed me uit mijn mijmeren ontwaken, en ik zag Harry achter me staan. We liepen naar de trein, en laadden onze spullen in. Snel gingen we naar binnen, en zochten een plaatsje om rustig te gaan zitten. Toen ik neerplofte hoorde ik de laatste fluit van de stoomlocomotief, en ik voelde de trein brullen van energie. Langzaam verdween het perron achter ons, en waren we op weg. Op weg naar Zweinstein.

Zweinstein will love you.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu