12

88 9 2
                                    

Jake ziet dat ik moeite doe om m'n vragen binnen te houden. Hij gaat langzamer lopen, zodat we een heel eind achter Éan komen te lopen. Nu kunnen we bijna hard praten zonder dat hij ons hoort. Ik zucht diep. Ik wil schreeuwen. Heel heel hard schreeuwen, zodat alles woede en angst eruit is. Was dat rode denkje bloed aan zijn handen? Vraagt Jake. Ik knik van ja. Wat zou er dan gebeurt zijn? Ik haal mijn schouders op. Ik ben bang dat als ik m'n mond open doe ontplof. Tris gaat het wel goed met je? Ik zeg niks en kijk alleen maar voor me uit. Het gaat helemaal niet goed. Heel slecht zelfs. Waarom heeft hij dat niet door? Ik slik. Oké Tris even normaal doen nu. Ik kijk weer naar Jake. Ik wil naar het bos. Fluister ik. Jake kijkt me raar aan, maar ziet dan waarschijnlijk de nieuwschierigheid in m'n ogen glanzen. We kunnen nu niet. Maar misschien vannacht als Lavendel en Éan slapen. Ik knik weer. Ja dat is wel het handigst. Fluister ik weer. Waarom fluister je? Ik hoor irritatie in Jake's stem. Omdat het kan. Ik glimlach een beetje plagereg. Hij hoeft echt niet te weten hoeveel woede en angst er in mij zit. Ik zie dat we bij het huisje van Lavendel aankomen. Ik schraap m'n keel en loop naar binnen de keuken binnen. Een warme etens geur komt tegemoet en ik merk nu pas hoeveel honger ik heb. Ik rammel gewoon! Snel ga ik zitten aan tafel en Lavendel zet een bord dampende soep voor me neer. Ik kan bijna niet wachten tot ik mag aanvallen, maar moet wachten tot de rest ook heeft en zit. De maaltijd verloopt in stilte. Maar geen ongemakkelijke stilte. We genieten allemaal gewoon van de soep. Als ik 's avond in ben lig met een volle maag en bijna in slaap val hoor ik de slaapkamerdeur. Ik draai m'n hoofd een beetje wazig opzij en zie een donkere gestalte binnen komen. Heel stil loopt het naar me toe. Zullen we gaan? Vraagt de stem van Jake. Ik weet opeens weer wat we gingen doen. Ik spring zowat uit bed en hoor een zachte sssst. Nu zachtjes loop ik naar de kast en pak een grote warme trui die ik over m'n slaapshirt heen trek. Ik pak ook een paar dikke sokken en houd m'n schoenen vast terwijl we naar beneden lopen. Beneden trek ik mijn schoenen aan en loop naar buiten. Eenmaal buiten pakt Jake een zaklamp. Ze hebben hier zo te zien nog geen straatlantaars uitgevonden. We beginnen zachtjes te lopen en zodra we het dorpje uit zijn beginnen we te rennen. Het bos ligt er nog geen vijftig meter vandaan. We komen aan bij het rand van het bos en blijven staan. Ik voel m'n hardslag versnellen als ik tussen de donkere bomen door kijk. Ik slik en hoor Jake hetzelfde doen. Een mooi melodietje word meegenomen door de wind en ik herken het. Het is van de zwartevogel. Hij moet hier ergens in de buurt zijn. Ik kijk zoekend om me heen, maar zie hem nergens. Niet zo gek natuurlijk. Hij is zelf zwart. Het gevoel dat de vogel in de buurt is maakt me rustig. Ik pak Jake's hand en trek hem zachtjes mee het bos in.

-------------------------------------

Hey,

Hoe vinden jullie m'n boek? Ik ben echt nieuwschierig zoals altijd!

Vote en comment dus!

Groeties.

Owja een vriendin en ik hebben een youtube kanaal als je zin hebt kijk daar dan eventjes op: JoosSoof. ;)

-------------------------------------

Zwarte vogels.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu