Hoofdstuk 2

841 18 0
                                    

We keken ze recht in de ogen aan. In hun prachtige, donkere ogen.

Voor mij stond Ethan, met nog steeds zijn hand op mijn schouder.

Voor Kayleigh stond Grayson, met ook nog steeds zijn hand op haar schouder.

Was dit een droom? Was dit niet allemaal gewoon te mooi om waar te zijn? Ik stond met mijn mond vol tanden terwijl ik alleen nog maar oog had voor Ethan, voor de jongen die zoveel gevoelens bij me teweeg bracht.

'Hey,' zei hij tegen mij, 'ik ben Ethan.'

'Dat weet ik', zei ik terug toen ik eindelijk weer woorden over mijn tong kon krijgen.

'Ja, logisch, anders zou je hier niet zijn', zei hij terwijl zijn wangen een beetje kleurden.

'Precies', was het enige dat ik terug zei.

Ik had hier duizend malen over gedroomd, over gefantaseerd, van gehoopt, alles! En nu, tegen al mijn verwachtingen in, gebeurde het en wist ik niets beters te zeggen dan dat ik deed. Ik was hopeloos hierin en ik verpestte het nu al. Het was me een wonder dat Ethan nog niet in leek te zien hoe stuntelig ik was als het op mijn gevoelens aankwam en dat hij er niet al gauw vandoor was gegaan.

'Maar de vraag is,' begon hij na een korte stilte, 'wat jouw naam is.'

Weer stond ik met mijn mond vol tanden. Waarschijnlijk overdreef ik nu enorm, maar hij wilde mijn naam weten!

'Eh, mijn naam?' bracht ik onhandig uit.

Ethan begon te lachen. Geen kinderlijke lach maar een behoorlijk volwassen lach en die lach sierde hem enorm. Ik voelde me wel met de seconde meer opgelaten. Dit kon ik onmogelijk tot een goed einde brengen.

'Ja, jouw naam', bracht hij uit toen hij eindelijk gestopt was met lachen. Ik had nooit verwacht dat hij daar überhaupt mee zou stoppen.

Dit keer was het mijn beurt om rood te worden. En niet zo'n beetje ook niet, dieprood. Ik voelde hoe mijn wangen begonnen te koken en ik wist dat het Ethan onmogelijk kon ontgaan. Gelukkig was hij wel genoeg een gentleman om er niet over te beginnen.

'Eh, Samirah?' bracht ik er vragend uit.

En weer begon hij zijn mannelijke lach te lachen. De lach die een duizend-en-een gevoelens bij me teweeg brachten. De lach die de kriebels die ik in mijn buik voelde nog meer vergrootte.

'Waarom breng je het zo vragend? Het is jouw naam!' bracht hij tussen zijn ademstoten uit.

'Eh, ja, dat klopt.'

Ik werd zowaar nog roder, niet dat ik verwacht had dat dat nog kon. Ik was hier zo'n kluns in! Ik keek opzij en zag dat Kayleigh het er ook niet veel beter vanaf bracht. Ook zij was overrompelt. We konden dus alleen ontspannen zijn als we ze van een afstandje konden bekijken. Nu wij bij wonder de kans hadden om ze te meeten, waren we misschien net zo erg als alle andere meisjes.

Ethan merkte op dat ik nog roder was geworden en legde zijn handen op mijn wangen. Zijn handen voelden nu akelig koel aan, maar ik was te blij dat hij me aanraakte dat ik mijn hoofd niet tussen zijn wangen uithaalde.

Hij keek me diep aan in mijn ogen. 'Er is geen enkele reden voor jou om je ongemakkelijk te voelen. Uit alle meisjes kozen wij jullie om te ontmoeten. Dat moet toch wel genoeg zeggen? Wees gewoon jezelf. We zijn ook maar mensen.' Dat alles zei hij met een lieve, warme stem.

Ik kon het me niet opbrengen om te reageren en staarde dus maar terug in die bruine ogen van hem waarin je kon verzinken. Waarin ik aan het verzinken wás.

Uiteindelijk haalde hij zijn handen van mijn wangen af en deed hij weer een stap achteruit, maar nog steeds stond hij zo dichtbij dat ik moeite had om na te denken. Het staarmoment ging gewoon door en was in al die tijd nog geen enkele keer onderbroken.

Uiteindelijk begon Ethan weer wat te zeggen, maar zijn stem was inmiddels nauwelijks harder dan gefluister. Toch verstond ik het luid en duidelijk omdat hij de enige in de kamer was die nog helder voor me was. De hele omgeving om me heen vervaagde, maar hij niet. Ik merkte hem alleen maar scherper op. Het was alsof hij de zon was die door de wolken doorscheen. Het enige waar je oog voor kon hebben.

'Mag ik je nummer?'

Voor het eerst sinds ik met hem sprak, klonk mijn stem vastberaden en was ik niet zo verlegen meer. 'Ja,' zei ik, 'ja, dat mag je.'

Hij overhandigde me zijn telefoon en ik voerde mijn nummer in. Hij pakte zijn telefoon weer terug en begon iets te typen. Even later trilde mijn telefoon in mijn broekzak, waarna ik hem pakte om te zien dat hij me een berichtje had gestuurd. Ik voegde hem daarna meteen toe aan mijn contactenlijst.

'Nu heb je ook mijn nummer', was het enige dat hij zei. Meer woorden waren er niet voor nodig. We wisten beiden dat we hetzelfde wilden, dat we elkaar beter wilden leren kennen.

Uiteindelijk wisselden Grayson en ik en Ethan en Kayleigh ook nummers uit en toen was het helaas ook tijd voor ons om te vertrekken. Ditmaal met ons hoofd in de wolken. Onze droom was uitgekomen, we hadden ze ontmoet. En we hadden hun nummer.

Onderweg naar buiten vertelden Kayleigh en ik elkaar enthousiast wat er allemaal gezegd was en onderweg naar huis, kregen we beiden al een berichtje van de tweeling.

De rest van de terugreis hadden Kayleigh en ik nauwelijks oog voor elkaar, maar leken we net twee telefoonverslaafden terwijl we beiden een gesprek voerden met onze droomjongen van de tweeling. Ik met Ethan en Kayleigh met Grayson. Af en toe kregen we ook een berichtje van de andere Dolan. Wie weet hadden we geluk en konden we beiden met de een goede vrienden worden en met een meer dan dat.

Ik had me nog nooit zo gelukkig gevoeld en ik wist dat hetzelfde gold voor Kayleigh.

Falling for them - The Dolan twinsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu