Ik word wakker en denk meteen aan Jaden. Hij heeft nog niet gereageerd. Er staat wel dat hij nog online is geweest. Het doet me best veel pijn. Ik denk weer terug aan vroeger. Mijn vrienden begonnen altijd de gesprekken met me en reageerde altijd meteen op mij. Ik snap niet waarom het opeens allemaal voorbij is. Waarom ik zoveel pijn moet voelen. Waarom mensen me haten. Waarom ik zo anders ben. Waarom ik leef. Even denk ik aan een wereld zonder pijn, verdriet, bangheid, mij... Alles zou dan beter zijn. Iedereen kan eindelijk gelukkig zijn. Allemaal omdat ik dan niet meer bestaan. De wereld zou eindelijk perfect zijn. Een wereld zonder mij is waar iedereen van droomt. Zelfs ik. Ik wil hier niet meer zijn. Ik wil deze pijn niet meer. Ik wil niet dat mensen zich ergeren aan mij. Ik wil niet dat mijn ouders voor een kind zoals mij moeten zorgen. Ik wil niet eens meer leven. Dan denk ik weer even terug naar een paar weken geleden. Iemand was op een treinspoor gaan staan. Ik kende haar goed. Het was Rosa-Lotte Ze vertelde altijd alles tegen mij. Ik ook tegen haar. We vertrouwden elkaar, maar waren verder niet echt goede vrienden. Ze had wel vaker tegen me gezegd dat ze wilde gaan. Ze heeft alleen nooit gezegd dat ze het echt zou doen. Ik mis de gesprekken tussen ons wel. Maar de gesprekken tussen mijn aller beste vriendin mis ik nog het meeste. Eerst las ik onze gesprekken nog terug. Ze heeft vaak gezegd 'Wat moet ik toch zonder jou. Ik wil je nooit meer kwijt. Hou zoveel van jou!' En al dat soort dingen. Het deed me teveel pijn om het nog terug te lezen. Daarom doe ik dat nu ook niet meer.
Een uur later zit ik met mijn tekenblok op de bank. Ik teken een hopeloos meisje. Ze kijkt naar bove en er rolt een traan over haar wang. Boven op de tekening staan 2 engelen, een grotere en een kleinere maar ook vagere. Opa en Rosa-Lotte. Mama komt opeens naast me zitten "Wat ben je aan het tekenen schat." zegt ze. Ze heeft nog nooit gevraagd wat ik aan het tekenen ben. Meestal als ik teken gaat ze ergens anders zitten of zegt dat ik moet stoppen. Soms sloeg ze me er dan ook bij. Maar nu heeft ze opeens belangstelling en noemt ze me schat. Ik vind het heel raar. Zou het iets te maken hebben met de middag toen ze op mijn kamer was? Wist ik maar wat ze zogt. Mama wacht nog steeds op antwoord. "Is dat opa?" Vraagt ze dan maar. "Ja en Rosa-Lotte" Zeg ik terug. "O dat is toch dat ene meisje die een paar weken terug..." Ik onderbreek haar want ik weet wat ze wil zeggen maar ik wil het woord niet horen. "...Ja dat is zij" Mama was stil. Ik zou het echt heel leuk vinden om daar bij opa en Rosa-Lotte te zijn. Dat zijn tenminste nog mensen die wel van me houden. Ik weet het gewoon. Ik voel weer tranen in mijn ogen komen. "Mama ik ga even naar mijn kamer" "Is goed, ik zie wel weer als je naar beneden bent." Ik lig nog niet eens op mijn bed en mijn tranen rollen al over mijn wangen. Ik wil het zo graag. Maar ik durf het niet. Mensen zullen me uitlachen. En stel het mislukt, dan zou ik echt helemaal geen vrienden meer hebben.
Een paar uur later zit ik weer op het bankje in het park. Ik wil even tot rust komen. Ik heb bijna alleen maar gehuild. Ik wil weten hoe de wereld echt zonder mij zou zijn. Ik kijk even rond en zie kleine eendjes achter haar moeder aan zwemmen, eekhoorntjes die in de bomen rennen, vogels die aan het fluiten zijn. Ze zien er allemaal heel gelukkig uit. Zelfs de mensen die hier rondlopen lachen en zien er gelukkig uit. Opeens zie ik Jaden weer. Hij ziet mij niet. Ik loop in zijn richting, nog steeds ziet hij me niet. Hij draait zich om als ik uiteindelijk achter hem sta. Hij schrikt. "Wat doe jij nou weer hier?!" Vroeg hij in shok. "Nou ik zit heel erg met mezelf in de knoop en wilde graag met je praten. Maar je reageerde niet op mijn berichtjes. Ik wilde even tot rust komen hier in het park en toen zag ik jou hier. Ik wilde gewoon even vragen waarom je gister wel in het park was maar niet met me kon spreken hier in het park. Toen je me zag liep je weg. Ik vraag me nog steeds af waarom. En dan ook nog dat je niet op mijn berichtjes reageert. Het doet me best pijn dus ik hoop dat je reden hebt waarom." Ik zie dat hij even niets kan zeggen. Dat snap ik van de ene kant ook wel, hij begint uiteindelijk toch. "Nadia, het spijt me heel erg maar..." Opeens komt er een meisje bij hem staan. Het was Annemarie. Het meisje wat eerst mijn aller beste vriendin was. Ze onderbreekt ons gesprek. "...Hey schatje ik ben er weer" Dan ziet ze mij en vraagt aan Jaden "Wat doet dat rot kind hier" Het is niet wat je denkt Nadia." zegt Jaden tegen mij. "Annemarie dit is Nadia, Nadia dit is Annemarie." "Ik denk dat we elkaar al kennen hoor Jaden!" Zei Amnemarie boos. "Nadia laat het me uitleggen" Zegt Jaden. "Nee Jaden ik dacht dat ik je kon vertrouwen. Dat je me aardig vond. Dat je me beter wilde leren kennen. Dat je van me hield..." Jaden onderbreekt me "Dat kan je ook echt wel Nadia dit is echt niet wat het lijkt..." Nu onderbreek ik hem een keer. "Dan is dat maar niet. Sorry!! Maar dit is..." Elke keer breken we elkaars zinnen af. Nu Jaden weer bij mij. "Nadia alsjeblieft luister naar me." Ik voel de tranen uit mijn ogen komen en heb geen zin om nog te blijven luisteren en ren huilend naar huis. "Alsjeblieft Nadia ik kan het echt uitleggen!!" Roept Jaden me nog na, maar ik heb niet de behoefte om nog te reageren.
Ik lig op bed en denkt na. Dit is dus waarom. Dit is dus waarom Jaden niet kon. Dit is dus waarom Annemarie niet meer met me praat. Ze heeft iemand anders gevonden en vond mij niet meer belangrijk. Ik snap het niet. Het doet zoveel pijn. Nu wil ik echt zeker weten weg van hier.
De rest van de dag heb ik alleen maar op bed gelegen. Ik ben alleen naar beneden gegaan op te eten. We hadden aan tafel niets gezegd. Meteen na het eten ben ik weer naar mijn kamer gegaan waar ik nu nog steeds ben. Ik heb niets anders meer gedaan dan gehuild. Ik huil mezelf zelfs in slaap.
JE LEEST
Toen ik nog gelukkig was...
SpiritualNadia denkt vaak aan de tijden toen ze nog gelukkig was. Ze voelt nu dagelijks veel pijn en verliest steeds meer vrienden. Waaronder haar beste vriendin. Thuis voelt ze zich niet veilig. Zelf snapt ze niet waarom zij dit voelen moet. Nadia durft nie...