En dan zit ik hier. In het ziekenhuis. Naast mijn diep slapende mama. Ik was erg geschrokken. Naar huis wilde ik ook niet meer. Ik wilde bij mama blijven. Nu zie ik pas echt hoeveel ik toch van haar hou. Oppeens schieten de beelden van mama in mijn kamer door mijn hoofd. Zou het misschien geen ongeluk kunnen zijn dat mama nu in coma ligt? Zou het liggen aan toen? Ik bedenk me en wil toch naar huis. Het ziekenhuis is toch dicht bij thuis. Ik wil zoeken naar wat mama heeft willen vinden.
Eindelijk, ik ben thuis. Meteen ren ik naar boven. Naar mijn kamer. Ik begin op de plek waar mama is geeindigt. Ik zie niets. Een paar laadjes verder zie ik een briefje liggen. Het is niet van mij. Ik durf het eigenlijk niet te openen. Ik maak het toch open en ik zie wat ik dacht. Het is een briefje van mama. Ik begin te lezen.
Lieve Nadia,
Het spijt me heel erg dat ik al die tijd je heb pijn gedaan.
Vanacht had ik erg slecht gedroomd en dit kwam er ook in voor.
Ik wist niet wat ik moest doen, dus volg ik nu mijn droom.
Je hebt altijd tegen mij gezegd Volg je dromen mama'
Nooit durfde ik dat.
Dit was misschien wel een van mijn pijnste dromen, maar een droom waar ik mijn kind gelukkig mee kan maken.
Ik heb je al die jaren geschopt en geslagen, omdat je me aan je vader deed denken.
Hij zei altijd 'Dat kind is jou niet waard, het verdient een moeder en geen mens'
Al die jaren heb ik daar aan gedacht.
Elke keer als ik naar je kijk zie ik je vader in je ogen.
Het deed me zoveel pijn.
En ik heb spijt.
Maar die spijt is te groot.
Het spijt maar ik moest gaan.
met liefde van een mens dat geen moeder voor je kan zijn.
Eindelijk. Eindelijk heb ik antwoord op mijn vraag. Het was geen ongeluk. Met trillende handen en huilerige ogen zoek ik de telefoon. Ik heb hem gevonden. Ik houd de telefoon in mijn hand en druk het nummer in. Meteen gaat de telefoon. Ik schrik. Het is het ziekenhuis. Ik neem op, want ik weet niet wat ik anders nog zou moeten doen. "Hallo met Nadia" Zeg ik huilerig. "Hallo Nadia, jou moet ik hebben. Dit is het ziekenhuis." "Gaat het over mijn moeder?" Vraag ik. "Ja het spijt me maar.." De man weet niet hoe hij het zou moeten zeggen. "Moet ik even naar het zoekenhuis komen?" Vraag ik dan maar. "Als je dat wil doen, graag" Zei hij "Ik kom er meteen aan" Zei ik en ik beëinigde het gesprek. Ik pak het blaadje en rende naar het ziekenhuis.
Na een kwartier alleen maar rennen was ik in het ziekenhuis aangekomen. Daar loop ik meteen naar de poli waar mijn moeder ligt. Ik zeg tegen de secretaresse wat er aan de hand was en die haalt een dokter. "Kan je even meekomen?" Vroeg diezelfde man van de telefoon aan me. "Ja" Zeg ik wat huilerig. Ik was bang. "Ga even zitten" Zei de man toen we in een kamertje zaten. "Uhmm.. ik weet eigenlijk niet zo goed hoe ik het moet zeggen" zegt de man. "Ik weet denk ik wat er aan de hand is." zeg ik. "Mijn moeder heeft een briefje in mijn laadjes gelegd. Hier lees het maar." en ik schuif het blaadje naar hem toe. "Werd je mishandeld?" Vroeg de dokter. "ja.." mompelde ik. "Is mijn moeder overleden?" Vraag ik wat huilerig. "Ja het spijt me Nadia. Gecondoleerd" "U kunt er niets aan doen. Het was ook mijn fout" zeg ik. "Waarom denk je dat het jou fout is?" "Sorry daar praat ik liever niet over." zeg ik. "Wil je een psycholoog om tegen te praten?" vraagt hij. Ik twijfel maar zeg nee. Mijn bangheid overheerst me.
JE LEEST
Toen ik nog gelukkig was...
SpiritualNadia denkt vaak aan de tijden toen ze nog gelukkig was. Ze voelt nu dagelijks veel pijn en verliest steeds meer vrienden. Waaronder haar beste vriendin. Thuis voelt ze zich niet veilig. Zelf snapt ze niet waarom zij dit voelen moet. Nadia durft nie...