Hoofdstuk XI

222 9 1
                                    

Hannah's P.O.V

Ik ijsbeer buiten rond. Floris ben ik kwijtgeraakt. Waarom doet hij zo raar? Zou... Zou hij een ander hebben? Fluistert een stemmetje in mijn hoofd. Maar ik druk het weg. Ik wil daar niet aandenken. Nee. Het is niet zo. Hij heeft een ander. Nee! Wat gebeurd er met me? Word ik paranormaal ofzo.

Dan zie ik een bekend gezicht en Floris komt op me aflopen. En als hij voor me staat floept het eruit. 'Je hebt een ander!' Gil ik. Waarom zeg ik dat? Dat is helemaal niet waar. Toch?

Als ik weer naar hem kijk, kijkt hij... Schuldig? Zijn ogen zijn gericht op zijn sneakers.

'Je hebt een ander?' Vraag ik stotterend. Floris' ogen gaan direct naar de mijne. 'Tuurlijk niet.' Ik zucht. Ik heb niet veel andere keus dan hem geloven. Ik ga onze relatie niet op het spel zetten alleen omdat Floris een beetje raar doet.

Ik zucht opnieuw. 'Ik geloof je.' Floris pakt mijn hoofd vast en drukt het tegen zijn borst. Ik schrik. Hij wrijft over mijn haren waardoor mijn haren helemaal overeind gaan staan.

Als we weer bij de flat van de jongens zijn, steekt Floris de sleutel in het sleutelgat. En als hij de deur opendoet komt muziek mijn oren in rollen. Het nummer van Ed Sheeran: Thinking Out Loud. Als Floris de deur dan verder opendoet zien we Zack en Catherina. 'Zullen we maar even weggaan?' Vraagt Floris met een lachje. Ik rol met mijn ogen. 'Nee.' Antwoordt Zack meteen. Hij staat op en pakt zijn shirt. Hij pakt Catherina's hand vast. En samen lopen ze naar Zack's kamer. Geen idee wat ze daar gaan doen.

Ik plof neer op de bank. Floris doet me na. Floris schuift richting me. En ik schuif weg. Letterlijk: hard to get. Als ik dan ben aangekomen bij het eind van de bank, slaat Floris zijn arm om mijn schouders. Ik heb geen zin om iets te doen.

Na twee minuten zo gezeten te hebben gaat Floris' telefoon. Hij vist zijn telefoon uit zijn zak. En in plaats van dat hij naar Whatsapp gaat, swipet hij zijn meldingbalkje naar beneden. Ik kijk zijn bericht af. Maar na een halve seconde swipet Floris het al weer weg. En zet zijn telefoon uit.

Zag ik het nou goed? Stond daar nou... Nee toch? Toch? Toch? Toch? Hopelijk niet. Maar er stond volgens mij.
Jasmijn😚
Hey sch-
Tot daar heb ik het gelezen. Maar ik denk dat die -sch. Schat betekent. En die smiley. Die smiley betekent alles.

'Wie was dat?' Vraag ik op mijn liefst toon. Want ik heb hem wel door. 'Euh... Dat was... Zack!' 'Zack?' Vraag ik achterdochtig. 'Daar heb jij toch nauwelijks contact mee?' Zeg ik. Ergens in mijn stem hoor ik een sluw toontje. 'Oh ja-ja-wel. Sinds kort. Sinds kort wel.' Stottert Floris. 'Aha.' Zeg ik, met een stem die verdacht klinkt.

Ik zie Floris een beetje rood worden. En hij heeft het duidelijk zelf ook door. Want snel kijkt hij naar de grond. Hij trekt snel zijn hoofd weer omhoog. En kijkt me aan. Ik weet niet welke emotie er te vinden is in zijn ogen. Maar ik weet genoeg. Hoe kon hij?! Ik wist dat er iets was.

Ik sta op van de bank en loop rechtstreeks naar de deur. Die ik dan met een klap dichtgooi.

Ik hoor geen andere voetstappen dan de mijne. En nu pas kom ik erachter dat mijn jas nog bij Floris ligt. Nou ja jammer dan.

Als ik dan op de helft ben om weer naar huis te gaan, beginnen er druppels naar beneden te komen. Ik begin wat sneller te lopen.

*Spelt* *Splat* *Splet* *Splat*

En na een paar minuten begint het te stortregenen. Mijn hele vest is ondertussen doorweekt. En ik moet nog een heel stuk.

Dan staat er plots iemand naast me. Ik schrik. En het is gestopt met regenen. Alhoewel. Ik kijk naar de jongen. Hij heeft een enorme paraplu in zijn handen. Logisch dat het is gestopt met regenen.

'Damian is de naam.' De jongen kijkt strek vooruit. Maar kijkt daarna naar mij. Ik kijk naar zijn smaragdgroene ogen. Maar wend mijn ogen gauw af voordat het awkward wordt. 'En jij? Wat is jouw naam snoes?' 'Hannah.' Zeg ik snel. En kijk meteen recht vooruit. Maar dan schiet me een vraag te binnen. 'Sorry maar wat doe je hier eigenlijk?' Vraag ik. 'Ach ik liep met een paraplu, jij niet, jij werd nat. Dus ik dacht bij mezelf: laat ik dat meisje toch eens helpen. En daarom ben ik hier snoes.' Ik knik. 'Dankje.'

Damian kijkt weer recht voor zich uit. Mijn kans om hem te bekijken.
_Aszwart haar.
_Smaragdgroene ogen.
_Licht getinde huid.
_En een geweldige kaaklijn.

Hij is echt knap.

Knapper dan Floris?
Stop denk niet aan Floris, denk niet aan die jongen.

'Heb je een vriendje?' Vraagt hij plots. 'Euh.' Ja of nee? Denk Hannah denk. 'Nee' Zeg ik zacht. Ik zie Damian licht grijnzen. En kijkt dan voor de honderdste keer weer vooruit.

Ik heb trouwens geen idee waar we heen gaan. 'Sorry maar waar gaan we heen eigenlijk?' 'Ik loop nu richting mijn huis.' Mijn ogen vergroten. 'Maar ik wil graag naar mijn eigen huis.' 'Oke oké. Als jij er zo'n punt van maakt dan gaan we wel naar jou huis. Rustig snoes.' 'Fijn.' Zeg ik chagrijnig. 'Waar wil je dan heen?' Vraagt hij plots. 'Fransiscuslaan 534D' Zeg ik meteen. In mezelf sla ik me voor mijn kop. Handig Hannah. Nu weet deze bijna vreemde jongen je adres.

Zonder iets te zeggen lopen we door. En als we dan na een tijdje bij mijn flat aankomen. Loop ik naar de deur. Ik steek de sleutel erin. 'We zien elkaar toch nog eens?' Zegt Damian met een superschattig stemmetje. 'Vast wel.' En ik haal mijn schouders op. 'Zullen we eens afspreken?' 'Klinkt leuk.' lieg ik een beetje. 'Ik zie je morgen bij Shawn's.'

Nee nee nee! Maar nog voordat ik het ook echt kan uitspreken is Damian er al weer vandoor.

Snel ga ik naar binnen voordat ik helemaal natregen.

Als ik binnenkom. Zie ik de meiden verbaast kijken.

'Wat?'

Het Spel: Nieuwe RondesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu