Hoofdstuk XVII

248 8 7
                                    

Hannah's P.O.V

Ik word wakker. En kijk in de ogen van 'Damian?' Vraag ik verbaasd als ik in zijn groene ogen kijk. 'Wat doe jij hier?' Vraag ik. 'Dat kan ik beter aan jou vragen. Waarom lig je hier op een bankje in het park.' Ik krab achter mijn oren. 'Ik had geen zin om naar huis te lopen en ben toen naar dit bankje gelopen en ben daar in slaap gevallen.' Damian knikt en komt naast me zitten.
(A/N als iemand dat tegen mij zou zeggen zou ik niet alleen knikken. Maar goed wie ben ik? Oh ja Pinks.)
'Maar wat doe jij dan hier?' Damian lacht. 'Voetbal.' Antwoordt hij kortaf. Ik houd mijn hoofd schuin omdat ik hem nog niet snap.

Er komt een jongen met bruine haren naar Damian toelopen. 'Eyy Tom.' Zegt Damian. 'Yo Damian' De jongens geven elkaar een brohug.

Er komen steeds meer jongens. Ondertussen staan er al zeven jongens. En dan komt er nog een. Damian heft zijn hoofd op. En de jongen doet hetzelfde. De jongen neemt Damian mee. En de jongen kijkt veel naar me. Niet verliefd ofzo. Eerder doordringend. Ik kijk snel weg.

De jongen en Damian lopen naar het veld toe. En maken twee teams. Het team van Damian neemt de bal.

Eigenlijk haat ik voetbal echt enorm. Kom op hoe triest je rent serieus alleen maar achter een bal aan. Je bent toch geen hond denk ik telkens. Maar nu is het wel leuk. Hehe.

Mijn kaken en wangen worden rood als Damian stoer naar me glimlacht.

De jongens zijn nog steeds bezig. En de meesten zijn al best vermoeid. Damian trekt zijn shirt uit. En dan pas zie ik zijn sixpack. Mijn wangen staan nu echt in de fik. En dat is duidelijk te merken als Damian om me lacht. Ik probeer mijn gezicht te verbergen.

De jongens zijn allemaal zo gericht op het voetbal. Behalve Damian. Hij lacht naar me. En dan wordt er door het andere team een goal gemaakt. Damian kijkt verbaasd op en ik kan mijn lach niet inhouden. Hij lacht ook en komt naast me zitten de jongens spelen zonder Damian door.

'Ga je met me mee?' Vraagt Damian na een lange stilte. Hij kijkt me diep in de ogen aan. Waardoor ik weg kijk. 'Waarheen?' Vraag ik speels. 'Naar mijn appartement.' Ik kijk hem aan. 'Ach kom op. Ik ben geen moordenaar of verkrachter.' Zijn stem blijft haken. '-Of kidnapper.' Hij spreekt de laatste woorden anders uit dan de eerste. Plots glimlacht hij voluit. Waarom zou ik "nee" zeggen? Wat schiet ik daarmee op? "Leef je leven" Zei Catherina laatst tegen me.

Ik lach. 'Graag.' Zijn mondhoeken krullen omhoog. 'Kom.' Hij trekt me omhoog. En nu pas besef ik me dat dat shirt nog steeds op de grond ligt en Damian nu zonder shirt rondloopt. Hij pakt zijn shirt op. 'Hey guys. See ya.' De jongens verspillen er weinig aandacht aan. Op één na. Hij zegt niets terug maar met zijn ogen zegt hij voor Damian genoeg.

We komen aan in het -niet verwacht- grote huis. Ik kijk rond. En zie dat het vrij leeg is. Er staat een bank, een tv, een paar lampen en nog wat van die decoratie.

In de tijd dat ik aan het rondkijken ben besef ik me niet dat Damian er al vandoor is gelopen. En dan voel ik dat iets mijn middel vastpakt. 'Godsamme!' schreeuw ik speels als ik Damian zie. 'Je bent een beetje schrikachtig.' Zegt Damian met een grijns.

Ik rol met mijn ogen en loop naar de bank waar ik met een luide plof opval, er komt veel stof uit. Damian ploft er ook op en opnieuw komt er stof uit.

Iets bedekt mijn lippen. En ik kijk recht in de prachtige groene ogen van Damian.

Ik wil stoppen.
Ik wil niet stoppen.

Hij is knap.
Floris is ook knap.

Hij is leuk.
Leuker dan Floris?

Maar ik wil niet stoppen. Floris heeft me bedrogen. Waarom zou ik nog over hem nadenken?

Damian is veel beter voor mij. Toch?

Het Spel: Nieuwe RondesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu