De schuldige

4 0 0
                                        

We stonden nog heel lang daar, midden in de huiskamer met onze armen om elkaar heen zonder dat het raar voelde.

Het voelde alsof Miles Julian was. Julian die ik alles kon vertellen en me trooste, naar me luisterde, me opvrolijkte en er altijd voor me was geweest als ik hem nodig had. Maar nu hij er niet meer was, was ik radeloos geworden, iemand anders. Het was een wonder dat ik nog leefde zonder hem.

Julian had me altijd op gevangen, maar na zijn dood kwam ik in een of andere eeuwige val terecht. Maar vandaag had ik het gevoel weer op gevangen te worden, maar dit keer door Miles.

Langzaam werd mijn grip steeds losser en de zijne daardoor ook.

“Dank je, dit had ik echt nodig.”

“Geen dank. Jij hebt mij ook gered.”

Ik lachte zwaktjes en wreef de laatste tranen van mijn wangen af.

Miles’s buik knorde ongeduldig, waar we alle twee om konden lachen.

Hij liep naar de keuken om wat eten te pakken terwijl ik op de bank ging zitten.

Ik liet me op gaan in de lucht waar overal energie bronnen waren, het was heerlijk. Het voelde alsof ze me allemaal heel zachtjes streelden, wat me de rillingen gaf, maar wel fijn voelde.

Ik kon hier goed ademen en er waren weinig tot geen ‘depressieve’ energie bronnen, wat in Nederland wel anders was geweest.

Miles was klaar in de keuken en kwam met een rijkelijk belecht aantal broodjes naast me op de bank zitten.

Hij keek me recht aan.

“Als je ook wat wil... moet je het maar zelf klaar maken.”

Ik lachtte.

“Dat zit zeker in de familie, egoisme.”

“Kan wel en denk nu maar niet dat ik van gedachten ben verranderd alleen omdat je dat zei, zo makkelijk ben ik nou ook weer niet.”

“Gelukkig voor mij heb ik al wat kunnen oefenen op iemand anders en weet ik precies wat ik moet doen om je op andere gedachten te brengen.”

Miles keek me speels aan, wat hem alleen nog meer op Julian deed lijken.

“Denk maar niet dat je me hebt, ik zelf heb ook nog wat troeven achter de hand.”

“O ja?” Ik trok een wenkbrauw op.

Miles glimlachte een beetje evil en begon me meteen te kietelen.

Ik gierde het uit en Miles lachtte vrolijk mee om mijn leed. Zijn handen kietelde me onder mijn voeten, in mijn nek, onder mijn oksel en prikte speels in mijn buik.

“Okee, okee! Ik geef me over!” Riep ik buiten adem.

Miles trok zich terug, maar had zijn ogen nog strak op mij gerricht om een aanval van mij te voorkomen.

“Jij kan zeker tegen kietelen?” Hijgte ik.

Hij knikte met een grote glimlach op zijn gezicht, waarbij hij zijn armen demontratief over zijn buik deed.

Meteen begon ik Miles te prikken in zijn buik en dit keer bulderde hij het uit.

“Wie kan er hier tegen kietelen?!” Riep ik uit, nog steeds in zijn buik prikkend.

“Genade, genade!”

Ik hield op en keek hem vragend aan. “Wapenstilstand?”

“Wapenstilstand it is!”

Even later waren Miles en ik een boodschappenlijst aan het opstellen. We hadden heel wat nodig en ik moest ook nog nieuwe kleding kopen.

Miles wou allemaal junkfood in huis halen, maar dat zag ik niet echt zitten. Overgins snapte ik niet hoe hij zo’n prachtig lijf kon hebben als hij zo veel at.

Leven (On Hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu