Ontmoet de familie

3 0 0
                                        

Ik werd wakker van het gehobbel van de auto op een onverhardde weg. We reden door een prachtig boslandschap en er waren in de verste verte geen huizen te bekennen. Op een na die in de verte opdoemde tussen alle bomen door.

Ik gaapte een paar keer en rekte me uit waarbij er een paar botten kraakten.

Al wrijvend in mijn ogen keek ik in de spiegel die binnenkant van zo’n irritand flap ding zit die nooit echt de zon uit je ogen weet te houden. Ik schrok me dood toen ik mezelf daad werkelijk zag. Ik zag eruit als een of andere malloot die nog nooit van het woord borstel had gehoord.

Toen we na tien minuten uitstapten voelde ik meteen de prikkelende engerie van alle levende wezens die ergens in de buurt waren. Je had dit in Nederland ook wel, maar niet zo erg als hier, waar alles om me heen gloeide van energie. In het algemeen voelde ik meer energie in het bos dan waar ook anders, maar dit voelde echt fantastisch.

Het is een bijna onbeschrijvelijk gevoel. Het is per se positief of negatief, het ligt veel ingewikkelder dan dat. Als je er voor open staat voelt het vaak positief, maar heus niet altijd. Want net zoals energie van levende wezens is er ook energie van dode wezens. Waar leven positief is, is dood negatief en het ligt er maar net aan hoe je in het leven staat om deze zo te ervaren.

Dat was een van de verklaringen waar ik was op gekomen, maar geen van alle klopten helemaal.

Dit voelde in ieder geval geweldig en het fleurde me heel erg op.  Dan te bedenken dat ik nog niet eens het huis goed had bekeken, dat onwijs groot was.

Ik scande nog snel even de omgeving, met name het meer waar (net als in al die films) een boom stond met zo’n touw aan een tak die half boven het water hing en ging toen mijn tas en hutkoffer uit de auto ging halen.

Miles stond al bij de achterbak om mijn hutkoffer er uit te tillen.

“Groot hè?”

“Ja, niet normaal groot.”

Miles lacht een beetje terwijl hij met mijn hutkoffer al in zijn handen (want rollen deed ie niet over het gras) naar de voordeur, achterdeur of zijdeur (één van de drie) liep. Ik huppelde er een beetje als een of andere puppy achteraan met mijn lichte schoudertas.

Binnen was het stoffig en muffig, maar je kon de warmte die het huis ooit had gegeven nog duidelijk voelen.

Het verbaasde me hoe modern dit huis eigenlijk was aan de binnenkant. Ik had verwacht dat bijna alles van hout zou zijn, maar in tegendeel was er heel veel van steen. Het meest schokkend vond ik nog dat ondanks het dan zo ‘modern’ was dat alles er zo confortabel uit zag.

Ik stond nog wat in de ronte te kijken toen ik Miles al de trap op hoorde gaan en huppelde snel achter hem aan.

Hij opende een deur en de kamer was schitterend. Een imens groot hemel bed met doorzichtige gordijenen, een heel mooi klassiek bureau met stoel, veel grote ramen met uizicht over het meer, een hele wand bedekt door één grote spiegel die de kamer nog groter deed lijken en een Freaking inloop kast. Het was ieder meisje haar droom om zo’n kamer te hebben.

“Dacht dat deze kamer wel iets voor je was.”

“Dit is niet normaal!”

Miles lachte weer en legde mijn hutkoffer op het bed neer.

“Als je me nodig heb ben ik in de kamer hier naast, de studie kamer.”

Ik wachtte totdat ik hem de deur van de studiekamer hoorde dichtdoen en ging gelijk op zoek naar engergie bronnen. 

Het was allemaal moeilijk te onderschijden, er leken veel meer wezens te zijn dan dat er eigenlijk waren. Er waren veel halve en kwarten van gehelen engergie bronnen en ze streken als koel lente briesje langs mijn huid. Het voelde warm en koud tegelijk een mengeling van tevreden engerie bronnen en ontevredene, maar geen Julian.

Leven (On Hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu