Bushokje

6 1 0
                                    


Eind van de zomervakantie

Anna

Het regent keihard. De wind snijdt zich een weg door de grote eikenbomen heen. Het is z'n bos dat je het gevoel geeft klein te zijn. Onderaan de bomen staat een schattig rood bushokje. Samen op het kleine houten bankje gepropt zit ik en een donkere stevige oude vrouw. Het liefst was ik thuis gebleven met een deken om mijn schouders heen en een grote mok chocolade melk die mijn handen verwarmd. Ik bestudeert de vrouw. Hoe ze praat, diep fronst of hoe ze haar hoofd schudt terwijl ze hevig haar vinger in de lucht beweegt. Mijn handen leg ik netjes op mijn schoot. Mijn witte jurk met franjes is nog vochtig door de regen. Wanneer de vrouw mij aankijkt, knikt vriendelijk om aan te geven dat ik luister of begrijp wat ze bedoelt. De vrouw kwebbelt door.

Ik luister naar het ritme van de neer stortende regen. Boven mij kletteren de druppels hard op het met bladeren bedekte bushokje. Als ik omhoog kijkt, zie ik hoe de bladeren langzaam los komen door de druk van de harde regen. Ze laten hun nerf achter op het plastic dak. Zouden er meer mensen de schoonheid van zo iets simpels kunnen zien? 'De kleinste dingen fluisteren de mooiste verhalen' mompel ik zachtjes. "Luister je wel, Anna? Zo heette je toch, Anna?" Zegt de oudere vrouw. Ik knik, maar ik luistert niet. Af en toe vangt ik worden op als: vroeger, je moet voor je zelf op komen als vrouw, harde maatschappij en bla bla. De bus stopt. De vrouw staat op en legt een hand op mijn knie. Leuk, je gesproken te hebben Anna. Ik knikt naar haar. Niet dat ik gesproken heb. Ik ben verbaasd over de manier hoe de vrouw naar de wereld keek. Alsof de wereld haar niks geschonken had. Kan ze dan niet de schoonheid zien verstopt in hoekjes wachtend tot jij ze vindt. Soms voel ik me daarom zo alleen. Ik wou dat iemand mijn fantasieën begreep. Samen fantaseren, dat is mijn wens. In de verte zie ik iemand deze kant op rennen. Door de harde regen is het niet meer als een kleine zwart lang uitgelopen vlek in het midden van een grijs doek. Door de weerspiegeling van het natte asfalt lijkt de donkere vlek langer. Het figuur komt dichter bij en ik zie een doorweekte jongen van top tot teen.

"Is bus 5 al vertrokken?" vraagt de jongen gehaast. Zijn ogen staan open gesperd van de adrenaline. Uit zijn haar rollen druppels over zijn gezicht. De jongen heeft mooie ogen, valt me op. Verlegen word ik er van. Mijn gezicht verstop ik iets achter mijn natte blonde plukken. Ik knik als antwoord op zijn vraag. De jongen met mooie ogen schuift zijn handen in zijn haar. "Nee, hé" roept hij tegen de straat. Als hij zijn handen laat zakken. Schiet ik in de lach. Zijn haar staat recht overeind. Het doet mij denken aan een kippetje. "O, dat vindt je grappig" vraagt de jongen nu boos. Nu is hij een boos kippetje. Ik kan hem niet meer serieus nemen en mijn 'nee' komt er behoorlijk ongeloofwaardig uit. "Loop je nou de spot met mij te drijven." Zegt hij en hij neemt een stap naar mij toe. "Nou", zegt hij. Ik schrik van zijn toon. De humor van eerder is verdwenen. Ik kijk naar mijn handen die op mijn schoot liggen. Het lukt me niet meer om woorden te vormen en ik durf niet meer te spreken. Ik voel zijn blik op mij rusten. Nieuwsgierig kijk ik door mijn lokken omhoog. Zijn ogen vangen mijn blik.

Alex

Nee, zegt het meisje en ze doet haar best om haar mondhoeken omlaag te duwen. "Loop je nou de spot met mij te drijven" zeg ik. En ik neem een stap naar haar toe. Zo kan ik haar achter de krullen verscholen gezicht zien. "Nou", vraag ik nog eens. De lach van haar hartvormige gezicht is verdwenen. Ze kijkt omhoog, mij recht in de mijn ogen aan. Haar ogen zijn zee blauw. Ik voel de wind door mijn haren en kleren waaien. Ik voel golven tegen mijn borst aan slaan. Het lijkt wel of ik mijn tong ben verloren. Er stopt een bus achter mij. Het meisje staat op, strijkt haar kleding glad, hangt haar leren rugtas over haar schouder. Ze blijft me aankijken terwijl ze langzaam langs me heen loopt. Voor ze de bus in stapt, draait ze zich om. "Je bent wel snel op je tenen getrapt, haantje. En ze is weg. 

Anne & PimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu