De ontmoeting

15 0 0
                                    

Michael's POV 

De volgende ochtend word ik wakker met een lege maag. Ik sta op, loop naar de koelkast en bekijk de inhoud. Een stuk worst, een pot augurken en wat kaas kijken terug. Ik besluit voor de worst te gaan, die kan ik toch niet zo lang bewaren. Ik had een klein beetje geld over toen ik uit huis werd gezet, al begint dat snel op te raken. Ik pak een kladblok en een pen van mijn tafel en begin een boodschappen lijstje te maken. 1. Water. 2. Brood. 3.... Ik denk na over wat ik nog meer kan halen. Ik heb geen fornuis of oven om voedsel te verhitten.  Appels, denk ik, die zijn goedkoop te krijgen bij de lokale supermarkt. Verder zal ik wel kijken wat er binnen mijn budget past. 

Na het ontbijt trek ik mijn jas aan en loop ik voorzichtig naar buiten. Het is nog donker, maar er staan lichten aan in het grote huis die een deel van de tuin belichten. Ik jog snel naar de weg toe en blijf doorrennen in de richting van de supermarkt. Het is nog erg koud op de vroege ochtend. Wanneer ik eindelijk aan kom ben ik opgewarmd. De winkel is gelukkig net geopend en ik kan zo doorlopen naar binnen. Ik pak een winkelwagentje en loop een één streep door naar het flessenwater. Er was wel een klein kraantje aan de zijkant van de schuur, maar ik weet niet of dat veilig is om te drinken. Ook wil ik niet te vaak naar buiten moeten nu de nieuwe bewoners er zijn. Zodra ik een sixpack flessen in mijn wagentje stop, hoor ik twee stemmen achter me.

"Wat een kleine winkel zeg, ik hoop toch niet dat alles in dit stadje zo klein is." Zeurde een mannelijke stem. 

"Ach zeur niet zo, nu hoeven we tenminste niet zo ver te lopen." Klonk een vaag bekende vrouwen stem. 

Ik kijk om en zie de jongen en het meisje van gisteravond langslopen. Ik houd mijn adem in, het meisje ziet er erg mooi uit in haar roze jurk. Ik schrik wanneer de jongen mijn kant op kijkt en naar me toe loopt.

"Hoi, weet jij of er een bakker in de buurt zit?" Vraagt hij. "We willen graag verse broodjes, maar die verkopen ze hier niet."

Ik denk snel na. Er zit een bakker in de buurt van het huis waar ik me schuil houd, maar als ik ze daar heen stuur komen we elkaar misschien weer tegen. Ik besluit het ze toch te vertellen.

"Ja, die zit in de straat waar jullie wonen." Meteen besef ik me wat ik gezegd heb. Nee! Nu weten ze dat ik weet waar ze wonen, wat moeten ze wel niet van mij denken?

Het meisje knijpt haar ogen samen. "Hoe weet jij waar we wonen?"

Ik voel mijn gezicht warm worden. "Uhm... Jullie zijn toch de nieuwe bewoners van dat victoriaanse huis op de hoek? Ik heb jullie nog nooit gezien, en dit is maar een klein dorpje. Nieuws over nieuwe bewoners verspreid zich snel." 

Het meisje knikt en ik voel me opgelucht. Volgens mij geloven ze het.

De jongen begint weer te praten. "Woon jij daar ook in de buurt?"

Snel denk ik na over een goed antwoord. De kans dat ik ooit door ze gezien word terwijl ik bij hun huis rondloop is best groot. "Uhm, ja ik woon iets verder op."

"Ik dacht dat wij het laatste huis in de straat waren?" De jongen kijkt bedenkelijk. 

Dan schiet mij ineens te binnen dat er in het grote bos achter het huis misschien wel meer schuurtjes staan waar ik me zolang als het nodig is kan verstoppen. "Dat klopt, ik woon verder naar achter in het bos."

De ogen van het meisje worden groot. "Helemaal in het bos? Zie je dan ook wel eens wolven?"

Ik schrik een beetje en probeer snel mijn paniek te verbergen achten een lach. "Tot zover niet, maar wie weet leven ze er wel." Ik besluit snel over een ander onderwerp te praten. "Zeg hoe heten jullie eigenlijk?"

De jongen neemt het woord. "Ik ben Jared, en dit is mijn zusje Nicole."

"Leuk jullie te ontmoeten, ik ben Michael. Gaan jullie hier ook naar school?" Vraag ik terwijl ik verder door de winkel loop.

"Ik ga na de vakantie naar Hugin High, ik zit nu in mijn laatste jaar." Antwoord Nicole.

"Ik ga naar de universiteit in Seattle. Ik heb nu vakantie maar over twee weken ga ik weer terug. Dan woon ik daar op kamers." Jared kijkt naar Nicole. Ik vermoed dat ze niet blij zijn om zo ver bij elkaar weg te gaan wonen.

Nicole kijkt weer naar mij. "En jij dan?"

"Ik heb een tussenjaar. Ik heb een poosje stage gelopen bij het bedrijf van mijn vader, maar dat beviel niet zo." Ik denk terug aan de dag dat hij me uit huis heeft gezet. "Nu ben ik dus op zoek naar werk."

"Ik hoop dat je snel iets vind." Zegt Jared. "Wij hebben alles, zullen we vast afrekenen?" Vraagt hij aan zijn zusje.

"Ja." Antwoord ze, ze richt zich naar mij toe. "Ben jij met de auto?"

Verbaast antwoord ik dat ik hier lopend ben gekomen omdat het niet zo ver is en ik graag wat beweging krijg.

Nicole kijkt vragend naar haar broer ie haar een knikje geeft. "Wil je met ons meerijden zodat je ons de weg naar de bakker kunt wijzen?"

"Goed idee, dan haal ik nog even de laatste dingen en zie ik jullie zo bij de uitgang." Ik haal opgelucht adem. Ze leken niks door te hebben en nu hoef ik niet helemaal terug te lopen.

Even later reken ik mijn boodschappen af en loop naar buiten. Nicole en Jared hadden hun boodschappen al in hun auto gelegd. Ik zet mijn boodschappen naast me op de achterbank en we rijden weg.

Het verhaal van de raaf en de wolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu