Op onderzoek

6 0 0
                                    

Michael's POV

Ik loop weer naar binnen en zie dat Annie bezorgt naar me kijkt.

"Heeft de man met het rode haar nog iets gezegd?" Vraagt ze terwijl ze over mijn schouder naar buiten kijkt.

Ik volg haar blik naar de plek waar de man net weg rijd in zijn auto.

"Nee, hoezo?"

Annie's blik verzacht en ze glimlacht, al staan haar ogen nog steeds bezorgd. "Oh, niks bijzonders hoor. Het is een vaste klant hier, ik dacht dat hij zich misschien zou voorstellen."

Ze gaat weer aan het werk en ik besluit maar achter de balie te gaan staan naast de twee meisjes. Linda lijkt zo'n 20 jaar te zijn, Alice een stuk jonger. Ik vraag me af of ze naar school gaan, al zouden ze nu kerstvakantie hebben.

De uren die ik in de bakkerij werk gaan snel voorbij en voor ik het weet is het alweer 12 uur. De meeste werknemers blijven de hele dag in de bakkerij staan, alleen Alice en ik gaan naar huis.

"In de middag is het minder druk, en dan heb ik wat meer tijd voor mijn huiswerk." Legt Alice uit. "Het is nu mijn laatste jaar op Hugin High."

Hugin High. De school waar ik vroeger ook op zat, waar ik vrienden had, waar mijn kleine zusje Elly op zit. Ik voel een steek van verdriet door me heen gaan. Dan denk ik aan Nicole, het meisje dat in het huis woont waar ik me schuil houd. Zij zal daar nu ook wel naar school gaan. Ik zou haar graag weer eens zien, denk ik bij mezelf.

Opeens voel ik een hand op mijn schouder. Het is Alice.

"Gaat alles goed?" Bezorgdheid staat in haar ogen.

"Ja hoor." Verzeker ik haar.

"Welke kant moet je op?" Vraagt het meisje terwijl ze twee zakken met broodjes vult. "Misschien kunnen we een stukje samen lopen?"

"Richting de rand van de stad." Ik gebaar de kant op van waar het huis staat.

"Jammer." Alice geeft een van de zakken aan mij. "Ik moet de andere kant op. Elke dag dat we hebben gewerkt mogen we wat broodjes mee, ik hoop dat je de broodjes die ik voor je heb uitgezocht lekker vind."

We zeggen gedag en ik loop nog even rond om tegen de rest te zeggen dat ik ga en bedank Annie en Peter nogmaals voor de baan.

Niet veel later loop ik tussen de bomen door richting de schuur terwijl ik uit het zicht probeer te blijven van het huis. Ik heb me voorgenomen dat vandaag de dag is dat ik een andere woonruimte ga vinden. Het bos achter het huis lijkt me een goede plek om te beginnen.

Toen ik bij de schuur aankwam heb ik eerst de broodjes opgegeten en wat water gedronken, nu ik weer een volle maag heb loop ik over het pad achter het huis langs. Er staan genoeg bomen om verscholen te blijven.

Ik kom aan bij een splitsing. Het ene pad gaat via de andere kant terug naar het huis, de ander gaat dieper het bos in. Dat is het pad die ik moet nemen om te kijken of er ergens verlaten huizen of schuurtjes staan. Ik loop de gammele brug over die dieper het bos in leid.

Niet veel later zie ik drie kleine houten huisjes vlak naast elkaar staan. Het ziet er vrij verlaten uit, er loopt ook geen weg naartoe. Voorzichtig loop ik dichterbij.

Wanneer ik dicht genoeg bij het eerste huisje sta kijk ik door het raam naar binnen. Hoewel alles er oud uitziet, staan er genoeg spullen binnen om comfortabel in te leven.

Opeens voel ik een hand op mijn schouder en mijn hart slaat over. Verschrikt draai ik me om waar ik een man met rood haar zie staan. Dezelfde man die ik bij de bakkerij had gezien. Een vaste klant, had Annie gezegd.

"Aan het rondsluipen?" Vraagt de man met een diepe stem.

"Uhm," ik zoek naar woorden maar er lijkt niks mijn mond uit te komen.

"Wie is dat?" Vraagt een andere stem.

Ik kijk om en zie een blonde man staan met een groot litteken op zijn gezicht, het doet me ergens aan denken maar ik kan er niet opkomen wat het is.

Ik kijk de eerste man weer aan. Beide mannen zijn vrij groot, en ik vraag me af hoe ze zo stil en ongemerkt naar me toe zijn komen lopen.

"Sorry voor het storen, ik was gewoon een boswandeling aan het maken." Ik voel mijn gezicht warm worden en hoop dat ik niet rood aangelopen ben.

"En daarbij moest je door mijn raam heen kijken?" De man knijpt harder in mijn schouder.

"Ik wilde alleen kijken of er iemand thuis was om de weg te vragen, ik ben iets te ver van de weg afgeraakt." Ik hoop maar dat ik geloofwaardig klink.

"Volgens mij weet jij heel goed dat je hier niet hoort te zijn." Zegt de man met het rode haar. Zijn ogen lichten op.

Ik adem scherp in van de schrik. Het zijn weerwolven. Dat verklaard waarom hij zo bekent voorkwam bij de bakkerij, weerwolven herkennen andere weerwolven. Stil vervloek ik mezelf dat ik het nog niet had geroken. Ik ben nog niet zo lang een weerwolf en ben nog steeds aan het wennen aan mijn nieuwe talenten, waaronder mijn verbeterde reuk.

De andere man komt dichterbij.

"Is dit die nieuwe waar je het laatst over had, Ethan?"

De man, die blijkbaar Ethan heet, laat me eindelijk los.

"Dit is hem." Hij laat mijn schouder los, die nu pijnlijk aanvoelt, en kijkt me weer aan. "We laten je gaan, maar denk er niet over om terug te komen, begrepen?"

Ik geef geen antwoord. In plaat daarvan draai ik me om en ren zo snel als ik kan terug naar het huis.

Eenmaal daar aangekomen ben ik nat van het zweet. Ik ben op onderzoek uitgegaan in de hoop dat ik een woonplaats zou vinden en alles beter zou worden, in plaats daarvan is alles juist erger geworden.

Ik denk weer aan het litteken op het gezicht van de blonde man. Dat was van een weerwolven klauw. Ik trek mijn shirt een stukje omlaag zodat ik het litteken op mijn borst kan zien. het voelt pijnlijk aan.

Ik kijk met een zucht omhoog de lucht in, die al aardig donker aan het worden is. Vannacht is het weer volle maan. Weerwolventijd.




Het verhaal van de raaf en de wolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu