proloog.

1.3K 51 14
                                    

Proloog.



Twee dagen. Zijn voorbereidingen gingen zoveel sneller dan hij had verwacht. Hoewel hij dat als een positieve ontwikkeling ziet in zijn plan maakt het hem ook bang. Het einde komt echt dichterbij nu. Het lijkt wel alsof de dood hem in zijn nek hijgt, alsof de dood hem al achterna komt jagen. Toch is dat niet waarvoor hij doodsbang is. Dat hij doodgaat in misschien wel enkele uren interesseert hem helemaal niks, het is dan ook zijn eigen keuze. Het is heel wat anders wat hem zo doodsbang maakt. Een mens maakt hem doodsbang. Een vrouw, om iets preciezer te zijn. Een prachtige vrouw met krullende bruine haren en grote bruine ogen. Alleen al wanneer hij denkt aan haar ogen herinnert hij zich hoe ze hem altijd aankijkt. Een blik vol gevoelens. Hij weet niet als het liefde is, ze zegt van wel maar hij is te bang om het ook daadwerkelijk te accepteren. Hij is er al eerder ingetrapt, mensen hebben hem al eerder voor de gek gehouden en hij is doodsbang dat het hem opnieuw gebeurd. Toch blijft hij bij haar. Ja, hij blijft bang voor het moment waarop ze zich realiseert dat hij niks waard is en dat ze haar tijd aan het verspillen is. Maar hij is banger voor de tijd wanneer hij niet met haar is.

Hij loopt door de gangen. Richting haar. Nog drie stappen en alles is voorbij, dan is zijn plan voltooid. Hij moet zichzelf nog vermoorden, hij moet nog één laatste boodschap inspreken en hij moet haar nog spreken. Hij moet haar vertellen wat hij gaat doen. Ze verdient het de eerste te zijn die het hoort. Hij is doodsbang voor haar reactie. Doodsbang voor alles wat er gaat gebeuren maar toch loopt hij stug door. Hij ziet zichzelf in het spiegelbeeld van verschillende ramen. Vlak voordat hij bij haar is op de afgesproken plek neemt hij de tijd om voor een raam stil te gaan staan. Hij kijkt naar zijn spiegelbeeld en herkent zichzelf amper terug. Zijn lichtblonde haar zit alle kanten uit, het ziet eruit alsof hij net uit bed komt na een wilde nacht. Zijn grijze ogen staan doffer dan ooit van ten voren ook al durft hij te zweren dat ze binnen een kwartier vol tranen staan. Verschillende puisten en pukkels zijn verdeeld over zijn gezicht, met als toppunt de rode pukkel op zijn rechterneusvleugel. Zijn wallen, oh zijn wallen, zijn al bijna zo groot als zijn ogen zelf. Met de dag worden ze dikker en opvallender. Hij bedenkt zich dat als hij een meisje was geweest hij echt galjoenen over de bank moest smijten om telkens make up te hebben om zijn gezicht te kunnen vertonen. Hij propt zijn blouse netter in zijn broek, zet de kraag weer goed en strikt zijn stropdas strakker.

Bijna te strak. Hoe strakker hij de stropdas maakt hoe beter hij zich voelt. Hij kan het ook nu doen bedenkt hij zich. Steeds strakker. De stropdas snijdt in zijn keel. Hij voelt de pijn en kan niet ontkennen dat hij ervan geniet. Wanneer hij enkele zwarte vlekken begint te zien wordt het steeds lastiger om adem te halen. Hij stikt bijna. Dan hoort hij haar.

"Draco!" schreeuwt ze. Direct laat hij zijn stropdas los en draait hij zich om richting haar. Hij knippert enkele keren. Zonder dat ze het weet heeft ze hem zojuist tegengehouden met het vermoorden van zichzelf.

"Hermelien," zegt hij zacht wanneer ze tegenover hem staat, "Wacht ik open de kamer eerst," zegt Hermelien wanneer Draco een kus op haar rechterwang drukt. Hermelien loopt richting de deuren van de kamer, hierdoor geeft ze Draco de tijd om haar goed te bekijken. Hij ziet haar bruine krullen op en neer bewegen wanneer ze zelf rondloopt. Haar rokje beweegt lichtjes mee. Hij hoort haar voetstappen. Hij kijkt haar aan. Hoewel hij haar gezicht niet ziet op het moment kan hij zich perfect voorstellen hoe ze er nu uitziet. Dezelfde geconcentreerde blik als altijd, dezelfde prachtige bruine ogen die licht dicht geknepen zijn zodat ze zich beter kan concentreren en haar tong die enkele keren over haar droge lippen heen gaat. Hij voelt hoe er kippenvel op zijn armen komt wanneer ze zich weer omdraait.

Een deur verschijnt, ze opent de deur en houdt deze voor hem open. Hij glimlacht dankbaar naar haar en loopt de kamer binnen, ze volgt hem al snel.

Voordat ze ook maar iets kan zeggen pakt hij haar al stevig vast. Hij drukt zijn lippen op die van haar. Beiden sluiten ze hun ogen. Zijn rechterhand gaat richting haar rug, hier ondersteund hij haar. Zijn linkerhand gaat naar haar achterste, hier laat hij zijn hand rusten. Haar linkerhand gaat naar zijn schouder terwijl ze met haar rechterhand zijn haren vastgrijpt. Zijn haren voelen zoals elke keer zo zacht voor haar. Hij voelt haar tong zijn mond in komen, hij voelt hoe haar tong rondjes draait om de zijne. Hij merkt het amper op wanneer ze ook met haar linkerhand richting zijn haren gaat. Hij is verzonken in de zoen. De vlinders in hem maag zijn zo gewoon voor hem geworden dat hij er geen aandacht meer aan besteed. De kriebels die hij overal voelt zijn normaal voor hem geworden wanneer hij haar ziet, hoewel hij er eerder doodsbang voor was. Het kippenvel wat op zijn armen ontstaan is voor de tweede keer die avond verdient zijn aandacht ook niet. Hij heeft alleen maar aandacht voor haar en op het moment vooral voor haar lippen.

Th1rteen R3asons Why • DramioneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu